Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen op Zoom

Uitvoeringsregels AVOI

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen op Zoom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregels AVOI
CiteertitelUitvoeringsregels AVOI
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpOpenbare Ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Gemeente Bergen op Zoom

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2011Nieuwe regeling

09-08-2011

Bergen op Zoomse Bode, d.d. 12-09-2011

BW32-09

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregels AVOI

 

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom op basis van artikel 1 lid 3 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Bergen op Zoom, hierna te noemen: AVOI. Deze regels treden in werking zodra de AVOI gemeente Bergen op Zoom in werking treedt.

1.1. Kwaliteitseisen

Ontwerpen, bouwstoffen en uitvoeringsmethoden zullen voldoen aan de geldende wettelijke c.q. gebruikelijke regelgeving en eisen. Deze zijn ondermeer vastgelegd in de meest recente standaard RAW-bepalingen, Normbladen en CROW-publicaties.

1.2. Uitvoering

  • 1.2.1.

    de netwerkaanbieder oefent tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het toezicht uit dat in redelijkheid van de netwerkaanbieder verlangd mag worden.

  • 1.2.2.

    Op initiatief van de netwerkaanbieder wordt samen met de gemeente het tracé of een gedeelte daarvan voorafgaande aan het uitvoeren van de werkzaamheden geschouwd.

    Herstel van geconstateerde gebreken achteraf, zonder dat deze gebreken vooraf zijn vastgelegd, is voor rekening van de netwerkaanbieder.

  • 1.2.3.

    Alle voorwerpen van historische of wetenschappelijke waarde, die bij de uitvoering van het werk in gemeente-eigendommen worden gevonden, gaan meteen naar de gemeente. Deze zal dan de procedure van de Monumentenwet volgen.

  • 1.2.4.

    De uitvoering van de werkzaamheden gebeurt zo dat nooit meer lengte sleuf openligt dan strikt nodig is.

    Indien plaatselijke of actuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, dan bepalen partijen in onderling overleg een beperking van de openliggende sleuf. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden zullen, waar nodig, over de openliggende sleuven, overbruggingen van voldoende breedte en draagkracht voor hulpdiensten en bestemmingsverkeer worden aangebracht. Dit gebeurt mede ter beoordeling van de gemeente.

  • 1.2.5.

    Verstoringen ten gevolge van de kabel- en/of leidingaanleg aan punten aangegeven door KAD-stenen, markeringsstenen of buizen, moeten worden gemeld aan de gemeente.

    De meetkosten voor herstel van deze vaste punten zijn voor rekening van de veroorzaker van deze schade.

  • 1.2.6.

    Op plaatsen waar ten gevolge van de werkzaamheden de rijweg, trottoirs of fietspaden verontreinigd zijn, moeten deze na aanvulling van de sleuf direct worden schoongemaakt.

  • 1.2.7.

    Op nader aan te wijzen locaties kan door de gemeente worden aangegeven dat er ter voorkoming van schade, buiten werktijden geen losliggende materialen mogen achterblijven op het werk.

  • 1.2.8.

    Speciale bestrating

    • ·

      Eenlandseweg tussen huisnummer 21 en 29 (aqauflow-systeem)

    • ·

      Parkeerplaats Pioenveld, Rozenveld, Rozenstraat en Asterstraat ( Porodur-systeem)

    Werkzaamheden in deze gebieden moeten vooraf gemeld worden bij de coördinator Kabels en leidingen van de Gemeente Bergen op Zoom omdat deze bestratingen een speciale manier van ontgraven vereisen.

  • 1.2.9.

    Werkzaamheden binnenstad / centrum

    I.v.m. de hoge kwaliteit en bijzonder constructie is het niet toegestaan voor de netwerkaanbieders en overige om eigenhandig opbreek of herstel werkzaamheden te verrichten binnen onderstaand gebied.

    Het centrumgebied wordt omschreven als het gebied gelegen binnen de volgende wegen: Boutershemstraat, Glymesstraat, Auvergnestraat, van Dedemstraat, Wassenaarstraat, Arnoldus Asselbergsstraat, Williamstraat, van de Rijtstraat, Noordsingel en Westersingel.

    Voorgenomen werkzaamheden dient men te melden via fax (0164 233202) of e-mail kabelsenleidingen@bergenopzoom.nl gericht aan de Stadsdeelbeheerder Binnenstad, de speciale bestrating wordt door eigen dienst opengebroken en herstraat.

1.3. Kabel- en leidingstroken

  • 1.3.1.

    In nieuwbouwsituaties moet de netwerkaanbieder gebruik maken van de door Gemeente aangewezen kabel en leidingstrook, zie bijlage: Synfraprofiel.

  • 1.3.2.

    Voor alle kabels en Leidingen geldt een minimale dekking van 0.60 meter.

  • 1.3.3.

    Voor het bepalen van de locatie van transformatoren en andere boven- of ondergrondse voorzieningen moet de gemeente goedkeuring geven.

1.4. Kruisingen

  • 1.4.1.

    Bij kruisingen met al aanwezige kabels en/of leidingen of bij aanraking van kunstwerken, gebouwen en dergelijke zullen de door de netwerkaanbieder met de eigenaar of beheerder van de aanwezige kabels, leidingen, kunstwerken, gebouwen en dergelijke overeengekomen voorzieningen worden getroffen.

    De door partijen overeengekomen te treffen voorzieningen komen ten laste van de desbetreffende netwerkaanbieder

  • 1.4.2.

    Kruisingen met gefundeerde verhardingen moeten door middel van boringen of persingen worden uitgevoerd.

    Als een boring niet mogelijk is, moet er contact worden opgenomen met de gemeente.

  • 1.4.3.

    Bij raketboringen een raket toepassen, met een diameter direct volgend op de door te voeren leiding. De maximale diameter voor raketboringen bedraagt ø 63 mm.

  • 1.4.4.

    Boringen of persingen moeten loodrecht op de wegas - tot minimaal 1 meter buiten de kant van de verharding en met een minimale dekking van 0,8 meter tot de bovenkant van de verharding - worden gerealiseerd. Dit met een minimale verhouding van 1:1.

  • 1.4.5.

    Bij het passeren van bestaande of geprojecteerde watergangen c.q. greppels, dient een gronddekking van 1.00 meter onder de bodem van de watergang of greppel te worden aangehouden.

1.5. Bodemverontreiniging

  • 1.5.1.

    Voor het verkrijgen van informatie over mogelijke verontreiniging dient de aanvrager contact op te nemen met de Regionale Milieu Dienst Roosendaal. De kosten voor het verstrekken van deze informatie zal door de RMD bij de aanvrager in rekening worden gebracht.

  • 1.5.2.

    Partijen treden onmiddellijk in overleg wanneer vóór de aanvang van de werkzaamheden wordt vastgesteld of vermoed dat in het tracé sprake is van bodemverontreiniging.

    Dat gebeurt ook wanneer dit pas tijdens de uitvoering van de werkzaamheden blijkt. Bij dit voortgangsoverleg staan binnen de wettelijke kaders met betrekking tot bodemverontreiniging, de voortgang van het werk en het zo laag mogelijk houden van de maatschappelijke kosten voorop.

    Inspanningen reiken daarom niet verder dan dat wat wettelijk is vereist.

1.6. Bouwstoffen

  • 1.6.1.

    Afhankelijk van de uitvoeringswijze en de omstandigheden levert de netwerkaanbieder in voorkomende gevallen zand of andere grond aan of voert het overblijvende materiaal af. Het te leveren zand moet voldoen aan de eisen zand voor zandbed, volgens de Standaard RAW-bepalingen.

  • 1.6.2.

    De netwerkaanbieder zorgt voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen komt voor zijn rekening tot het tijdstip dat de werkzaamheden door of vanwege de netwerkaanbieder zijn gerealiseerd.

  • 1.6.3.

    Door de gemeente voor haar niet van waarde verklaarde oude bouwstoffen worden eigendom van de netwerkaanbieder en moeten volgens bestaande regelgeving door de netwerkaanbieder / vergunninghouder worden afgevoerd.

1.7. Werkzaamheden in de nabijheid van beplantingen

  • 1.7.1.

    In openbare groenvoorzieningen worden de sleuven zodanig ontgraven, dat de bovengrond, gescheiden van de mindere kwaliteit ondergrond, wordt opgeslagen en bij het dichten van de sleuf weer bovenin wordt verwerkt.

  • 1.7.2.

    Bij het maken van sleuven door gazons of grasbermen of -stroken worden de graszoden vakkundig verwijderd en tijdelijk opgestapeld. Na aanvulling zullen de zoden goed aansluitend worden herlegd, met kruimelaarde afgedekt en zo nodig enige tijd nat gehouden. In onderling overleg kan voor een andere werkwijze worden gekozen.

  • 1.7.3.

    Beplanting mag niet worden opgenomen of verwijderd zonder instemming van de gemeente. Opgenomen beplanting moet worden ingekuild.

  • 1.7.4.

    De gemeente en de netwerkaanbieder komen vóór aanvang van de werkzaamheden overeen welke maatregelen nodig zijn om schade aan de te handhaven beplanting te beperken. Ook bekijken ze welke te handhaven beplanting als waardevol wordt beschouwd.

  • 1.7.5.

    Voor de werkzaamheden bij bomen zijn van toepassing de bepalingen zoals vermeld op de folder Boombescherming op bouwlocaties” (laatste uitgave) van de vereniging Stadswerk Nederland, Vakgroep Groen, Natuur en Landschap.

  • 1.7.6.

    Bij waardevolle beplanting moet graven in de wortelzone worden voorkomen.

  • 1.7.7.

    Indien voor nieuwe leidingen een tracé buiten de wortelzone niet mogelijk is, dan moet de wortelzone worden gepasseerd door het boren van mantelbuizen onder de wortelzone.

  • 1.7.8.

    Van te handhaven beplanting mogen wortels dikker dan 25 mm in diameter niet worden verwijderd. Vrijgegraven wortels moeten worden beschermd tegen uitdroging, vorst en beschadiging.

  • 1.7.9.

    Ontgravingen binnen de wortelzone van de te handhaven beplanting moeten zo snel mogelijk met uitkomende grond worden aangevuld.

  • 1.7.10.

    Het is verboden zonder overleg door of namens de netwerkaanbieders te snoeien aan bomen of beplanting.

  • 1.7.11.

    Het inrichten van werkterrein binnen de wortelzone van de te handhaven beplantingen is niet toegestaan.

  • 1.7.12.

    Na één groeiseizoen kan worden bekeken of en hoeveel schade is ontstaan aan de beplanting. Hierna kan alsnog de schade aan de veroorzaker in rekening kan worden gebracht, mits aantoonbaar door gemeente.

1.8. Verkeersmaatregelen

  • 1.8

    De netwerkaanbieder draagt zorg voor een veilige en deugdelijke uitvoering van de voorgeschreven verkeersmaatregelen zoals die zijn vastgelegd in de laatst gepubliceerde richtlijnen van de CROW voor werkzaamheden in uitvoering.

    De netwerkaanbieder zorgt ervoor dat de uitvoering van het werk plaatsvindt conform alle van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en regelingen. Aanwijzingen van daartoe bevoegde instanties zoals politie, brandweer en gemeente worden onverkort en per omgaande uitgevoerd.

1.9. Grondwerk

  • 1.9.1.

    De uitvoeringsmethode wordt in overleg met de gemeente vastgesteld. Hierbij kan de gemeente bepalen dat - ter voorkoming van schaden of als de openbare veiligheid in het geding komt - het gebruik van mechanische werktuigen voor het ontgraven van (gedeelten van) sleuven niet is toegestaan. Open noch gesloten wegverhardingen zullen mogen worden ondergraven.

  • 1.9.2.

    Bij het verrichten van ontgravingen voor het aanbrengen van een mantelbuis alsmede voor het latere herstel of onderhoud, zal, indien hiervoor de ruimte aanwezig is,de weg tot op een afstand van 1 meter uit de wegverharding onaangetast/onaangeroerd blijven. De grondopslag zal in overleg met de gemeente worden geregeld, tenzij anders overeengekomen.

  • 1.9.3.

    De te ontgraven sleuf moet zodanig breed zijn,dat met mechanische verdichtingsapparatuur verdicht kan worden, tenzij in overleg een andere methode is vastgesteld.

  • 1.9.4.

    Teelaarde, zand, funderingsmateriaal en overige bouwstoffen moeten elk gescheiden worden ontgraven.

    De uitkomende materialen moeten worden afgedekt tegen neerslag.

  • 1.9.5.

    Bij het aanvullen van sleuven moeten de grondsoorten worden aangebracht in de oorspronkelijke lagen en hoedanigheid.

  • 1.9.6.

    Ter plaatse van open wegverhardingen moet minimaal de bovenste 0,1 meter uit straatzand bestaan. Het toe te passen straatzand moet voldoen aan de Standaard RAW-bepalingen. Bij verhardingen van gebakken materialen en/of natuursteen moet minimaal de bovenste 0,1 meter uit brekerzand bestaan. Het toe te passen brekerzand moet voldoen aan de Standaard RAW-bepalingen.

  • 1.9.7.

    De dikte van de teelaarde en zandlagen moet gelijk zijn aan de oorspronkelijke laagdikten. Teelaarde mag niet mechanisch worden verdicht.

  • 1.9.8.

    De werkzaamheden moeten bij voorkeur worden uitgevoerd in een droge sleuf.

    Voor het onttrekken van grondwater is een melding vereist, lozing van bronneringswater op het gemeentelijke rioolstelsel is in overleg mogelijk. De gemeente zal hiervoor geen kosten in rekening brengen.

  • 1.9.9.

    Bij rijbanen, parkeervakken en fietspaden en alle overige voor gemotoriseerd verkeer toegankelijke verhardingen moet de aanvulling te allen tijde met straatzand (kwaliteit volgens de Standaard RAW-bepalingen) geschieden.

  • 1.9.10.

    Alle aanvullingen moeten in lagen van maximaal 0,30 meter worden verdicht.

    De verdichting moet zodanig zijn dat de indringweerstand niet meer dan 2,5% afwijkt van die van de omringende grond.

  • 1.9.11.

    De controle van de verdichting tijdens de uitvoering mag gebeuren door een sondeerapparaat, mits de conuswaarde wordt gerelateerd aan een, voor de te verdichten sleufaanvulling representatief proefvlak.

  • 1.9.12.

    Incidenteel kan een fundering met milieutechnische randvoorwaarden voorkomen. Indien zogenaamde IBC-bouwstoffen zijn toegepast, dient verstoring van de isolering te worden voorkomen. Uitkomende IBC-bouwstof moet op dezelfde plaats worden teruggebracht, dan wel worden afgevoerd naar een erkende verwerker.

1.10 Straatwerk

  • 1.10.1

    Opgenomen straatwerk dient te worden aangebracht in het oorspronkelijke verband.

    Bij te leveren bouwstoffen dienen in afmetingen, kwaliteit en kleur overeen te komen met de aanwezige bouwstoffen.

    Het lengte- en dwarsprofiel van de verharding moet, wellicht met enige overhoogte om geringe klink op te vangen, overeenkomen met de oorspronkelijke hoogteligging.

  • 1.10.2.

    Indien de gemeente zelf herbestraat, dan zal de netwerkaanbieder en overige aanvragers de Gemeente zo goed mogelijk informeren over het tijdstip waarop de gemeente kan beginnen met het herbestraten.

  • 1.10.3.

    Opgebroken gesloten verhardingen worden door de gemeente opnieuw geasfalteerd (voor Nutsbedrijven verrekening volgens vastgestelde tarieven). Tot de asfaltering dienen de opengebroken gesloten verhardingen met beton klinkerkeien (bkk's), kleur zwart of rood met een dikte van 8 cm, door vergunninghouder te worden dichtgeblokt. Deze bkk's worden kosteloos door de gemeente op de gemeentewerf (Blankenweg 16, tel:0164 277437) ter beschikking gesteld. De netwerkaanbieder draagt tot 12 maanden na dato einde werkzaamheden de zorg voor het tijdelijk herstelde gedeelte.

  • 1.10.4.

    Het openbreken van asfalt moet gebeuren door het asfalt aan de zijkanten tot de benodigde diepte en minimaal 0,5 meter breed in te zagen.

  • 1.10.5.

    Elementenverhardingen moeten na het aanbrengen ingeveegd worden met straatzand, met uitzondering van verhardingen van gebakken materialen en/of natuursteen.

    Wat betreft het invegen van deze materialen kunnen nadere eisen worden gesteld (bijvoorbeeld het invegen met brekerzand of voegvulling).

  • 1.10.6.

    Schade aan verhardingen, ontstaan als gevolg van werkzaamheden aan kabels en/of leidingen, zal door de Netwerkaanbieders en overige beheerders tot 18 maanden na dato einde werkzaamheden (bij grote werken 18 maanden na oplevering), worden hersteld.

1.11. Oplevering

  • 1.11.

    De netwerkaanbieder informeert de gemeente binnen 5 werkdagen via e-mail na het geheel gereedkomen van een werk.

    Hierna volgt een eindoplevering tussen gemeente en de netwerkaanbieder of overige beheerders.

2. Tarieven en facturering

2.1. Tarieven en facturering

  • 2.1.1.

    De gemeente hanteert voor telecombedrijven en aanbieders van niet openbare kabels en leidingen de tarieven zoals vastgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeente op basis van de Richtlijn tarieven (graaf-) werkzaamheden Telecom voor herstel van bestratingen en groenvoorzieningen,te weten het B2-tarief (herstel door de aanbieder en onderhoud door de wegbeheerder).

  • 2.1.2.

    Voor Nutsbedrijven hanteert de gemeente een eigen tarief.

  • 2.1.3.

    Voor het openmaken / herstel van de speciale bestrating in de binnenstad een tarief vast gesteld, gebaseerd op de werkelijke kosten die de afgelopen jaren zijn berekend.

  • 2.1.4.

    Facturering, de netwerkaanbieder verstrekt minimaal eenmaal per kwartaal een overzicht van uitgevoerde werken in het afgelopen kwartaal, Indien geen opgaaf wordt verstrekt zal facturering plaatsvinden op basis van eigen opname door de gemeente, de te berekenen vergoeding zal dan worden verhoogd met alle de door de gemeente te maken onkosten om de gegevens te verzamelen.

3. Aansprakelijkstelling

  • 3.1

    Van het ontstaan van schade aan gemeente eigendommen geeft de netwerkaanbieder en overige aanvragers (vergunninghouders) zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 24 uur nadat hem daarvan is gebleken, kennis aan de gemeente.

4. Breekverbod bij vorst

  • 4.1.

    Er mogen geen opbrekingen in de openbare ruimte worden uitgevoerd als zich een van de volgende weercondities voordoet of verwacht wordt.

    De op het weerstation van het KNMI geregistreerde temperatuur is:

    • 's morgens om 7 uur -4˚C of lager;

    • 's morgens om 7 uur tussen -1 en -3˚C en om 10 uur daaropvolgend ook nog -1˚C of lager;

    • 's morgens om 10 uur -2˚C of lager.

5. Stallingsplaats

  • 5.1

    De stallingsplaats van haspel-, vracht-, directie- en materiaalwagens enz. moet in overleg met de Coördinator kabels en leidingen worden bepaald. Het is niet toegestaan voertuigen te parkeren op trottoirs en/of aanliggende fietspaden en andere locaties conform de verkeersregelgeving.

    Voertuigen zullen op een daarvoor bestemde plaats worden gestald ook al is dit niet direct ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden. Er wordt geen ontheffing verleent ten aanzien van de eventuele ter plaatse geldende parkeertarieven.

    Parkeerontheffingen moeten door en op kosten van de netwerkaanbieder zelf worden aangevraagd. Dit geldt ook voor eventuele onderaannemers die worden ingeschakeld door de netwerkaanbieder.

    Bij het niet naleven hiervan kan door parkeerbeheer en/of politie procesverbaal volgen.

    Niet meer benodigde materialen en materieel dienen zodanig te worden opgeslagen, dat hiervan geen hinder wordt ondervonden. Bij beëindiging van de werkzaamheden dienen deze materialen te zijn opgeruimd.

6. Particulieren / bedrijven in de openbare ruimte

  • 6.1

    Een particulier en/of bedrijf is na een positief instemmingbesluit de beheerder.

  • 6.2

    Als kabel en leidingbeheerder is men wettelijk verplicht volgens de wet WION (grondroerdersregeling) de ligginggegevens van de kabels en/of leidingen vanaf 1 juli 2010 geautomatiseerd / digitaal te verstrekken aan het kadaster.

    Het verlenen van een instemmingbesluit door de gemeente ontslaat de aanvrager niet van de bepalingen in de wet WION.

  • 6.3

    Particulieren en/of bedrijven (niet zijnde Telecombedrijven en/of Nutsbedrijven ) zijn voor het hebben van een kabel- en/of leiding in openbare grond volgens de “verordening op de heffing en invordering van precariobelasting“ een jaarlijkse vergoeding per strekkende meter verschuldigd.

Combi-profiel