Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Regeling inzake de instelling, doelstelling, taken, samenstelling en werkwijze van de Commissie Integratie en Mondialisering Maastricht 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling inzake de instelling, doelstelling, taken, samenstelling en werkwijze van de Commissie Integratie en Mondialisering Maastricht 2003
CiteertitelRegeling Commissie Integratie en Mondialisering Maastricht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-03-200401-01-2004Nieuwe regeling

16-12-2003

Gemeenteblad 2004, C. no 19

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling inzake de instelling, doelstelling, taken, samenstelling en werkwijze van de Commissie Integratie en Mondialisering Maastricht 2003

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,

 

overwegende het uitgangspunt dat in onze wereld een mondialiseringsproces plaatsvindt, dat belangrijke gevolgen heeft voor iedere lokale samenleving;

 

overwegende dat de gemeente Maastricht een integratiebeleid voert, gericht op een multiculturele duurzame samenleving, waarbij het beleid waar mogelijk aansluit op initiatieven van burgers en

 

gelet op het bepaalde in artikel 84 van de Gemeentewet

 

BESLUITEN:

 

Vast te stellen de “Regeling inzake de instelling, doelstelling, taken, samenstelling en werkwijze van de Commissie Integratie en Mondialisering Maastricht 2003”.

Artikel 1. Instelling

Burgemeester en wethouders stellen de Commissie Integratie en Mondialisering Maastricht, verder te noemen CIMM in.

Artikel 2.Doelstelling
  • 1.

    De CIMM heeft ten doel een bijdrage te leveren aan het scheppen van een positief klimaat waardoor allochtone en autochtone Maastrichtenaren in harmonie met elkaar samenleven, waarin iedereen gelijke kansen heeft zich te ontplooien en waarin in gezamenlijkheid wordt gewerkt aan integratie, mondialisering en de multiculturele samenleving .

  • 2.

    Ter verwezenlijking van deze doelstelling stimuleert de CIMM:

    • a.

      Burgers en beleidsmakers van Maastricht tot activiteiten op het terrein van integratie en mondiaal beleid.

    • b.

      De bewustwording bij Maastrichtenaren ten aanzien van de multiculturele samenleving.

    • c.

      Burgers om actief en positief bij te dragen aan de multiculturele samenleving.

Artikel 3.Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De CIMM telt dertien leden, waaronder een onafhankelijke voorzitter.

  • 2.

    Bij de samenstelling wordt rekening gehouden met:

    • a.

      een afspiegeling van de pluriformiteit en diversiteit van de burgers in de Maastrichtse samenleving;

    • b.

      een grote variatie in kennis van de beleidsterreinen integratie, mondialisering en de multiculturele samenleving.

  • 3.

    Zowel de voorzitter als de leden dienen te voldoen aan een door burgemeester en wethouders opgesteld profiel, respectievelijk voor de voorzitter en voor de leden.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de CIMM worden benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 5.

    De CIMM wijst uit haar midden een vice-voorzitter en een secretaris aan.

  • 6.

    Indien de CIMM minder dan 13 leden telt, stellen burgemeester en wethouders iedereen die voor de vervulling van een zetel in de CIMM in aanmerking wenst te komen via een openbare oproep in de gelegenheid zich kandidaat te stellen.

  • 7.

    Alle CIMM leden, inclusief de voorzitter, hebben een zittingsperiode van vier jaar en kunnen zich daarna 1 keer opnieuw kandidaat stellen voor het lidmaatschap.

  • 8.

    Hierna treedt elk lid af volgens een door de CIMM opgesteld rooster van aftreden. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.

  • 9.

    Burgemeester en wethouders kunnen, de CIMM gehoord, bij een met redenen omkleed besluit de voorzitter of een lid ontslaan.

Artikel 4.Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De CIMM draagt zorg voor het gevraagd en ongevraagd adviseren van burgemeester en wethouders over aangelegenheden die zich richten op het totale gebied van integratie, mondialisering en de multiculturele samenleving.

  • 2.

    De CIMM draagt bij aan het op adequate wijze onder de aandacht brengen bij het Maastrichtse publiek van activiteiten en/of acties in het kader van integratie, mondialisering en de multiculturele samenleving, alsmede het initiëren en stimuleren van dergelijke activiteiten en/of acties.

  • 3.

    De CIMM draagt zorg voor het agenderen bij het stadsbestuur en politieke organisaties van relevante vraagstukken met betrekking tot integratie, mondialisering en de multiculturele samenleving.

  • 4.

    De CIMM draagt zorg voor de organisatie van themadebatten met relevante partijen.

Artikel 5.Informatie van burgemeester en wethouders

  • 1.

    In het geval dat burgemeester en wethouders in een voorstel afwijken van het advies van de CIMM wordt dit in het voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken.

  • 2.

    In het geval dat burgemeester en wethouders beslissen in afwijking van het advies van de CIMM, worden de redenen daarvan aan de CIMM meegedeeld.

  • 3.

    Door of vanwege burgemeester en wethouders wordt – op basis van een formele werkafspraak – zorggedragen, dat van gemeentewege aan de CIMM tijdig de nodige informatie, eventueel met aanduiding van het vertrouwelijke karakter, wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de CIMM.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1.

    De CIMM onderhoudt formele en informele contacten met relevante partijen om voeling te houden met wat er speelt in de Maastrichtse samenleving op het gebied van integratie, mondialisering en de multiculturele samenleving.

  • 2.

    De CIMM vergadert tenminste zes keer per jaar en voorts wanneer burgemeester en wethouders daarom verzoeken.

  • 3.

    De CIMM stelt een agendacommissie in die de vergaderingen met behulp van ambtelijke ondersteuning voorbereidt.

  • 4.

    De voorzitter geeft op basis van een jaarplanning en vergaderschema tenminste een week van te voren aan de leden kennis van de dag, uur en plaats van de vergadering. Gelijktijdig doet hij de leden de agenda toekomen.

  • 5.

    De vergaderingen worden in het openbaar gehouden, tenzij de CIMM uitdrukkelijk anders bepaalt.

  • 6.

    De CIMM is bevoegd andere personen te raadplegen en tot het bijwonen van de vergadering uit te nodigen.

  • 7.

    De CIMM is bevoegd een of meer werkgroepen te vormen, waarvan ook personen niet lid zijnde van de CIMM deel kunnen uitmaken.

  • 8.

    De CIMM kan een huishoudelijk reglement vaststellen voor haar vergaderingen, dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met deze verordening.

Artikel 7.Besluitvorming
  • 1.

    Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen in een vergadering waarin de meerderheid der leden aanwezig is.

  • 2.

    Stemmen over zaken geschiedt mondeling tenzij de meerderheid der aanwezige leden om schriftelijke stemming verzoekt.

  • 3.

    Stemmen over personen geschiedt schriftelijk via gesloten en ondertekende briefjes.

  • 4.

    Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht verworpen te zijn, bij staking van stemmen over personen vindt herstemming in een volgende vergadering plaats, na opnieuw staken van stemmen beslist het lot.

Artikel 8. Ondersteuning

  • 1.

    De CIMM wordt in adviserende zin bijgestaan door de daartoe afhankelijk van het te behandelen onderwerp door of namens burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders doen zorgdragen voor secretariële ondersteuning aan de CIMM.

  • 3.

    De voorzitter en de overige leden van de CIMM ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de CIMM een vergoeding overeenkomstig het bepaalde in de thans geldende “Verordening geldelijke voorziening commissieleden”.

Artikel 9. Planning en evaluatie

  • 1.

    De CIMM zorgt voor de realisatie van het door haar opgestelde jaarplan en de begroting waarin zij aangeeft waar zij in dat jaar de prioriteiten legt ten aanzien van de taken zoals genoemd in artikel 4. Dit plan stuurt zij voorafgaand aan het jaar waarop dit plan van toepassing is ter kennisname toe aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Jaarlijks voor 1 mei zendt de CIMM aan burgemeester en wethouders een verslag van haar werkzaamheden over het afgelopen kalenderjaar.

  • 3.

    De CIMM evalueert elke 3 jaar haar taakinvulling, de door haar uitgevoerde werkzaamheden en de daarmee beoogde resultaten. Hiertoe brengt zij voor 1 mei in het jaar volgend op genoemde periode een rapport uit aan burgemeester en wethouders.

Artikel 10.Overgang en slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2004.

  • 2.

    Op de datum van inwerkingtreding van deze regeling vervalt de “Verordening tot regeling van de taak, samenstelling en werkwijze van de Commissie Mondiaal Beleid Maastricht”, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 22 maart1988; en de “Verordening regelende de instelling, de samenstelling, taken en werkwijze van de Commissie Integratie Allochtonen Maastricht 1998”, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 24 november 1998.

  • 3.

    Wijzigingen in c.q. opheffing van deze regeling kunnen uitsluitend worden aangebracht c.q. geschieden bij besluit van burgemeester en wethouders, de CIMM gehoord.

  • 4.

    In afwijking van het gestelde in artikel 3 bestaat de CIMM bij aanvang uit zes leden afkomstig van de Commissie Integratie Allochtonen Maastricht (CIAM), zes leden uit de Commissie Mondiaal Beleid Maastricht (CMBM) en een te werven onafhankelijk voorzitter.

  • 5.

    In alle gevallen, waarin het bepaalde in deze regeling niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de CIMM.

  • 6.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling Commissie Integratie en Mondialisering Maastricht”.

 

Aldus besloten door Burgemeester en wethouders van Maastricht in haar vergadering van 16 december 2003.

 

De Secretaris,

Mevr. Mr. A. Smeets.

 

De Burgemeester,

Drs. G. Leers.

 

Toelichting op regeling CIMM:

Artikel 3, lid 2:

Met afspiegeling wordt bedoeld dat de CIMM leden een goede balans vertonen tussen allochtone en autochtone leden, mannen en vrouwen, jong en oud, etc.

Artikel 3, lid 3:

Profiel voorzitter en leden:

De CIMM leden dienen aan het volgende te voldoen:

  • a.

    interesse en/of ‘feeling’ voor (aspecten van) het integratiebeleid en/of mondiale bewustwording/de multiculturele samenleving;

  • b.

    een goed politiek of maatschappelijk netwerk op de verschillende expertisegebieden;

  • c.

    goede communicatieve vaardigheden;

  • d.

    een pro actieve/initiërende houding ten aanzien van integratie en/of mondiale vraagstukken;

  • e.

    een onafhankelijke opstelling ten opzichte van migranten- en vluchtelingenorganisaties; niet gouvermentele organisaties en het Mondiaal Centrum, maar wel affiniteit hebbend voor deze geledingen van de Maastrichtse samenleving.

De voorzitter dient aan het volgende te voldoen:

  • f.

    een ruime bestuurlijke ervaring;

  • g.

    een onafhankelijke houding;

  • h.

    goed ingewerkt in maatschappelijke vraagstukken op het gebied van integratie, mondialisering en de multiculturele samenleving;

  • i.

    een strategisch denker die beschikt over inzicht in bestuurlijke en politieke verhoudingen;

  • j.

    leiding kunnen geven aan de CIMM bij het formuleren van bruikbare adviezen.

Artikel 4, lid 1:

Integratie is een veelomvattend gegeven met verschillende dimensies, waaronder de sociaal-structurele dimensie (werk, inkomen, onderwijs); de sociaal-culturele dimensie (beeldvorming, interetnische contacten en culturele uitingen); de politieke dimensie (participatie). Ook de samenstellende elementen van burgerschap zijn in het integratiebeleid terug te vinden in de drieslag ‘toerusting’ (men beschikt over de vaardigheden die nodig zijn om een zelfstandig bestaan op te bouwen), ‘toenadering’ (de bereidheid tot wederzijdse acceptatie op basis van gemeenschappelijke waarden en normen) en ‘toegankelijkheid’ (de instellingen van de samenleving staan in gelijke mate open voor allochtone en autochtone burgers).

Ook mondialisering en multiculturalisering zijn veelomvattende concepten waarin het belang van internationale samenwerking, duurzaamheid, milieubewustzijn en de verschillende culturen in de (wereld)samenleving onder de aandacht van de burgers moeten worden gebracht.

Artikel 4, lid 3:

Bedoeld wordt met partijen zoals scholen, welzijnsinstellingen, sportverenigingen, horeca, werkgeversorganisaties, kennisinstellingen zoals de Universiteit Maastricht en Hogeschool Zuyd, etc. over thema’s zoals Maastricht als multiculturele stad, bevordering van politieke participatie van allochtone Maastrichtenaren, culturele diversiteit in Maastricht, sport en cultuur als brug tussen verschillende culturen, Maastricht en de kracht van diversiteit, multicultureel bouwen en wonen, Maastricht en de wereld, etc.

 

Artikel 4, lid 4:

 

Het gaat hier om vraagstukken die een oplossing behoeven, dan wel vraagstukken die bij bepaalde culturen in de taboesfeer zitten (zoals eerwraak bij bepaalde culturen; de emancipatie en acceptatie van homoseksuelen; de emancipatie van de vrouw); discriminatie van allochtone jongeren in het uitgaansleven; ouderparticipatie bij allochtone ouders; scholing en opleiding van allochtone jongeren; etc.

 

Artikel 6, lid 1:

 

Met relevante partijen wordt bedoeld:

  • a.

    betrokken burgers, wijk- en buurtraden, vrijwilligersorganisaties (inclusief zelforganisaties, met name de allochtone jongerenorganisaties en het multicultureel jongerenkenniscentrum);

  • b.

    het stadsbestuur, de Ouderen- en Jongerenraad;

  • c.

    maatschappelijke en professionele instellingen.