Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijzondere bijstand OGGZ-doelgroep |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand OGGZ-doelgroep |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2007 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 19-12-2006 Gemeenteblad 2007, C. no 2 | Onbekend |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,
Gezien de Wet werk en bijstand, alsmede het bepaalde in artikel 4:81 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht.
zij, vanuit het oogpunt van effectief armoedebeleid de nadruk wensen te leggen op het voorkomen van armoede middels een goed participatie- en minimabeleid, een integrale aanpak vanuit de diverse beleidsterreinen en samenwerking met ketenpartners.
Hoofstuk 2. Kosten, die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen
Indien de aflossing van de lening, bedoeld in het derde lid, hoger is dan de door de KBL gehanteerde maximale aflossingscapaciteit, wordt voor het meerdere bedrag suppletie verstrekt. Indien het inkomen van belanghebbende hoger is dan voor hem geldende bijstandsnorm wordt de suppletie verminderd met het meerinkomen.
Indien voor de noodzakelijke kosten van woninginrichting een lening bij KBL niet mogelijk is, wordt er bijzondere bijstand in de vorm van een lening verstrekt.
De aflossing van de leenbijstand wordt voor de duur van 36 maanden vastgesteld op 6% tot 10% van de geldende bijstandsnorm. Het restant van de leenbijstand wordt na verloop van drie jaren als bijstand om niet verleend voor zover tot dat tijdstip aan de verplichtingen tot aflossing is voldaan.
Indien het inkomen van belanghebbende hoger is dan de voor hem geldende bijstandsnorm wordt de aflossing vermeerderd met het meerinkomen.
Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden
In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregels betreffende, waarin deze niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen ingeval van onbillijkheid of klaarblijkelijke hardheid, afwijken van de in deze beleidsregels opgenomen bepalingen.
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels bijzondere bijstand OGGZ-doelgroep”.
Aldus besloten door Burgemeester en Wethouders van de Maastricht in hun vergadering van 19 december 2006.
Toelichting: Beleidsregels bijzondere bijstand OGGZ-doelgroep
Bij collegebesluit van 4 juli 2006 is het “Armoedeplan 2006-2010” vastgesteld. In het armoedeplan heeft het college het uitgangspunt opgenomen dat het college nadruk legt op het voorkomen van armoede middels een goed participatie- en minimabeleid, een integrale aanpak vanuit de diverse beleidsterreinen en samenwerking met ketenpartners. Ook heeft het college besloten om op korte termijn beleidsregels in te voeren voor de doelgroep van de maatschappelijke opvang ter ondersteuning van de doorstroom naar zelfstandige huisvesting.
De beleidsregels hebben als voordeel dat voor aanvragen bijzondere bijstand voor de kosten van de waarborgsom, 1e huur en inrichtingskosten de beoordeling wordt vereenvoudigd en gestandaardiseerd. Daarnaast ondersteunen deze beleidsregels de hulpverlening.
Sedert begin 2006 wordt ter bevordering van de doorstroom vanuit de OGGZ- instellingen gewerkt met de methodiek en werkwijze van Housing Accomodations. Housing Accomodations - OGGZ biedt de cliënten van de maatschappelijke opvang ondersteuning in het verkrijgen van zelfstandige huisvesting. Ook wordt binnen Housing Accomodations gekeken welke woonbegeleiding na de zelfstandige huisvesting moet worden geboden.
Omdat door deze methodiek de begeleiding van de belanghebbende is gegarandeerd, zijn de beleidsregels van toepassing op de deelnemers van deze methodiek.
Beleidsregels zijn niet van toepassing op de deelnemers van Housing Accomodations – GGZ.
De beleidsregels zijn niet van toepassing op personen die beschikken over een inkomen hoger dan 110% van de bijstandsnorm of beschikken over een vermogen hoger dan de vermogensgrens van de WWB.
Sommige verhuurders vragen bij aanvang van het huurcontract een waarborgsom. Op grond van art. 48, lid 2, sub c WWB dient de bijzondere bijstand voor deze kosten worden verstrekt in de vorm van een geldlening, omdat betrokkene de waarborgsom op een later moment weer terugontvangt.
In het kader van het vereenvoudigen en standaardiseren van regels wordt deze bijzondere bijstand om niet verstrekt.
Voor de kosten van de eerste huur wordt in de regel geen bijzondere bijstand verstrekt. De toekenning is afhankelijk van de situatie voorafgaande aan de zelfstandige huisvesting. Ook hier wordt voorgesteld om ter ondersteuning van de individuele maatwerkregeling de bijzondere bijstand te vereenvoudigen en te standaardiseren en de kosten van de eerste netto huur om niet te verstrekken.
Voor inrichtingskosten geldt een lening bij de Kredietbank als voorliggende voorziening. Pas wanneer de Kredietbank geen lening of te lage lening verstrekt, kan er bijstand worden verstrekt in de vorm van een borgtocht, een lening of bijstand om niet. Deze beleidsregels zijn in verband met de rechtsgelijkheid conform de werkwijze bij andere doelgroepen. De hoogte van de noodzakelijke kosten voor totale inrichting worden conform raadsnota 9-11-2004 gemaximeerd.
De bijzondere bijstand wordt niet vrijblijvend verstrekt. Er kunnen andere verplichtingen worden verbonden aan de toekenning. In de regel zal hierbij de voorwaarde verbonden worden dat belanghebbende dient mee te werken aan de maatwerkregeling in het kader van het project Housing Accomodations danwel het nazorg- en resocialisatietraject veelplegers. Bij personen met schulden zal tevens de voorwaarde worden opgelegd dat belanghebbende dient mee te werken aan een schuldenregeling cq WSNP-traject.
In het kader van het vereenvoudigen van de aanvraagprocedure wordt de bijzondere bijstand voor de waarborgsom en eerste netto huur bij uitkeringsgerechtigden na ontvangst van de woningtoewijzing ambtshalve toegekend.
Ter voorkoming van een onjuiste besteding van de bijzondere bijstand wordt de waarborgsom en eerste netto huur rechtstreeks overgemaakt aan de verhuurder. Bij de bijzondere bijstand voor woninginrichting kan gelet op het feit dat het hier om relatief grote verstrekkingen gaat, gekozen worden voor termijnuitbetalingen.
Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden
Dit besluit beoogt de doorstroom vanuit de OGGZ-instellingen te bevorderen. Indien zich in de praktijk situaties voordoen welke niet gelijk zijn doch naar strekking vergelijkbaar zijn aan de beschreven situaties in dit besluit, dan kan BenW hierover een besluit nemen.