Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Woonvisie Noord-Holland 2011 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Woonvisie Noord-Holland 2011 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | woonvisie, woningaanbod, woonomgeving, subsidie |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2016.
Algemene Subsidieverordening Noord-Holland 2011, art. 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2016 | intrekking | 01-01-2016 Provinciaal Blad, 2015, 98 | 625944-630090 | |
17-07-2015 | 01-01-2016 | art. 2 | 23-06-2015 Provinciaal Blad, 2015, 98 | 625944-630090 | |
01-08-2013 | 17-07-2015 | artikel 3, lid f toegevoegd | 09-07-2013 Provinciaal Blad, 2013, 107 | 200345 | |
26-03-2013 | 01-08-2013 | Art 6, lid 1, art.6 lid 2, art. 9 lid 2. | 26-02-2013 Provinciaal Blad, 2013, 30 | 127248 | |
21-12-2011 | 26-03-2013 | Artikel 2a, Artikel 5 | 22-11-2011 Provinciaal Blad, 2011, 159 | 2011-60983 | |
27-07-2011 | 01-04-2013 | Nieuwe regeling | 12-07-2011 Provinciaal Blad, 2011, 99 | 2011-34462 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
gelet op artikel 1, lid 3, van de Algemene Subsidieverordening Noord-Holland 2009;
overwegende dat het gewenst is om met een Uitvoeringsregeling Woonvisie te investeren in de afstemming van vraag en aanbod op de woningmarkt, in de mate waarin voorzieningen in de woonomgeving aansluiten bij de vraag van bewoners en in de duurzaamheid van het woningaanbod en de woonomgeving, ten einde uitvoering te geven aan de Provinciale Woonvisie ‘Goed Wonen in Noord-Holland’ 2010-2020 en de daarin genoemde doelstellingen;
Subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt aan de Stadsregio Amsterdam, het Gewest Gooi en Vechtstreek en gemeenten in Noord-Holland.
Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld, indien de activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.
Indien de activiteit op grond van een andere uitvoeringsregeling wordt gesubsidieerd of er voor de activiteit een investeringsbudget op grond van de Verordening stedelijke vernieuwing Noord-Holland 2011 is verleend, wordt het subsidiebedrag zodanig berekend dat het totaal aan subsidies niet meer bedraagt dan 80% van de totale projectkosten.
Haarlem, 12 juli 2011.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
T.Kampstra, wnd. provinciesecretaris.
In juni 2010 zijn de ‘Structuurvisie Noord-Holland 2040. Kwaliteit door veelzijdigheid’ en de ‘Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie’ vastgesteld. Hieraan is onder andere uitvoering gegeven met de ‘Provinciale Woonvisie Goed Wonen in Noord-Holland 20102020’. Om aan de Provinciale Woonvisie uitvoering te geven, zijn onder andere twee instrumenten voorhanden: de Regionale Actieprogramma’s Wonen en het Woonfonds. Het Woonfonds bedraagt in elk geval 6 miljoen euro en is bedoeld voor realisatie van de afspraken die zijn opgenomen in de Regionale Actieprogramma’s. Ook wil de provincie regionale afstemming bevorderen.
De regeling is bedoeld voor de Noord-Hollandse regio’s met een Regionaal Actieprogramma. Dit zijn: Gooi en Vechtstreek, Stadsregio Amsterdam, Zuid-Kennemerland/IJmond en Noord-Holland Noord (met daarin de drie subregio’s Alkmaar, West-Friesland en Kop van Noord-Holland). Omdat juridisch gezien alleen de eerste twee een regionaal orgaan hebben en de andere regio’s geen juridische status hebben, worden het Gewest Gooi en Vechtstreek en de Stadsregio Amsterdam apart genoemd en zijn verder de afzonderlijke Noord-Hollandse gemeenten als mogelijke subsidieaanvrager onderscheiden. Alleen gemeenten die het Regionale Actieprogramma van de regio waartoe zij behoren hebben vastgesteld, komen in aanmerking voor subsidie. Omdat regionale afstemming een voorwaarde is, zullen de aanvragen in praktijk door alle gemeenten die het Regionale Actieprogramma vastgesteld hebben, gedragen worden en door één (centrum)gemeente ingediend worden.
Dat alle gemeenten die het Regionale Actieprogramma hebben vastgesteld, daadwerkelijk instemmen met de subsidieaanvraag, moet blijken uit de verslaglegging van de regionale bestuurlijke overleggen (deze dient als bijlage bij de aanvraag te worden opgenomen).
De volgende regio’s worden onderscheiden met daarin de volgende gemeenten:
Texel, Den Helder, Zijpe, Schagen, Harenkarspel, Anna Paulowna, Wieringen, Wieringermeer, Niedorp (de laatste vier vormen vanaf 1 januari 2012 de gemeente ‘Hollands Kroon’).
Opmeer, Medemblik, Enkhuizen, Stede Broec, Drechterland, Hoorn, Koggenland.
Bergen, Langedijk, Heerhugowaard, Alkmaar, Schermer, Heiloo, Castricum, Graft-De Rijp.
Beemster, Zeevang, Wormerland, Purmerend, Edam-Volendam, Zaanstad, Oostzaan, Landsmeer, Waterland, Amsterdam, Haarlemmermeer, Aalsmeer, Uithoorn, Amstelveen, Ouder-Amstel, Diemen.
Uitgeest, Heemskerk, Beverwijk, Velsen, Bloemendaal, Haarlemmerliede en
Spaarnwoude, Haarlem, Zandvoort, Heemstede.
Muiden, Weesp, Naarden, Bussum, Huizen, Blaricum, Laren, Hilversum, Wijdemeren.
Voorbeelden van activiteiten zijn:
Onder Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) wordt gebied met bestaande bebouwing verstaan zoals is bedoeld in de ‘Structuurvisie Noord-Holland 2040. Kwaliteit door veelzijdigheid’ en de ‘Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie’ en zoals aangegeven op de bijbehorende kaart en de webviewer van provincie Noord-Holland. Deze webviewer is te vinden via http://gis.noord-holland.nl/structuurvisie2040/.
Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien de activiteit kosten betreft voor het maken of actualiseren van regulier beleid. Hiermee wordt bedoeld dat het maken van een regionale woonvisie of van een regionale huisvestingsverordening, het doen van een regionaal woningbehoeftenonderzoek of uitvoering van andere taken die tot reguliere taken van gemeenten behoren, niet wordt gesubsidieerd. De activiteit dient nieuw te zijn voor de regio en niet een taak te zijn die verplicht is.
Om een zekere mate van vernieuwendheid van de activiteit voor de regio te waarborgen, dient de activiteit nog niet gestart te zijn, voordat de aanvraag is ontvangen.
Er dient sprake te zijn van cofinanciering door de gemeenten in de regio, marktpartijen of andere partijen. Dit dient aangetoond te worden bij de subsidieaanvraag.
Per openstellingsperiode wordt per regio een subsidieplafond vastgesteld. Voor dat budget kan de regio projecten indienen, waarmee alle gemeenten in die regio (die het Regionale Actieprogramma hebben vastgesteld) instemmen als bewijs van regionale afstemming. De projecten dienen bij te dragen aan realisatie van de afspraken die de regio heeft gemaakt in het Regionale Actieprogramma.
De regeling geldt tot en met 31 maart 2013. Voor de tweede helft van de eerste RAP-periode (die de jaren 2011-2015 beslaat) zal een nieuwe/aangepaste Uitvoeringsregeling Woonvisie worden opgesteld.