Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Verordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu (Afvalstoffenverordening 1998).

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu (Afvalstoffenverordening 1998).
CiteertitelAfvalstoffenverordening 1998
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp1998/02

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-07-200901-11-2010artikel 38 lid 1

09-07-2009

Posthoorn, 22-07-2009

rv 77 2009
12-02-200915-07-2009art. 29

05-02-2009

Posthoorn,11-02-2009

rv 12 2009
01-01-1999nieuwe regeling

26-11-1998

Posthoorn/Stadskrant, 14-12-1998

rv 182 1998

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstof fen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu (Afvalstoffenverordening 1998).

 

 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

autowrakken:

motorrijtuigen op meer dan twee wielen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren:

b.

gebruiker van een perceel:

degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

c.

handelen:

doen, hebben of nalaten;

d.

huishoudelijke afvalstoffen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de wet;

e.

inrichting:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de wet;

f.

inzamelen:

de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden;

g.

inzameldienst:

de ingevolge artikel 2 aangewezen inzameldienst;

h.

inzamelmiddel:

een hulp- en/of bewaarmiddel voor de inzameling van afvalstoffen bestemd voor de gebruiker(s) van één perceel, zoals een vuilniszak, minicontainer, GFT-emmer en chemobox;

i.

inzamelvoorziening:

een bewaarmiddel of -plaats voor de inzameling van afvalstoffen bestemd voor de gebruikers van meerdere percelen, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer, of een brengdepot.

j.

slopen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de Bouwverordening;

k.

straatafval:

afvalstoffen afkomstig van een particulier van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen papier, plastic bekertjes en blikjes, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

l.

ter inzameling aanbieden:

het overdragen van huishoudelijke afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie alsmede het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzameldienst of de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 13 geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of bij een brengdepot;

m.

voertuigen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de Algemene Politieverordening;

n

weg:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de Algemene Politieverordening;

o.

wet:

Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst

Als inzameldienst belast met het ter uitvoering van de wet, de provinciale milieuverordening en deze verordening inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen wordt aangewezen: de NV Haagse Milieu Services.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldienst en/of de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 13, lid 2 worden huishoudelijke afvalstoffen ingezameld. Daarbij worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      oud papier en karton;

    • c.

      glas;

    • d.

      textiel;

    • e.

      klein chemisch afval;

    • f.

      grof huishoudelijk afval;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een nadere omschrijving vaststellen van de in het eerste lid genoemde categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 3a Frequentie van de inzameling

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per week bij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste een maal per week afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 3.

    In afwijking van het in het tweede lid bepaalde wordt het groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld in de navolgende delen van de stad:

    • a.

      stadsdeel Centrum met uitzondering van Archipel

    • b.

      stadsdeel Escamp met uitzondering van Wateringseveld

    • c.

      stadsdeel Laak

    • d.

      stadsdeel Haagse Hout met uitzondering van Marlot en Benoordenhout

    • e.

      stadsdeel Segbroek tussen Laan van Meerdervoort en Loosduinseweg

    • f.

      het gebied dat begrensd wordt door de Wieringsestraat, de Duivelandsestraat, de Nieboerweg, de Westduinweg, het Schipperplein, de Roerstraat, de Prins Willemplein, de Jurriaan Kokstraat, de Gevers Deynootweg en de Strandweg.

  • 4.

    In de in het voorgaande lid genoemde gebieden wordt een maal per week GFT ingezameld bij de percelen waarvan de gebruikers kenbaar hebben gemaakt op inzameling prijs te stellen.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders stellen vast op welke wijze de gebruikers bedoeld in het vierde lid hun voorkeur kenbaar kunnen maken.

HOOFDSTUK 2 Het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot;

    • e.

      zonder inzamelmiddel.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of -voorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van één of meer percelen plaatsvindt.

Artikel 5 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel

  • 1.

    Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen anders ter inzameling aan te bieden bij een perceel dan via het daartoe krachtens artikel 4 aangewezen inzamelmiddel.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 4 is bestemd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de plaatsen en wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere plaatsen of wijzen ter inzameling aan te bieden dan volgens dit artikel is bepaald.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.

  • 6.

    Het is verboden om te handelen in strijd met de regels als bedoeld in het vorige lid.

  • 7.

    Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kunnen burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 8.

    Het is verboden om te handelen in strijd met de regels als bedoeld in het vorige lid.

  • 9.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen met betrekking tot de eisen waaraan een inzamelmiddel, dat niet van gemeentewege is verstrekt, dient te voldoen.

  • 10.

    Het is voor anderen dan de gebruikers van het perceel aan wie van gemeentewege een inzamelmiddel is verstrekt, verboden om afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

Artikel 6 Ter inzameling aanbieden via een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen

  • 1.

    Indien krachtens artikel 4 voor een aantal percelen voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen is aangewezen, is het de gebruikers van die percelen verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via deze inzamelvoorziening.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4 is bestemd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen ten aanzien van de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een aantal percelen moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen aan te bieden dan krachtens het vorige lid is bepaald.

  • 5.

    Het is anderen dan de gebruikers van de percelen waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 4 is aangewezen, verboden om huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

  • 6.

    De afstand tussen een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen en een perceel waarvoor de betreffende inzamelvoorziening krachtens artikel 4 is aangewezen, kan in de gebieden die op de bij deze verordening behorende kaart zijn aangewezen meer dan 75 meter zijn, maar deze afstand is nooit meer dan 125 meter.

Artikel 7 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

  • 1.

    Het verbod in artikel 5, vierde lid en artikel 6, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau op grond van dit artikel.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 4 is bestemd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het derde lid is bepaald.

Artikel 8 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot

  • 1.

    Het verbod in artikel 5, vierde lid en artikel 6, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op grond van dit artikel.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorie waarvoor het brengdepot krachtens artikel 4 is bestemd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij een brengdepot.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een brengdepot ter inzameling aan te bieden dan krachtens het derde lid is bepaald.

Artikel 9 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 4 van deze verordening ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop de krachtens het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het is verboden de in het eerste lid bedoelde huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 10 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de dagen en tijden vast waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen of tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 11 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in dit hoofdstuk is bepaald kunnen burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of de houders van een vergunning als bedoeld in artikel 13.

Artikel 11a Zorgplicht aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder perceel: ieder gebouw of gedeelte van een gebouw, bestemd tot zelfstandige bewoning.

  • 2.

    De (hoofd)bewoner of gebruiker van het perceel is verplicht om er voor te zorgen dat uit dat perceel afkomstig huishoudelijk afval volgens de voorschriften van deze verordening ter inzameling wordt aangeboden.

  • 3.

    Degene van wie huishoudelijk afval afkomstig is, is verplicht om er voor te zorgen dat dit afval volgens de voorschriften van deze verordening ter inzameling wordt aangeboden.

Artikel 11b Zorgplicht verhuurders van onzelfstandige woonruimte

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder onzelfstandige woonruimte: woonruimte die niet kan worden aangemerkt als zelfstandige woonruimte in de zin van artikel 1623a, lid 3 BW.

  • 2.

    Degene die onzelfstandige woonruimte verhuurt, is verplicht er voor te zorgen dat uit die woonruimte afkomstig huishoudelijk afval volgens de voorschriften van deze verordening ter inzameling wordt aangeboden en is verplicht om daartoe alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd.

  • 3.

    Degene die onzelfstandige woonruimte verhuurt, is verplicht er voor te zorgen dat uit die woonruimte afkomstig huishoudelijk afval dat niet volgens de voorschriften van deze verordening ter inzameling is aangeboden op eerste aanzegging van een toezichthouder of een opsporingsambtenaar wordt verwijderd.

HOOFDSTUK 3 Inzameling door een ander dan de inzameldienst

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijk afval aan anderen

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen over te dragen of ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2.

    Het in het eerste lid vervatte verbod tot overdracht aan een andere dan de inzameldienst geldt niet, indien en voor zover deze ander handelt met een krachtens artikel 13 van deze verordening verstrekte vergunning.

Artikel 13 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1.

    Het is aan een ander dan de inzameldienst verboden van derden afkomstige huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen of zonder vergunning van burgemeester en wethouders in ontvangst te nemen en te vervoeren.

  • 2.

    De houder van een vergunning, alsmede degene die namens hem inzamelt, dient een afschrift van de vergunning tijdens het inzamelen steeds bij zich te hebben en op verzoek te tonen.

  • 3.

    Het is de houder van een vergunning verboden, te handelen in strijd met enig aan die vergunning verbonden voorschrift.

Artikel 14 Vereisten waaraan de aanvraag om een vergunning dient te voldoen

Een aanvraag om een vergunning, als bedoeld in artikel 13, wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en bevat naast de gegevens als bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht in elk geval:

  • a.

    een specificatie van de categorieën van huishoudelijke afvalstoffen en grof huisvuil voor het inzamelen waarvan de vergunning wordt gevraagd;

  • b.

    een opgave van de wijze van inzamelen en vervoeren, alsmede hetgeen met de ingezamelde afvalstoffen zal worden gedaan;

  • c.

    een opgave van degene bij wie regelmatig afvalstoffen zullen worden ingezameld;

  • d.

    een opgave van de maatregelen die zullen worden getroffen ten behoeve van een doelmatige verwijdering van de afvalstoffen en ter voorkoming van zwerfvuil;

  • e.

    de aanwijzing van een opslagmogelijkheid, indien met wisselcontainers wordt ingezameld.

Artikel 15 Aanvulling van de aanvraag

Indien de aanvraag of de daarbij behorende bescheiden niet voldoen aan het bepaalde in artikel 14, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld, binnen twee weken de aanvraag of de bescheiden aan te vullen of te verbeteren.

Artikel 16 Beslistermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag binnen acht weken na de ontvangst daarvan.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde beslissing kan eenmaal voor ten hoogste zes weken worden verdaagd.

Artikel 17 Aan de vergunning te stellen voorschriften

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen slechts strekken tot bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, de vergunninghouder gehoord, de aan de vergunning verbonden voorschriften wijzigen, aanvullen of intrekken of aan de vergunning alsnog voorschriften en beperkingen verbinden. Dit besluit is met redenen omkleed.

  • 3.

    De vergunning wordt voor een bepaalde termijn verleend.

  • 4.

    Een vergunning is persoonsgebonden, tenzij burgemeester en wethouders anders bepalen.

Artikel 18 Weigering vergunning

De vergunning wordt geweigerd, indien vaststaat of met reden is te vrezen dat een vergunning niet in het belang is van een doelmatig en/of milieuhygiënisch handelen.

Artikel 19 Intrekking vergunning

De vergunning kan worden ingetrokken:

  • a.

    indien zij is verleend op grond van onjuiste of onvolledige gegevens, door de aanvrager verstrekt;

  • b.

    indien binnen een jaar na datum van afgifte geen gebruik is gemaakt van de vergunning;

  • c.

    indien gedurende langer dan een jaar geen gebruik is gemaakt van de vergunning;

  • d.

    indien de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen niet in acht worden genomen;

  • e.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen, dat het van kracht blijven van de vergunning op onaanvaardbare wijze in strijd zou komen met de doelmatige of milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen.

HOOFDSTUK 4 Het zich ontdoen en het aanwezig hebben van andere voertuigen dan autowrakken

Artikel 20 Verwijdering voertuigwrakken niet zijnde autowrakken

  • 1.

    Ter verwijdering kunnen op een of meer door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsen en tijdstippen worden afgegeven voertuigen die geen autowrakken zijn als bedoeld in deze verordening, met uitzondering van bromfietsen en fietsen en van andere door burgemeester en wethouders aangewezen voertuigen.

  • 2.

    Bij de afgifte van een voertuig als bedoeld in lid 1 wordt een ontvangstbewijs verstrekt.

  • 3.

    Het is verboden, voertuigen ter verwijdering af te geven op een andere plaats en op een andere tijd dan krachtens het eerste lid is vastgesteld.

Artikel 21 Verbod op het aanwezig hebben van voertuigwrakken

Het is verboden autowrakken of andere voertuigen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren, te plaatsen of aanwezig te hebben op de weg of op een voor het publiek zichtbare plaats.

HOOFDSTUK 5 Bepalingen ter bescherming van het milieu

Artikel 22 Zichtbaar opslaan van afvalstoffen

Het is verboden afvalstoffen op zodanige wijze binnen de perceelgrenzen van een woning of bedrijf op te slaan dat deze vanaf de weg zichtbaar zijn.

Artikel 23 Straatafval

Het is verboden andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in de daartoe van gemeentewege geplaatste bakken.

Artikel 24 Puincontainers

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de Algemene Politieverordening is het verboden, afvalstoffen door middel van (puin-) containers in te zamelen, dan wel (puin-) containers buiten een inrichting te plaatsen of te hebben van vrijdag 18.00 uur tot maandag 06.00 uur en op erkende feestdagen.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor door burgemeester en wethouders bij besluit bekend te maken categorieën van personen, mits deze personen de in dat besluit gestelde voorschriften naleven.

  • 3.

    Van het verbod in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders in een individueel geval ontheffing worden verleend.

Artikel 25 Bouw- en sloopafval

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de Bouwverordening kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen omtrent de wijze waarop en de plaats waarheen het bouw- en sloopafval wordt afgevoerd.

  • 2.

    Het is verboden, te handelen in strijd met het bepaalde in de regels, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 26 Doorzoeken van gereed staande afvalstoffen

Het is verboden afvalstoffen welke ter inzameling gereed staan, te doorzoeken of te verspreiden.

Artikel 27 Overlast door opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op zodanige wijze binnen de perceelgrenzen van een woning op te slaan dat overlast ontstaat voor de omgeving.

  • 2.

    Het is verboden afvalstoffen op zodanige wijze in een voertuig of vaartuig op te slaan dat overlast ontstaat voor de omgeving.

Artikel 28 Ongeadresseerde handelsreclame

Het is verboden ongeadresseerde handelsreclame te bezorgen of te doen bezorgen bij een bewoner of gebruiker van een gebouw, woonwagen of woonschip, indien deze conform de door het college van burgemeester en wethouders te stellen regels schriftelijk kenbaar heeft gemaakt de ongeadresseerde handelsreclame niet te willen ontvangen.

Artikel 29 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 29a Achterlaten van straatafval

Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 30 Ontheffing

  • 1.

    Een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 29, wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en bevat in elk geval:

    • a.

      de namen en de adressen van de eigenaar en de gebruiker van de grond waarop of waarin de afvalstoffen zullen worden gebracht;

    • b.

      een beschrijving van het perceel waar de afvalstoffen op of in de bodem zullen worden gebracht;

    • c.

      het beoogde doel van het op of in de bodem brengen van de afvalstoffen;

    • d.

      de herkomst van de afvalstoffen.

  • 2.

    Het in deze verordening bepaalde ten aanzien van vergunningen is van overeenkomstige toepassing op ontheffingen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 14.

HOOFDSTUK 6 Aanbieden of inzamelen van niet-huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 31 Aanbieden of achterlaten andere categorieën afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen

Het is verboden, zonder uitdrukkelijke toestemming van de inzameldienst, andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen, grof huisvuil en autowrakken aan de inzameldienst over te dragen of aan te bieden dan wel deze achter te laten.

Artikel 31a
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen over dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop bedrijfsafvalstoffen aan een inzamelaar worden aangeboden en afgevoerd.

  • 2.

    Het is verboden in strijd te handelen met de op grond van het eerste lid vastgestelde regels.

Artikel 32 Inzamelverbod andere categorieën afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen, in te zamelen zonder vergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de in het eerste lid bedoelde vergunning voorschriften verbinden met het oog op de doelmatige verwijdering van afvalstoffen.

  • 3.

    De vergunning kan worden geweigerd in het belang van de doelmatige verwijdering van afvalstoffen.

  • 4.

    Artikel 14 tot en met 18 alsmede artikel 19 onder a. tot en met d. zijn ten dezen van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 7 Ambtelijke bevoegdheden

Artikel 33

(vervallen)

Artikel 34
  • 1

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de Inspecteurs Openbare Ruimte, de Boswachters en de Controleurs Openbare Ruimte werkzaam bij de Dienst Stadsbeheer.

  • 2

    Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 35 Binnentreden van een woning zonder toestemming van de bewoner

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn op grond van artikel 149a van de Gemeentewet, bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 36 Mandaat

Burgemeester en wethouders kunnen mandaat verlenen ten aanzien van het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften krachtens deze verordening.

HOOFDSTUK 8 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 37 Overgangsbepaling

  • 1.

    Zo spoedig mogelijk na het in werking treden van deze verordening worden door of namens burgemeester en wethouders de vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de voorheen geldende afvalstoffenverordening (verordening no. 6/1993) vervangen voor vervangen door vergunningen krachtens deze verordening, voor zover deze vergunningen of ontheffingen niet reeds voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn vervallen.

  • 2.

    De vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de voorheen geldende afvalstoffenverordening (verordening no. 6/1993) blijven kracht tot de termijn waarvoor zij zijn verleend is verstreken, of tot zij ingevolge het eerste lid zijn vervangen.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - op grond van de voorheen geldende afvalstoffenverordening (verordening no. 6/1993) is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, dan wordt daarop beslist volgens de regels van deze verordening.

Artikel 38 strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 20, 21, 22, 24 tot en met 29a, 31 en 32 wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Overtreding van het bepaalde in artikel 23, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 3.

    Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 5 tot en met 13 is de strafbepaling van artikel 1a onder 3e van de Wet op de economische delicten van toepassing.

Artikel 39 Toepassingsbereik verordening

Deze verordening is niet van toepassing op gedragingen voor zover daaromtrent voorschriften zijn gesteld bij of krachtens de wet, de Wet gevaarlijke stoffen of de Provinciale Milieuverordening Zuid-Holland, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Destructiewet, de Kernenergiewet, de Bestrijdingsmiddelenwet en de Verordening Bescherming Landschap en Natuur Zuid-Holland.

Artikel 40 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Afvalstoffenverordening 1998.