Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening woninggebonden subsidies 1995 |
Citeertitel | Verordening woninggebonden subsidies 1995 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | 1995/06 |
De in de wetshistorie opgenomen wijzigingen zijn mogelijk niet compleet
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-06-2006 | diverse artikelen | 01-06-2006 Posthoorn, 14-06-2006 | rv 76 2006 | ||
30-06-1995 | nieuwe regeling | 29-06-1995 Posthoorn/Stadskrant, 18-09-1995 | rv 210 1995 |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Voor de toepassing van deze verordening wordt mede verstaan onder:
HOOFDSTUK 2 Aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidie
Indien voor het bouwplan subsidie wordt gevraagd op basis van meer dan één subsidieregeling als bedoeld in deze verordening dan wel als bedoeld in de gewestelijke Verordening woninggebonden subsidies 1995, dienen de aanvragen gelijktijdig te worden ingediend met een duidelijke specificatie van de kostenonderdelen per subsidieregeling.
Een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.1, gaat in elk geval vergezeld van de in het aanvraagformulier genoemde documenten.
§ 4. De financiële eindafrekening
Indien voor het bouwplan subsidie wordt gevraagd op basis van meer dan één subsidieregeling als bedoeld in deze verordening dan wel als bedoeld in de gewestelijke Verordening woninggebonden subsidies 1995, dienen de gegevens als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig te worden ingediend met een duidelijke specificatie van de kostenonderdelen per subsidieregeling.
§ 5. De vaststelling van subsidie
Burgemeester en wethouders kunnen, na ontvangst van de gereedmelding, als bedoeld in artikel 2.9, besluiten om subsidies, indien deze voor de vaststelling van de hoogte ervan niet afhankelijk zijn van in het kader van de financiële eindverantwoording over te leggen gegevens, te bevoorschotten.
§ 6. De intrekking van subsidie
Burgemeester en wethouders delen een besluit als bedoeld in dit hoofdstuk onverwijld schriftelijk mede aan de aanvrager van de subsidie.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing, tenzij in één van de volgende hoofdstukken hiervan nadrukkelijk is afgeweken.
HOOFDSTUK 3 Ingrijpende voorzieningen aan woningen.
(Voor deze subsidieregeling wordt geen subsidie verleend op subsidieaanvragen, die zijn ontvangen na de datum van inwerkingtreding (15-06-2006) van de verordening tot wijziging van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 (rb 76/2006))
Artikel 3.5 Wijze van aanvragen
Burgemeester en wethouders wijken af van het vereiste dat alle huurders van de woningen waarop de aanvraag betrekking heeft akkoord zijn met het treffen van de voorzieningen, indien een belangrijke meerderheid van de huurders wel akkoord is met het treffen van de voorzieningen en naar het oordeel van burgemeester en wethouders de belangen van de volkshuisvesting zwaarder wegen dan de belangen van diegenen, die niet akkoord zijn met het treffen van de voorzieningen.
Artikel 3.7 Voorwaarden voor het verlenen van subsidie
In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.6 verlenen burgemeester en wethouders slechts subsidie indien:
Burgemeester en wethouders verlenen de subsidie onder de voorwaarden dat de eigenaar alsmede diens rechtsopvolger, de woning de eerste tien jaar na het treffen van de voorzieningen ten genoegen van burgemeester en wethouders zal onderhouden.
HOOFDSTUK 4 Niet-ingrijpende voorzieningen
(Voor deze subsidieregeling wordt geen subsidie verleend op subsidieaanvragen, die zijn ontvangen na de datum van inwerkingtreding (15-06-2006) van de verordening tot wijziging van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 (rb 76/2006))
Artikel 4.2 Nadere begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Binnen de op grond van het eerste lid aangewezen gebieden wijzen burgemeester en wethouders complexen aan, waarop het bepaalde in artikel . van toepassing is. Bij de hier bedoelde aanwijzingen geven zij de periode aan gedurende welke subsidie dan wel aanvullende subsidie op grond van dit hoofdstuk verstrekt kunnen worden.
Artikel 4.4 Prioriteitsstelling
Burgemeester en wethouders kunnen in aanvulling op artikel 2.4. een aanvraag aanhouden, indien zij voor dat jaar nog één of meer aanvragen verwachten uit een complex dat collectief in uitvoering zal worden genomen dan wel een complex, waarvoor een startdocument is opgesteld, en het budget als gevolg daarvan overschreden zou worden.
Artikel 4.5 Wijze van aanvragen
Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 4.1 gaat in ieder geval vergezeld van:
Artikel 4.6 Planbeoordelingscriteria
Burgemeester en wethouders verlenen slechts subsidie voor het treffen van niet-ingrijpende voorzieningen indien:
naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate overleg over het bouwplan heeft plaatsgevonden met de huurder(s) van de woning(en) of de bedrijfs-ruimte(n), waarop het bouwplan betrekking heeft en deze akkoord is/zijn met het treffen van de voorzieningen. Indien ten gevolge van het treffen van de voorzieningen een huuraanpassing plaatsvindt, dient uit een schriftelijke verklaring van de huurder(s) te blijken dat deze akkoord is/zijn.
Burgemeester en wethouders wijken af van het vereiste dat alle huurders van de woningen waarop de aanvraag betrekking heeft akkoord zijn met het treffen van de voorzieningen dan wel, indien de aanvraag onlosmakelijk verbonden is met de indiening van andere aanvragen om subsidie, alle huurders van de woningen waarop deze aanvragen betrekking hebben, indien een belangrijke meerderheid van de huurders wel akkoord is met het treffen van de voorzieningen en naar het oordeel van burgemeester en wethouders het belang, dat met het treffen van de voorzieningen wordt gediend, zwaarder weegt dan het belang van diegene(n), die niet akkoord is/zijn met het treffen van de voorzieningen.
Burgemeester en wethouders verlenen voorts slechts subsidie voor het treffen van niet-ingrijpende voorzieningen indien de werkzaamheden worden uitgevoerd door een ondernemer die:
Artikel 4.8. Voorwaarden voor het verlenen van subsidie
In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 wordt de subsidie, als bedoeld in artikel 4.1., verleend, vastgesteld en betaald, onder de voorwaarden dat:
de eigenaar in ieder geval tot aan het moment dat de subsidie wordt betaald, naar het oordeel van burgemeester en wethouders de woning in voldoende mate onderhoudt. De beoordeling of de woning in voldoende mate wordt onderhouden, vindt plaats aan de hand van het 'Programma van Eisen onderhoud aan woningen';
Artikel 4.11. Herziening subsidie
Indien de eigenaar zijn eigendom vervreemd voor het verstrijken van de termijn waarop de subsidie tot betaling komt, wordt - mits aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening is voldaan - de hoogte van de uit te betalen subsidie vastgesteld aan de hand van de volgende tabel:
met dien verstande dat op het aldus berekende bedrag het reeds uitbetaalde voorschot in mindering wordt gebracht.
HOOFDSTUK 5 Aankopen-Verbeteren-Verkopen
(Voor deze subsidieregeling wordt geen subsidie verleend op subsidieaanvragen, die zijn ontvangen na de datum van inwerkingtreding (15-06-2006) van de verordening tot wijziging van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 (rb 76/2006))
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen aan toegelaten instellingen en Woningbeheer NV om de onrendabele kosten af te dekken van panden die, nadat burgemeester en wethouders deze instellingen daar toestemming voor hebben verleend, door deze instellingen worden aangekocht om na verbetering te worden verkocht of verhuurd.
Burgemeester en wethouders kunnen de toestemming verlenen voor de aankoop van een pand als de eigenaar van een pand niet in staat is gebleken het pand te verbeteren of, om naar het oordeel van burgemeester en wethouders, ongewenste situaties te voorkomen. De subsidie kan worden verleend bij panden:
Artikel 5.2 Nadere begripsomschrijving
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
De subsidie bedoeld in artikel 5.1 het tweede lid sub 2. kan worden verleend in de voormalig aangewezen stadsvernieuwingsgebieden, zoals die worden genoemd in het Supplement bij (Ver)Beter Den Haag en in voorheen aangewezen complexen voor de particuliere woningverbetering waarbij de woningverbetering reeds is beëindigd.
Artikel 5.8 Subsidievaststelling
Binnen een jaar nadat het pand, na verbetering, is verkocht of verhuurd dient de aanvrager bij burgemeester en wethouders de financiële eindverantwoording in van de onrendabele kosten.
HOOFDSTUK 6 Kleine Monumentenzorg
(Voor deze subsidieregeling wordt geen subsidie verleend op subsidieaanvragen, die zijn ontvangen na de datum van inwerkingtreding (15-06-2006) van de verordening tot wijziging van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 (rb 76/2006))
Artikel 6.2 Nadere begripsomschrijving
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Artikel 6.5 De subsidieverlening
De subsidie Kleine Monumentenzorg is een aanvullende subsidie die slechts wordt verleend voor woningen en/of bedrijfsruimten waarbij één van de volgende subsidies wordt verleend of is verstrekt: de subsidie voor Ingrijpende voorzieningen (BWS), Niet-ingrijpende voorzieningen (SAS) en Onderhoudsstimulering.
De subsidie bedraagt maximaal 50 % van de totale kosten van verbetering. De totale kosten van verbetering bestaan uit de geaccepteerde kosten van voorzieningen voor de verbetering van de woning en/of bedrijfsruimte en de geaccepteerde kosten van voorzieningen voor het herstel/vervanging van de monumentale elementen.
Artikel 6.8 Herzien subsidieverlening
Indien na het besluit tot verlenen van de subsidie Kleine Monumentenzorg en/of de subsidie voor de verbetering van de woning en/of bedrijfsruimte de eigendom daarvan overgaat op een ander, kan laatstbedoelde als aanvrager worden aangemerkt, mits:
de nieuwe eigenaar schriftelijk verklaard dat hij de ingediende maatregelen voor herstel van de monumentale elementen onverkort handhaaft. Indien subsidie voor verbetering van de woning is verleend voor het treffen van ingrijpende voorzieningen trekken burgemeester en wethouders de subsidieverlening in voor zowel de subsidie voor de verbetering van de woning als de subsidie Kleine Monumentenzorg. De nieuwe eigenaar dient een nieuwe aanvraag voor beide subsidies in.
(Voor deze subsidieregeling wordt geen subsidie verleend op subsidieaanvragen, die zijn ontvangen na de datum van inwerkingtreding (15-06-2006) van de verordening tot wijziging van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 (rb 76/2006))
Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een woning subsidie verlenen voor het uitvoeren van geluidwerende maatregelen aan de gevel van de woning ter bestrijding van verkeerslawaai.
Burgemeester en wethouders verlenen de subsidie, stellen deze vast en betalen de subsidie uit met inachtneming van het bepaalde in 'Regeling sanering verkeerslawaai'.
HOOFDSTUK 14 Onderhoudsstimulering
(Voor deze subsidieregeling wordt geen subsidie verleend op subsidieaanvragen, die zijn ontvangen na de datum van inwerkingtreding (15-06-2006) van de verordening tot wijziging van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 (rb 76/2006))
artikel 14.1 Subsidiegrondslag
De “€ 450-regeling (ƒ 992,00)”
Burgemeester en wethouders kunnen aan een eigenaar, of een vereniging van eigenaars, van een vooroorlogse woning in een intensief beheergebied en in een aangewezen complex in een onderhoudsstimulerings- en voormalig stadsvernieuwingsgebied, subsidie verlenen voor het kopen van produc-ten en diensten ten behoeve van het stelselmatig plegen van onderhoud aan woningen.
De “€ 908,00 (ƒ 2.000,00) subsidie achteraf”
Burgemeester en wethouders kunnen aan een eigenaar, of een vereniging van eigenaars, van een vooroorlogse woning, in een intensief beheergebied of in een aangewezen complex in een onderhoudsstimulerings- of vroeg-naoorlogsgebied subsidie verlenen in de kosten van het plegen van onderhoud aan die woning.
Artikel 14.2 Nadere begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 2.9 onder gereedmelding mede verstaan:
Geen subsidie, als bedoeld in artikel 14.1 wordt verleend voor woningen, die op of na 1 januari 1994:
volgens het bepaalde in de Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidies 1995 en 1998 en de Verordening woninggebonden subsidies 1995 zijn of worden aangewezen als woningen, waarvoor voor het treffen van ingrijpende voorzieningen subsidie kan worden verleend en woningen, waarvoor buiten de aanwijzing, subsidie voor het treffen van voorzieningen is verleend.
Artikel 14.5 Planbeoordelingscriteria
De “€ 450-regeling (ƒ 992,00)”
De subsidie, als bedoeld in artikel 14.1.1, is een bijdrage in de kosten van:
Indien in een intensief beheergebied, of in een aangewezen complex in een onderhoudsstimule-rings- of vroeg- naoorlogsgebied, in opdracht van burgemeester en wethouders een woningopname wordt uitgevoerd kunnen de kosten daarvan ten laste worden gebracht van de subsidie als bedoeld in artikel 14.1.1.
Burgemeester en wethouders verlenen de subsidie, als bedoeld in artikel 14.1.1, onder de verplichting dat:
Burgemeester en wethouders verlenen, indien de eigenaar of de vereniging van eigenaars een meerjarig onderhoudsplan uitvoert, slechts subsidie als bedoeld in artikel 14.1.2, onder de verplichting dat:
Burgemeester en wethouders verlenen de subsidie, als bedoeld in artikel 14.1.2 als bijdrage ineens indien de eigenaar of de vereniging van eigenaars direct, in plaats van een meerjarig onderhoudsplan uit te voeren, alle aanschrijvingswaardige gebreken vervangt/herstelt, onder de verplichting dat:
Burgemeester en wethouders verlenen de subsidie, als bedoeld in artikel 14.1.3, onder de verplichting:
Op het moment dat de aanschrijving, op grond van de Woningwet is uitgevaardigd wordt de subsidieverlening geweigerd.
In aanvulling op artikel 2.9 wordt de gereedmelding, voor zover die betrekking heeft op de subsidie, als bedoeld in artikel 14.1.1, ingediend steeds zo spoedig mogelijk na de aankoop van één of meer producten en/of diensten, doch in ieder geval binnen één jaar en zes maanden na het besluit tot het verlenen van de subsidie.
In aanvulling op artikel 2.9 wordt de gereedmelding, voor zover die betrekking heeft op de subsidie, als bedoeld in artikel 14.1.2, ingediend:
In aanvulling op artikel 2.9 wordt de gereedmelding, voor zover die betrekking heeft op de subsidie, als bedoeld in artikel 14.1.3, ingediend zo spoedig mogelijk na de daadwerkelijke vervanging/herstel van de bouwdelen, doch in ieder geval binnen 8 weken na de vervanging.
De “€ 450-regeling (ƒ 992,00)”
De “€ 908,00 (ƒ 2.000,00) subsidie achteraf”
De aanvullende “subsidie bouwdelen”
Artikel 14.19 Intrekking en wijziging subsidie bij verkoop van de woning
Burgemeester en wethouders stellen de subsidie als bedoeld in artikel 14.1.2 vast op de hoofdsom, indien de woning waarop de subsidie is verleend wordt vervreemd binnen de termijn als bedoeld in artikel 14.6 eerste lid. De hoofdsom wordt vermeerderd met de op het moment van overdracht van de woning opgebouwde rentebedrag.
HOOFDSTUK 15 Overgangs- en slotbepalingen
Op aanvragen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend en waarop een subsidie is verleend, blijven de bepalingen van de regeling op grond waarvan de subsidie is verleend van toepassing.