Organisatie | Drimmelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2011-II |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2011-II |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Beleidsregels Wmo Drimmelen 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-05-2011 | 01-01-2011 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 03-05-2011 't Carillon, 6 mei 2011 | Onbekend |
Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.
Omvang van de eigen bijdragen voor diverse voorzieningen:
Het inkomen, genoemd in dit besluit in verband met het toekennen van voorzieningen, de berekening van eigen bijdragen, gebruikelijke bijdragen en hoogte van financiële tegemoetkomingen, is het gezamenlijke bruto jaarinkomen van 2 jaar voor de datum van de aanvraag. Dus voor een aanvraag in 2011, wordt gerekend met het gezamenlijke bruto jaarinkomen uit 2009.
De gezamenlijk bruto jaarinkomens genoemd in kolom 3 zijn gelijk aan 120% van het voor de doelgroep geldende het sociaal minimum.
De vergoeding voor het bezoekbaar maken van een woning zoals bedoeld in artikel 19 van de Verordening wordt bepaald door de kosten van de goedkoopst compenserende aanpassingen, die door de gemeente worden vastgesteld, met een maximum van € 15.000. De vergoeding wordt door de gemeente aan de eigenaar van de te bezoeken woning uitbetaald, na overleg van facturen van de gerealiseerde aanpassingen.
Aanvragers met een gezamenlijk inkomen tussen 120% en 150% van het sociaal minimum komen in aanmerking voor de helft (€ 7.500,-) van de genoemde vergoeding voor het bezoekbaar maken van een woning. Aanvragers met een hoger inkomen, komen niet in aanmerking voor een dergelijke vergoeding. Genoemde inkomensgrenzen staan vermeld in artikel 7 lid 4 van dit besluit.
De hoogte van de vergoeding wordt aan het CAK doorgegeven voor berekening en inning van een mogelijke eigen bijdrage, zie artikel 5 van dit besluit. Aanvragers met een gezamenlijk inkomen tussen 120% en 150% van het sociaal minimum komen in aanmerking voor de helft van de genoemde vergoeding van stofferingkosten. Aanvragers met een hoger inkomen, komen niet in aanmerking voor een dergelijke vergoeding. Genoemde inkomensgrenzen staan vermeld in artikel 7 lid 4 van dit besluit.
In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten van keuring door het Liftinstituut (50%) en de kosten van de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma (eveneens 50%)
Tabel onderhoud van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen
Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:
§ 50% voor installaties geplaatst buiten de woning
§ 50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen
§ 50% voor installaties uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk elektrisch weg klapbare raildelen.
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 6.926,- is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden na de eerste maand huurderving die niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.
De eigenaar-bewoner, die krachtens de Verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van tien jaren na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden binnen een week na het passeren van de akte, het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan, dient geheel of gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald tot maximaal het door de gemeente betaalde bedrag voor betreffende voorzieningen.
In alle gevallen minus het percentage van de kosten van getroffen voorzieningen, dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.
De inkomensgrenzen waarboven gebruik van het collectief vervoer, aanpassings-, gebruiks-, en onderhoudskosten voor een vervoermiddel zoals auto of met een auto vergelijkbare voorzieningen niet of niet geheel voro verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 25 van de Verordening worden als volgt vastgesteld.
Zolang er voor deelnemers aan het collectief vervoer nog geen vervoersbudget van toepassing is, komen aanvragers met een gezamenlijk inkomen tussen 120% en 150% van het sociaal minimum voor de volledige vergoeding van de vervoerskosten in aanmerking. Hierbij is de aanvrager een eigen vervoersbijdrage verschuldigd, conform artikel 19 van dit besluit.
Reeds toegekende vergoedingen voor gebruik van het collectief vervoer en aanpassings-, gebruik,- en onderhoudskosten voor een vervoermiddel zoals auto of met een auto vergelijkbare voorzieningen, blijven ongewijzigd. Voor nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2011 zullen bovenstaande artikelen toegepast worden.
Het bedrag dat verstrekt wordt voor het gebruik van een (eigen) auto, waarbij gebruik gemaakt zou kunnen worden van het collectief vervoer, wordt vastgesteld op maximaal € 366,- per jaar. Deze vergoeding wordt enkel verstrekt aan aanvragers met een gezamenlijk inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Aanvragers met een gezamenlijk inkomen tussen 120% en 150% van het sociaal minimum komen in aanmerking voor de helft van deze vergoeding (€ 183,-). Aanvragers met een hoger inkomen, komen niet in aanmerking voor een dergelijke vergoeding. Genoemde inkomensgrenzen staan vermeld in artikel 7 lid 4 van dit besluit.
Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi, indien de aanvrager geen gebruik kan maken van het collectief vervoer, bedraagt maximaal € 1.009,- op declaratiebasis. Deze vergoeding wordt enkel verstrekt aan aanvragers met een gezamenlijk inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Aanvragers met een gezamenlijk inkomen tussen 120% en 150% van het sociaal minimum komen in aanmerking voor maximaal de helft van deze vergoeding (€ 757,-). Aanvragers met een hoger inkomen, komen niet in aanmerking voor een dergelijke vergoeding.
Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt maximaal € 1.514,- op declaratiebasis. Deze vergoeding wordt enkel verstrekt aan aanvragers met een gezamenlijk inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Aanvragers met een gezamenlijk inkomen tussen 120% en 150% van het sociaal minimum komen in aanmerking voor maximaal de helft van deze vergoeding (€ 757,-). Aanvragers met een hoger inkomen, komen niet in aanmerking voor een dergelijke vergoeding.
Voor zover geen gebruik kan worden gemaakt van het collectief vervoer, kunnen kosten van het gebruik van de eigen auto worden vergoed op basis van de gehanteerde kilometervergoeding door de belastingdienst tot maximaal € 570,-. Deze vergoeding wordt enkel verstrekt aan aanvragers met een gezamenlijk inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Aanvragers met een gezamenlijk inkomen tussen 120% en 150% van het sociaal minimum komen in aanmerking voor maximaal de helft van deze vergoeding (€ 285,-). Aanvragers met een hoger inkomen, komen niet in aanmerking voor een dergelijke vergoeding.
Reeds toegekende vergoedingen voor gebruik van het collectief vervoer en aanpassings-, gebruik,- en onderhoudskosten voor een vervoermiddel zoals auto of met een auto vergelijkbare voorzieningen, blijven ongewijzigd. Voor nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2011 zullen bovenstaande artikelen toegepast worden.
Indien beide samenwonenden/gehuwden in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening en artikel 17, onder lid 3 t/m 7 van dit Besluit, bedraagt de hoogte van de financiële tegemoetkoming per persoon maximaal 75% van het normbedrag als bedoeld in artikel 17 van dit besluit.
Indien het gezamenlijke bruto jaarinkomen van de aanvrager hoger is dan 150% van het sociaal minimum, dan bedraagt het bedrag aan vergoeding voor het gebruik van de rolstoeltaxi maximaal het verschil tussen de kosten van de rolstoeltaxi en de kosten van de normale taxi. Per jaar mag maximaal € 492,- gedeclareerd worden.
Het vervoerssysteem Regiotaxi, wordt in de gemeente Drimmelen nog uitgevoerd onder de naam Deeltaxi. Voor de in artikel 22 onder a van de Verordening vermelde algemene vervoersvoorziening gelden de volgende bepalingen:
voor elke rit binnen het vervoersgebiedis een eigen vervoersbijdrage verschuldigd conform het openbaar vervoer gebaseerd op een instaptarief van 1 zone vermeerderd met een tariefseenheid per gereisde zone. Het totaal verschuldigde bedrag dient bij aanvang van de taxirit aan de chauffeur te worden betaald;
een aanvrager kan zich door één begeleider laten vergezellen. Voor de begeleider is, tot 1 juli 2011, hetzelfde tarief als dat van de aanvrager van toepassing. Echter als de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is, is het vervoer van de begeleider gratis. Vanaf 1 juli 2011 bedraagt het tarief voor de sociale begeleiders van Wmo vervoer en seniorenvervoer per 1 juli 2011 het dubbele tarief voor Wmo-vervoer (€ 1,10 per zone).
h. ingaande de 6e openbaar vervoerzone is, vanaf 1 juli 2011, het tarief van € 4,25 per zone verschuldigd door alle reizigers;
1. Het maximale persoonsgebonden budget voor een voorziening bestemd voor verplaatsing in en om de woning, waaronder rolstoel, scootermobiel en fietsen in bijzondere uitvoeringwordt vastgesteld
Aanvragers met een inkomen boven 150% van het sociaal minimum zullen geen PGB ontvangen voor een voorziening bestemd voor verplaatsing in en om de woning, met uitzondering van rolstoelvoorzieningen. Een aanvrager met een dergelijk inkomen dient zelf deze voorziening aan te schaffen of huurprijs zelf te voldoen
1. Indien een scootmobiel aan een aanvrager wordt toegekend of een PGB hiervoor, is een gebruikelijke bijdrage van toepassing. Voor 2011 is de gebruikelijke bijdrage als volgt vastgesteld:
Voor reeds in bruikleen verstrekte scootmobielen, waarvoor een besparingbijdrage in rekening is gebracht, zal geen gebruikelijke bijdrage worden gerekend. Indien binnen de termijn van de genoemde gebruiksduur van een scootmobiel een herverstrekking plaatsvindt, wordt de besparingsbijdrage over de resterende gebruiksduur gerestitueerd. Vanaf het moment van herverstrekking zal dan een gebruikelijke bijdrage in rekening gebracht worden.
1. Indien een fiets in bijzondere uitvoering aan een aanvrager wordt toegekend of een PGB hiervoor, is een gebruikelijke bijdrage van toepassing. Voor 2011 is de maandelijkse gebruikelijke bijdrage voor fietsen in bijzondere uitvoering als volgt vastgesteld:
De gebruikelijke bijdragen zullen door de gemeente 3 maandelijks bij de ontvanger van een fiets in speciale uitvoering in rekening worden gebracht. De aanvrager draagt zorg voor betaling aan de gemeente. Indien betaling achterwege blijft, kan de gemeente over gaan tot terugvordering van de voorziening of PGB.
Voor reeds in bruikleen verstrekte fietsen in bijzondere uitvoering, waarvoor een besparingbijdrage in rekening is gebracht, zal geen gebruikelijke bijdrage worden gerekend. Indien binnen de termijn van de genoemde gebruiksduur van een fiets in bijzondere uitvoering een herverstrekking plaatsvindt, wordt de besparingsbijdrage over de resterende gebruiksduur gerestitueerd. Vanaf het moment van herverstrekking zal dan een gebruikelijke bijdrage in rekening gebracht worden.
Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als een PGB en bedraagt maximaal € 2.432,-, welk bedrag bedoeld is voor de kosten van de aanschaf, reparatie en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar. Aanvragers met een gezamenlijk inkomen tussen 120% en 150% van het sociaal minimum komen in aanmerking voor maximaal de helft van dit PGB (€ 1.216,-). Aanvragers met een hoger inkomen, komen niet in aanmerking voor een PGB voor een sportrolstoel.
De volgende voorzieningen worden niet door de gemeente Drimmelen verstrekt of vergoed omdat ze ruim en voor iedereen verkrijgbaar zijn binnen de reguliere detailhandel en daarmee als algemeen gebruikelijk zijn aan te merken.
Verhoogd toilet (door hoge toiletpot of losse verhoger)
Gelijkvloerse- of daarmede gelijkgestelde woning
Betreft een woning met woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer, die zonder traplopen bereikbaar zijn, eventueel met een liftvoorziening. Binnen deze woningen zijn bovenstaande zaken algemeen gebruikelijk, aangevuld met:
Overbrugbare drempels ten aanzien van de toegang tot de woning en de verschillende ruimtes
Overbrugbare drempels ten aanzien van toegang bergruimte