Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Telecommunicatieverordening Den Haag |
Citeertitel | Telecommunicatieverordening Den Haag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 1999/02 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-1999 | 01-02-2011 | nieuwe regeling | 20-05-1999 Posthoorn/Stadskrant, 31-05-1999 | rv 106 1999 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen:
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden
Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college.
Artikel 3 Melding werkzaamheden
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college door de aanbieder binnen vier weken nadat het college de melding heeft ontvangen, in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de betreffende gedoogplichtige door middel van een schriftelijk stuk dat is ondertekend door de betreffende gedoogplichtige.
Artikel 5 Zakelijk karakter instemmingsbesluit
Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.
De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden.
Het college kan in een instemmingsbesluit bepalen dat indien vanwege dreigend gevaar voor de omgeving door of vanwege kabels dan wel het stagneren van de werking van kabels, het onverwijld uitvoeren van werkzaamheden aan kabels in de openbare grond vergt, en een instemmingsbesluit daaromtrent niet kan worden afgewacht, de aanbieder gerechtigd is om tot zulke werkzaamheden over te gaan zonder een instemmingsbesluit.
De aanbieder die volgens het eerste lid overgaat tot werkzaamheden, is verplicht om dit onverwijld schriftelijk bij het college te melden en binnen veertien dagen na afloop van de werkzaamheden alsnog de gegevens als bedoeld in artikel 3 bij het college in te dienen. Het college neemt na ontvangst van de laatstgenoemde gegevens alsnog een instemmingsbesluit naar aanleiding van de werkzaamheden.
Het college kan besluiten dat aanbieders de aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden, voorzover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen, binnen een door het college te bepalen termijn dienen te melden aan het college via het aanmeldingsformulier als genoemd in artikel 3, eerste lid.
De vergunning op basis van artikel 6 van de APV van 29 april 1997, kenmerk DSB97011914, die het college aan Telecai-Den Haag NV heeft verleend voor het ten tijde van de afgifte van die vergunning aanwezige omroepnetwerk, wordt beschouwd als het instemmingsbesluit op basis van artikel 5.2 van de wet.
Bij onderhoud, wijziging en vernieuwing van voorzieningen als bedoeld in voorwaarde 8. van de onder a. genoemde vergunning of bij plaatsing van voorwerpen op, in, over of boven de weg als bedoeld in deze vergunningsvoorwaarde, dient de vergunninghouder in plaats van over een vergunning ex artikel 6 APV, over een instemmingsbesluit te beschikken.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 5.2, vierde lid, van de wet.
Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening Den Haag.
In de vergadering van 20 mei 1999 is tevens bepaald dat artikel 1, eerste en tweede lid, alsmede artikel 4 van de Beleidsregels Telecommunicatiewet komen te vervallen. Dit besluit is eveneens op 31 mei 1999 bekend gemaakt en treedt eveneens op 1 juni 1999 in werking.