Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Gemeentegarantie voor Totaalfinancieringen van de Stichting Nationaal Restauratiefonds. |
Citeertitel | Verordening garanties voor Totaalfinancieringen van de Stichting Nationaal Restauratiefonds in de gemeente Den Haag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | 1993/03 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-02-1993 | nieuwe regeling | 18-02-1993 Onbekend | rv 32 1993 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente den Haag garanderen jegens de Stichting Nationaal Restauratiefonds de nakoming van de betalingsverplichtingen voortvloeiende uit Totaalfinancieringen, te verstrekken aan eigenaren van in voornoemde gemeente gelegen panden.
Artikel 3 Algemene en bijzondere voorwaarden
Een garantie als bedoeld in artikel 2 wordt verstrekt met betrekking tot het bedrag van de Totaal financiering; de in de Totaalfinanciering begrepen (voor)gefinancierde subsidies zijn mede onder de garantie begrepen, tenzij deze daarvan uitdrukkelijk zijn uitgezonderd in de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de Stichting Nationaal Restauratiefonds.
De garantie als bedoeld in artikel 2 wordt voorts verstrekt onder de voorwaarden en bepalingen, vervat in de bij deze regeling behorende bijlage I.
Voorwaarden en bepalingen als bedoeld in artikel 6 van de regeling garanties voor Totaalfinancieringen van de Stichting Nationaal Restauratiefonds.
Het verlenen van de in artikel 2 genoemde garanties geschiedt onder de navolgende voorwaarden en bepalingen.
De garantie wordt verstrekt onder de voorwaarden dat:
de overeenkomst van geldlening is aangegaan bij notariële akte, waarbij uitslui-tend tot meerdere zekerheid van hetgeen de kredietgever uit hoofde van de overeenkomst van geldlening van de schuldenaar te vorderen heeft, een hypotheek is gevestigd op het pand ten behoeve waarvan de lening is verstrekt;
De kredietgever verleent geen uitstel van betaling van het aan hem verschuldigde dan na hieromtrent met de gemeente verkregen overeenstemming, tenzij de schuldenaar door het verrichten van extra aflossingen reeds zover op zijn betalingsplan is vooruitgelopen dat door uitstel geen achterstand op het betalingsplan ontstaat. Indien het verzoek om uitstel van betaling zijn oorzaak vindt in een structureel beperkte betaalcapaciteit van de geldnemer zal terzake van het verlenen van uitstel van betaling overeenstemming tussen kredietgever en gemeente dienen te bestaan.
Indien de schuldenaar in de tijdige betaling van rente en/of aflossing in gebrekeblijft, zal de kredietgever niet tot executie (als bedoeld in artikel 3:268 lid 1 of lid 2 BW) van het pand overgaan dan na verkregen toestemming van de gemeente, met dien verstande, dat deze toestemming niet of niet meer is vereist, indien de schuldenaar in gebreke is gebleven in de tijdige betaling van rente en/of aflossing gedurende of over een tijdvak van ten minste 9 maanden:
De garantie heeft gedurende de looptijd van de geldlening betrekking op de vordering van de kredietgever uit hoofde van de overeenkomst van geldlening op de datum, waarop de koper ingeval van executie als bedoeld in artikel 3:268 lid 1 of lid 2 BW (danwel executie-vervangende onderhandse verkoop) de koopsom voor het desbetreffende pand betaalt. Voor-noemde vordering is inclusief rente, kosten e.d., doch exclusief eventuele tussen de kredietgever en de gemeente uitgezonderde voorgefinancierde subsidiebedragen.
Indien er sprake mocht zijn van een positieve/negatieve hypotheekverklaring als bedoeld in artikel 3 en deze niet gevolgd is door feitelijke vestiging van een hypotheek op het desbetreffende pand heeft de garantie gedurende de looptijd van de geldlening betrekking op de vordering, zoals hierboven genoemd, tot 2 maanden na de datum van opeising van de lening.
Indien de gemeentegarantie wordt aangesproken, worden onder de vordering, als bedoeld in artikel 12, niet gerekend boeten of vergoedingen wegens vervroegde aflossing of opeising van de lening. Voorts zal bij de bepaling van de boete wegens te late betaling maximaal de wettelijke rente in rekening worden gebracht.
Indien de gemeentegarantie wordt aangesproken, dient de kredietgever aan de gemeente een termijn van twee maanden te gunnen om tot uitbetaling over te gaan, alvorens wettelijke rente in rekening te brengen. De termijn van twee maanden gaat in na ontvangst van de afrekening met bijbehorende stukken door de gemeente.