Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit persoonsgebonden budget begeleid werken WSW |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit persoonsgebonden budget begeleid werken WSW |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Maastricht 2008
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2009 | Onbekend | 13-01-2009 Gemeenteblad 2009, | Onbekend |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,
dat de gemeente op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en het daarop gebaseerde raadsbesluit van 27 mei 2008 inzake de drie verordeningen WSW, in het bijzonder de Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Maastricht 2008, een persoonsgebonden budget begeleid werken kan verstrekken aan personen behorende tot de doelgroep;
gelet op artikel 7 van de WSW en artikel 9 van de Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Maastricht 2008, alsmede op de Algemene wet bestuursrecht;
Uitvoeringsbesluit persoonsgebonden budget begeleid werken WSW
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
* eenmalig forfaitair subsidie voor het tot stand brengen van een dienstbetrekking door een begeleidingsorganisatie;
* eenmalig subsidie in het eerste jaar aan de werkgever in de kosten van aanpassing van de werkplek of scholing;
* structureel subsidie aan de werkgever in de kosten van scholing;
* structureel subsidie in de loonkosten van de werkgever;
* structureel forfaitair subsidie voor begeleiding op de werkplek door de begeleidingsorganisatie;
* uitvoeringskosten: de aan de subsidieverlening pgb verbonden structurele kosten van de gemeente.
Hoofdstuk 3. Voorwaarden om voor een pgb in aanmerking te komen, hoogte van het pgb, eisen werkgever en begeleidingsorganisatie en weigeringsgronden
Artikel 4. Hoogte subsidie kosten pgb
Het college stelt de hoogte van onderdelen van het pgb als bedoeld in artikel 1 als volgt vast:
eenmalig subsidie aan de werkgever voor de aanpassing van de werkplek en scholing (artikel 3 van de verordening): in overleg met de werkgever te bepalen, op basis van facturen en tot een maximum van € 5.000,00 incl. btw en € 2.000,00 indien het alleen scholing betreft en vanaf het tweede jaar jaarlijks een subsidie aan de werkgever voor scholing, passend binnen de doelen van het trajekt af te spreken, tot een maximum van € 2.000,00;
Artikel 5. Eisen/verplichtingen begeleidingsorganisatie
Naast de eisen die vermeld staan in de Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Maastricht 2008 gelden de volgende eisen/verplichtingen voor een begeleidingsorganisatie:
Artikel 6. Eisen/verplichtingen werkgever
Naast de eisen die vermeld staan in de Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Maastricht 2008 gelden de volgende eisen/verplichtingen voor een werkgever:
Artikel 7. Termijnen loonwaardeonderzoek
In aanvulling op artikel 6, tweede lid van de verordening, vindt er tevens een nieuw loonwaardeonderzoek plaats na 6 en na 12 maanden na het eerste onderzoek, waarna het loonkostensubsidie opnieuw wordt vastgesteld.
Hoofdstuk 4. Het beslissen op de aanvraag en de wijze van betalen en terugvordering
Het pgb wordt uitbetaald aan de werkgever en de begeleidingsorganisatie.
Betaling/afrekening van de subsidie vindt als volgt plaats:
In situaties waarin dit besluit niet voorziet dan wel situaties waarin van kennelijke hardheid dan wel onbillijkheid sprake zou zijn, beslissen Burgemeester en wethouders.
Dit besluit kan worden aangehaald als "Uitvoeringsbesluit persoonsgebonden budget begeleid werken WSW".
Aldus besloten door Burgemeester en Wethouders van Maasticht in hun vergadering van 13 januari 2009.
Op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) kan de gemeente persoonsgebonden budgetten verstrekken aan personen die behoren tot de doelgroep. In de Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Maastricht 2008 is hiervoor het algemene kader geboden. Tevens is in deze verordening bepaalt dat nadere regels kunnen worden gesteld door het college van Burgemeester en wethouders. Het onderhavige uitvoeringsbesluit behoort tot deze nadere regels. De Awb bevat een groot aantal dwingende voorschriften over subsidies, waarvan de gemeente niet mag afwijken.
Dit artikel geeft enkel een omschrijving van een aantal relevante begrippen.
Bij de persoonsgebonden budgetten krijgen personen, die behoren tot de doelgroep van het beleid, de mogelijkheid om zelf hun WSW-plek vorm te geven.
Onder “onderdelen pgb” staat vermeld welke onderdelen subsidie het pgb omvat en of er sprake is van een structureel of een eenmalig subsidie en of het gaat om een forfaitair subsidie.
De aanvraag voor het persoonsgebonden reïntegratiebudget dient in ieder geval voor de startdatum de te subsidiëren onderdelen te worden ingediend.
In dit artikel is de hoogte of de berekening aangegeven van het subsidie voor de verschillende onderdelen van het pgb.
Bij het onderdeel subsidie aan de werkgever voor de aanpassing van de werkplek is toegevoegd een vergoeding voor scholing.
In deze artikelen staan de eisen en verplichtingen die de gemeente stelt aan de begeleidingsorganisatie en aan de werkgever. Aangezien het hier een kwetsbare doelgroep betreft dienen deze voorwaarden stringent te worden toegepast.
De Awb geeft een aantal gronden waarop een subsidie geweigerd dient te worden.
Ex artikel 4:25 Awb dient een subsidie te worden geweigerd als door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. Bij de onderhavige subsidie geldt zo’n subsidieplafond dat jaarlijks door het college wordt vastgesteld.
Artikel 4:35 lid 1 Awb bepaalt, dat de subsidieverlening kan worden geweigerd indien er een gegronde reden bestaat om aan te nemen, dat:
Lid 2 van artikel 4:35 Awb bepaalt, dat de subsidieverlening voorts in ieder geval kan worden geweigerd wanneer de aanvrager:
In aanvulling op deze wettelijke weigeringsgronden zijn in artikel 8, eerste lid, nog twee weigeringsgronden opgenomen.
In het tweede lid is opgenomen dat het college het subsidieplafond in de tweede helft van het jaar opnieuw kan bepalen. Dit is om te voorkomen dat WSW-plekken onbenut blijven in het geval dat weinig gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van een pgb.
De afhandelingstermijn is conform artikel 4:13 Awb gesteld op acht weken. Verlenging van deze termijn met ten hoogste acht weken is mogelijk. Met het oog op een zorgvuldige afhandeling, dient de aanvrager hiervan echter schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Mocht gaandeweg het onderzoek naar het verstrekken van een persoonsgebonden reïntegratiebudget blijken, dat de totale termijn van 16 weken ontoereikend is om het onderzoek (volledig en zorgvuldig) af te handelen, dan kan de verdagingstermijn worden verlengd. Voorwaarde is echter, dat de aanvrager hiermee instemt. Van deze “extra” verlenging dient de aanvrager – ondanks dat hij/zij er al mee heeft ingestemd – schriftelijk in kennis te worden gesteld.