Organisatie | Heerde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heerde 2011 |
Citeertitel | Verordening beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heerde 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Begraafplaatsen Raadsvoorstel.pdf |
Geen.
Gemeentewet, art. 35 en art. 149
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2011 | nieuwe regeling | 31-01-2011 Schaapskooi, 08-02-2011 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Heerde;
gelezen het voorstel van het college d.d. 14 december 2010;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
De Verordening beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heerde vast te stellen;
De verordening beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heerde, vastgesteld op 6 mei 2009 in te trekken met ingang van de inwerkingtreding van de nieuwe verordening.
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a."begraafplaats": de gemeentelijke begraafplaatsen gelegen aan:
1. de Kamperweg/Zuppeldseweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie k, nr. 5771;
2. de Meester Nijhoffstraat/Zuppeldseweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie K, nr. 5782;
3. de Elburgerweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie I, nr. 426 (begraafplaats "Engelmanskamp");
4. de Kwartelweg/Grote weg te Wapenveld, op het perceel kadastraal bekende gemeente Heerde, sectie C, nr. 5275.
b. eigen graf: een graf of grafkelder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
c. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden
tot het doen begraven van lijken namens de gemeente;
d. een kindergraf: een algemeen of eigen graf waarin gelegenheid wordt geboden tot
het doen begraven van lijken van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar,
e. eigen urnengraf: een graf of grafkelder waarvoor aan een
natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en
bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
f. eigen urnennis: een element in een colombarium, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van twee asbussen met of zonder urn;
g. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder
gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
h. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
i. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
j. verstrooiveld: een permanent daartoe bestemde plaats waarop as wordt verstrooid;
k. grafbedekking: gedenkteken, grondplaten, grafomranding en grafbeplanting op een graf;
l. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de
begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;
m. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een eigen graf, een eigen kindergraf, een eigen urnengraf of eigen urnennis.
De begraafplaatsen zijn bestemd voor:
Het verstrooien van as van personen, die bij hun leven behoorden of hebben behoord tot de werkelijke bevolking van de gemeente Heerde, alsmede de as van hun echtgenote of levenspartner, met dien verstande dat dit slechts geldt voor de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen begraafplaats.
Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats.
1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.
2. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden met uitzondering van gehandicaptenvoertuigen en voertuigen die gebruikt worden voor de uitvoering van een begrafenis of bezorging van as of het vervoer van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden mits deze voertuigen:
A. op de daartoe aangewezen rijwegen rijden, tenzij afwijking hiervan noodzakelijk is voor een begrafenis of bezorging van as of voor het vervoer van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;
B. niet sneller dan 10 km per uur rijden;
3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a. van het tweede lid.
4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.
6. Het is verboden op de begraafplaatsen niet aangelijnde honden mee te nemen.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging.
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging.
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, mondeling of schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Artikel 8 Openen van graven en het bijzetten van asbussen.
1. Alleen van gemeentewege geschiedt, tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor ingevolge de verordening op de heffing en invordering van rechten voor de begraafplaats verschuldigde bedrag, :
A. het openen van graven en grafkelders;
B. het verwijderen van grafbedekking op graven, in verband met begrafenissen;
C. het bijzetten in en het verwijderen van asbussen uit graven;
D. Het opgraven van lijken en het verwijderen van asbussen uit graven, met het doel deze in respectievelijk op een ander graf op de begraafplaats te herbegraven respectievelijk opnieuw bij te zetten.
2. Het graven van grafruimten vindt, behoudens het bepaalde in het volgende lid, uitsluitend plaats door de beheerder en personeel van de begraafplaats.
3. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van het voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als een werkdag. Zij dienen de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven.
Artikel 12 Indeling begraafplaatsen.
Elke begraafplaats wordt verdeeld in vakken. De vakken worden verdeeld in afdelingen waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen eigen graven, eigen kindergraven en algemene graven en, voor zover van toepassing op de begraafplaats, eigen urnengraven, algemene urnengraven en eigen urnennissen. Elk vak wordt in genummerde graven c.q. nissen verdeeld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten.
1. Het recht op een eigen graf of nis kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende op naam van een ander dan de vorengenoemde personen is alleen mogelijk als daarvoor gewichtige redenen bestaan.
2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf of nis worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. De aanvraag hiertoe moet worden gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is alleen mogelijk als daarvoor gewichtige redenen bestaan.
3. Als na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, vervalt het recht op het eigen graf of nis zonder dat de gemeente tot enige vergoeding gehouden is.
4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf of nis alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.
Artikel 19 Vergunning grafbedekking.
1. Voor het hebben van een grafbedekking, waaronder in elk geval gedenktekenen worden begrepen, is een schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.
2. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast omtrent:
-de wijze waarop de vergunning wordt aangevraagd;
-de afmetingen, het uiterlijk aanzien, de duurzaamheid, de deugdelijkheid van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen daarvan.
3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.
4. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren als:
Niet blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen blijven gedurende twaalf weken beschikbaar voor de rechthebbende als deze daartoe van tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 21 Tijdelijk wegnemen van grafbedekking.
De rechthebbenden op een eigen graf zijn verplicht toe te staan, dat de daarop zich bevindende gedenktekenen dan wel voorwerpen tot het daarin plaatsen van asbussen worden weggenomen of verplaatst voor zolang dit ter begraving van lijken respectievelijk bijzetting van asbussen in de nabijheid van een graf of om andere redenen, noodzakelijk is.
Het onderhoud van de graven en de grafbedekking geschiedt door de gemeente tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor volgens de verordening op de heffing en invordering van rechten voor de begraafplaats verschuldigde bedrag. Na het sluiten van de begraafplaats is de gemeente niet gehouden dit onderhoud voort te zetten.
Als het in het eerste lid van dit artikel bedoelde bedrag binnen twee jaar na de vervaldag niet invorderbaar blijkt vervalt het uitsluitend recht genoemd in artikel 10, tweede lid, voor het desbetreffende graf tenzij de rechthebbende zijn bewijs van onvermogen kan tonen, afgegeven door de burgemeester van zijn woonplaats.
Hoofdstuk VIII Slotbepalingen.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Hij die handelt in strijd met de verbodsartikelen in deze verordening genoemd, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste de tweede categorie en/of openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.