Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werkendam

Beleidsregels ‘Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind’

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ‘Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind’
CiteertitelUitvoeringsvoorschrift elders verblijvende kind
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpArchief

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201101-05-2013Onbekend

07-07-2011

Altena Nieuws, 11-08-2011

WE/20774

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ‘Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind’

 

 

Beleidsregels ‘uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind’.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam,

Overwegende dat het gewenst is nadere regels vast te stellen met betrekking tot het toe te kennen normbedrag voor situaties waarin het kind van een alleenstaande ouder met WWB uitkering (gedeeltelijk) elders verblijft, bijvoorbeeld in een pleeggezin of in een zorginstelling.

 

B e s l u i t e n:

Vast te stellen de beleidsregels ‘Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind’

De onderstaande artikelen uit de WWB zijn hierbij van belang:

Art. 4, lid 1 a.

Alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;

Art. 4, lid 1e.

Ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie aan de alleenstaande ouder of de gehuwde op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag wordt betaald, zal worden betaald of zou worden betaald indien artikel 7, tweede lid, van die wet niet van toepassing zou zijn.

Art. 18, lid 1

Het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende.

Art. 31, lid 2b.

Niet tot de middelen van de belanghebbende wordt gerekend de kinderbijslag, ontvangen ten behoeve van zijn in of buiten Nederland woonachtige kinderen.

 

Bij het vaststellen van de van toepassing zijnde bijstandsnorm gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Wanneer het kind volledig elders verblijft en de ouder geen kosten hoeft te maken voor het kind, is de norm alleenstaande van toepassing.

  • 2.

    Wanneer het kind gedeeltelijk elders verblijft, maar ook regelmatig bij de ouder thuis verblijft (bijv. in weekenden en tijdens vakanties), is het in bepaalde situaties mogelijk de norm alleenstaande ouder toe te kennen, op basis van art. 18 lid 1.

  • 3.

    Indien sprake is van een situatie als bedoeld bij punt 2, dient te worden vastgesteld dat het kind ten laste komt van de alleenstaande ouder.

Er is in elk geval sprake van een ten laste komend kind, indien voor het kind kinderbijslag wordt ontvangen.

Indien geen kinderbijslag wordt ontvangen, dient de consulent vast te stellen of er omstandigheden aanwezig zijn waardoor het kind toch als ten laste komend kan worden beschouwd.

4.Wanneer er sprake is van een ten laste komend kind, dient vastgesteld te worden in welke mate de alleenstaande ouder de volledige zorg heeft voor het kind, dan wel een gedeeltelijke zorg.

De consulent dient in de rapportage een omschrijving te geven van de omstandigheden en zoveel mogelijk aan te geven welke algemeen noodzakelijke kosten voor rekening van de alleenstaande ouder komen. Op basis daarvan kan globaal vastgesteld worden voor welk gedeelte de alleenstaande ouder zorg dient te verlenen aan het kind.

  • 5.

    Op basis van de rapportage van de consulent wordt vastgesteld welke bijstandsnorm van toepassing is. Daarbij kunnen in het algemeen de volgende criteria worden aangehouden:

    • -

      het kind is gemiddeld enkele dagen per maand en een gedeelte van de vakanties bij de alleenstaande ouder: norm alleenstaande ouder met een verlaging van 15% op basis van art. 18, eerste lid WWB;

    • -

      het kind is gemiddeld elke week een dag bij de ouder en het merendeel van de vakanties: norm alleenstaande ouder met een verlaging van 10% op basis van art. 18, eerste lid WWB;

    • -

      het kind is gedurende alle weekenden en alle vakanties bij de alleenstaande ouder: norm alleenstaande ouder met een verlaging van 5% op basis van art. 18, eerste lid WWB;

    • -

      het kind is gedurende alle weekenden en alle vakanties bij de ouder, terwijl het ook het merendeel van de doordeweekse dagen bij de ouder verblijft: norm alleenstaande ouder.

  • 6.

    De vaststelling van de bijstandsnorm als bedoeld in lid 5 blijft van toepassing zolang de situatie niet wijzigt. Het is niet noodzakelijk dat de consulent maandelijks een rapportage uitbrengt. In de beschikking aan de alleenstaande ouder wordt opgenomen dat deze Loket Altena dient te informeren over wijzigingen.

  • 7.

    Bij het bepalen van de bijstandsnorm dienen bijzondere noodzakelijke kosten buiten beschouwing te worden gelaten.

Tegemoetkoming bijzondere kosten

8.Wanneer de alleenstaande ouder bijzondere noodzakelijke kosten moet maken als gevolg van het verblijf van het kind in een pleeggezin, zorginstelling etc., kan voor deze kosten een tegemoetkoming bijzondere kosten worden verstrekt. Dit zijn bijv. reiskosten, kosten van medicijnen, eigen bijdrage voor onderhoud van het elders verblijvend kind etc.

De dubbele kinderbijslag kan hierbij aangemerkt worden als voorliggende voorziening. In hoeverre hiervan sprake is, hangt af van de individuele omstandigheden.

9.Indien aan de alleenstaande ouder de volledige norm van een alleenstaande ouder wordt toegekend als bedoeld in lid 5, wordt de dubbele kinderbijslag niet als voorliggende voorziening aangemerkt.

Garantietoeslag voormalige alleenstaande ouder

10.De garantietoeslag alleenstaande ouder is in dit kader niet aan de orde.

Ingangsdatum

11.Deze beleidsregels kunnen aangehaald worden als ‘uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind’ en treden in werking met ingang van 1 juli 2011.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Werkendam van 7 juli 2011.

Het college van burgemeester en wethouders van Werkendam,

De secretaris, De burgemeester,

Drs. H.A. Koenen mw. Drs. C.G.J. Breuer