Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van woonschepenrechten 2011 |
Citeertitel | Verordening woonschepenrechten 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | verordening woonschepenrechten 2011 |
Geen
Artikel 229 lid 1 letter a en b, Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe (geactualiseerde) regeling | 16-12-2010 Verzameling belasting- en retributieverordeningen | VR 123/2010 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woonschepen schepen, welke voortdurend of nagenoeg voortdurend als woning worden gebezigd of daartoe bestemd zijn.
De rechten worden geheven van de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner voor de toepassing van dit artikel moet worden aangemerkt, wordt bepaald naar omstandigheden.
Voor het hebben van een ligplaats met een woonschip is verschuldigd per m2 ingenomen wateroppervlakte:
per week € 0,1585 met een minimum van € 9,51 per woonschip;
per maand € 0,634 met een minimum van € 38,04 per woonschip;
per jaar € 7,608 met een minimum van € 456,48 per woonschip.
Voor de berekening van de verschuldigde rechten gelden de navolgende bepalingen:
Indien de belastingplichtige met zijn woonschip uit de gemeente vertrekt voor het verstrijken van de termijn, waarvoor de rechten zijn betaald, wordt teruggave verleend van het te veel betaalde, indien de belastingplichtige daartoe een aanvraag doet. De teruggave wordt berekend naar het aantal weken, dat na het vertrek in de maand of het jaar, waarvoor de rechten zijn betaald, overblijft. Het bedrag van de teruggave is gelijk aan het verschil tussen het betaalde bedrag en het bedrag, dat zou zijn betaald, indien het weektarief was toegepast.
De rechten worden niet geheven voor het hebben van een ligplaats met een woonschip krachtens een privaatrechtelijke overeenkomst.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in zes gelijke tweemaandelijkse termijnen; de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand als vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet, echter indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, moeten de rechten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de woonschepenrechten.
In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van woonschepenrechten in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 16 december 2010.