Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tholen

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Tholen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTholen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Tholen
CiteertitelVerordening Cliëntenparticipatie Wwb en WIJ gemeente Tholen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikelen 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 8 van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid en onderdeel d van de Wet investeren in jongeren

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2015Onbekend

10-12-2009

Gemeenteblad nr 13/2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Tholen

De raad van de gemeente Tholen;

gezien het advies van de Commissie Samenleving, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen d.d. 27 oktober 2009;

gelet op de artikelen 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 8 van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid en onderdeel d van de Wet investeren in jongeren, overwegende dat het noodzakelijk is de wijze waarop bijstandsgerechtigden en jongeren betrokken worden bij de uitvoering van de wet, bij verordening te regelen;

b e s l u i t :

in te trekken de 'Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand' en vast te stellen de volgende 'Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Tholen'.

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de wet:

    de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet investeren in jongeren (Wij).

  • b.

    de gemeenteraad:

    de gemeenteraad van Tholen.

  • c.

    raadscommissie:

    de commissie van de gemeenteraad waaronder het beleidsgebied van werk en inkomen valt.

  • d.

    het college:

    het college van burgemeester en wethouders.

  • r.

    Werk en Inkomen:

    de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Tholen.

  • f.

    cliënten:

    de in de gemeente Tholen woonachtige personen bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Wet werk en bijstand, te weten zij die algemene bijstand ontvangen, in de gemeente Tholen woonachtige personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de Wet werk en bijstand, in de gemeente Tholen woonachtige personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet, in de gemeente Tholen woonachtige niet-uitkeringsgerechtigden en in de gemeente Tholen woonachtige personen zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet investeren in jongeren.

  • g.

    de cliëntenraad:

    de door het college ingestelde cliëntenraad.

HOOFDSTUK 2 - BEPALINGEN OVER DE CLIËNTENRAAD

Artikel 2 - Taak van de cliëntenraad

De cliëntenraad heeft een drieledige taak:

  • a.

    zij draagt zorg voor informatie, hulp en advies aan cliënten en komt op voor hun belangen;

  • b.

    zij brengt gevraagd en ongevraagd advies uit over alle zaken die binnen de gemeentelijke beleidsvrijheid vallen en van belang zijn voor mensen met een inkomen rond het minimum;

  • c.

    zij stelt onderwerpen die de kwaliteit van de dienstverlening van Werk en Inkomen betreffen aan de orde en doet verbetervoorstellen.

De cliëntenraad kan haar adviezen zowel aan Werk en Inkomen, het college als (commissies van) de gemeenteraad uitbrengen.

Artikel 3 - Samenstelling, voordracht, benoeming en zittingsduur

  • 1.

    Er wordt een onafhankelijke commissie ingesteld, te weten de cliëntenraad.

  • 2.

    Bij de samenstelling van de cliëntenraad wordt gestreefd naar een zo breed mogelijke samenstelling vanuit/namens de cliënten.

  • 3.

    De cliëntenraad heeft een maximaal aantal van negen (9) leden.

  • 4.

    Het staat de cliëntenraad vrij om voor bepaalde onderwerpen een commissie in te stellen, waarvan ook mensen van buiten de cliëntenraad deel kunnen uitmaken.

  • 5.

    De leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd voor een periode van 3 jaar. Het college van burgemeester en wethouders stelt dit voorstel op, op basis van een voordracht van de cliëntenraad. Aftredende leden zijn in principe herbenoembaar voor een tweede termijn.

  • 6.

    De cliëntenraad benoemt uit haar midden een voorzitter.

  • 7.

    Leden die tussentijds ontslag nemen doen hiervan schriftelijk mededeling aan de cliëntenraad en het college. Bij tussentijds ontslag geldt een opzegtermijn van één (1) maand.

  • 8.

    Indien de meerderheid van de leden van de cliëntenraad van mening is dat een lid de constructieve werking van de cliëntenraad in de weg staat of deze in diskrediet brengt, legt de cliëntenraad een verzoek tot ontslag voor aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 9.

    Leden die niet langer uitkeringsgerechtigd zijn kunnen hun lidmaatschap voortzetten tot aan de afloop van hun benoemingstermijn.

HOOFDSTUK 3 - INFORMATIE, OVERLEG EN ADVIES

Artikel 4 - Informatieverschaffing

  • 1.

    De cliëntenraad ontvangt van gemeentewege alle informatie die nodig is voor haar taakvervulling op een zodanig tijdstip dat er daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming en besluitvorming.

Artikel 5 - Periodiek overleg

  • 1.

    Ten minste vijf keer per jaar vindt overleg plaats tussen de cliëntenraad en een namens de gemeente aan te wijzen vertegenwoordiger(s).

  • 2.

    In overleg met de voorzitter van de cliëntenraad stelt de vertegenwoordiger van de gemeente de tijd, plaats en agenda van deze vergaderingen vast. De vertegenwoordiger van de gemeente roept de vergadering ten minste 7 dagen van te voren bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving, vergezeld van de agenda.

  • 3.

    Het voorzitterschap van het periodiek overleg wordt waargenomen door de wethouder of bij diens afwezigheid het afdelingshoofd of diens vervanger.

Artikel 6 - Adviesbevoegdheid van de cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad brengt gevraagd of ongevraagd advies uit over alle onderwerpen, regelingen en voorzieningen met betrekking tot cliënten - alsmede over door het college uit te brengen verslagen aan de gemeenteraad - en wordt hierin tijdig betrokken.

  • 2.

    De reactie van de cliëntenraad wordt binnen 4 weken uitgebracht en afzonderlijk bij de agendastukken gevoegd. Als een aanbeveling van de cliëntenraad niet wordt overgenomen, wordt dit desgewenst gemotiveerd.

  • 3.

    Raadsvoorstellen betreffende onderwerpen waarop de cliëntenraad adviesbevoegdheid heeft, worden opgeschort zolang de gemeenteraad de aanbevelingen van de cliëntenraad niet heeft ontvangen.

  • 4.

    Het college c.q. de gemeenteraad informeert de cliëntenraad over wat er met het advies van de cliëntenraad is of zal worden gedaan.

Artikel 7 - Faciliteiten, eigen budget, ambtelijk secretaris, jaarverslag en huishoudelijk reglement

  • 1.

    Van gemeentewege wordt, voor zover het binnen de mogelijkheden van het gebouw te realiseren is, zorggedragen voor het beschikbaar stellen aan de cliëntenraad van passende kantoor-, vergader- en spreekkameraccommodatie die ook toegankelijk is voor mensen met een functiebeperking, middels reservering via de afdeling Werk en Inkomen door een nader aan te wijzen persoon. Tevens wordt zorggedragen voor de beschikbaarstelling van de benodigde faciliteiten, zoals telefoon, computer met printer, internet en kopieerapparaat voor zover dit binnen de mogelijkheden van het gebouw te realiseren is.

  • 2.

    De kosten van de cliëntenraad komen ten laste van het budget voor de cliëntenraad dat wordt vastgesteld door de gemeente. De cliëntenraad beschikt daarvan over een eigen jaarbudget en dient daartoe een begrotingsvoorstel in. Het budget daarvoor wordt door de gemeenteraad vastgesteld en voorziet behalve in de eigen activiteiten en (reis-)kosten mede in de benodigde deskundigheidsbevordering en communicatie met de achterban, alsmede in overleg met andere cliëntenraden in regionaal en/of provinciaal verband.

  • 3.

    Indien externe advisering noodzakelijk is en de kosten hiervan niet door het budget van de cliëntenraad worden gedekt is voorafgaande toestemming vereist.

  • 4.

    De gemeente draagt er zorg voor dat de cliëntenraad op haar verzoek ambtelijk wordt ondersteund. De ambtenaar is geen lid van de cliëntenraad en treedt op als intermediair tussen de cliëntenraad en het ambtelijk apparaat van de gemeente. Verzoeken om informatie, antwoorden op vragen, voorzieningen e.d. lopen via de ambtenaar en deze bewaakt de tijdige afhandeling. Over de inrichting en taak van het ambtelijk secretariaat worden nadere afspraken gemaakt.

  • 5.

    De cliëntenraad brengt jaarlijks voor 1 mei schriftelijk verslag uit over haar activiteiten in het afgelopen jaar aan de gemeenteraad en het college.

  • 6.

    De cliëntenraad voorziet zelf in een huishoudelijk reglement.

HOOFDSTUK 4 - KOSTEN, SAMENWERKING EN EVALUATIE

Artikel 8 - Kostenvergoeding periodiek overleg

De leden van de cliëntenraad hebben recht op een door de gemeenteraad vast te stellen forfaitaire kostenvergoeding en een vergoeding voor reis- en verblijfskosten voor het verrichten van vrijwilligerswerk.

Artikel 9 - Geen benadeling

Leden van de cliëntenraad ondervinden op geen enkele wijze enig nadeel uit hoofde van de uitoefening van hun functie. Leden van de cliëntenraad kunnen niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Artikel 10 - Regionale Samenwerking

  • 1.

    Het staat de cliëntenraad vrij zich regionaal en landelijk aan te sluiten bij verwante samenwerkingsverbanden.

  • 2.

    Indien een hechtere regionale samenwerking wordt beoogd en aanleiding zou geven tot het maken van wijzigingen in deze verordening, worden de benodigde wijzigingsvoorstellen voorgelegd aan het college.

Artikel 11 - Evaluatie

In het overleg tussen de vertegenwoordiger van de gemeente en de cliëntenraad zullen de deelnemers aan het overleg jaarlijks evalueren of de gekozen opzet van de cliëntenparticipatie goed voldoet. In het jaarverslag van de cliëntenraad wordt hier melding van gemaakt.

HOOFDSTUK 5 - SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 - Geheimhoudingsplicht

De cliëntenraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente zal de cliëntenraad informatie met een vertrouwelijk karakter niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 13 - Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 14 - Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren.

Artikel 15 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 16 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening Cliëntenparticipatie Wwb en WIJ gemeente Tholen'.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 10 december 2009.

, voorzitter.

, griffier.

Toelichting Visie als uitgangspunt

Een vitale samenleving vraagt om actieve participatie van haar burgers. Dit vooronderstelt een uitnodigende houding van de overheid (en andere instanties!) om mensen bij beleid en uitvoering te betrekken. Tegen deze achtergrond omvat participatie altijd meer dan in een verordening kan worden vastgelegd. In deze verordening hebben wij ons beperkt tot het vastleggen van globale rechten en plichten.

 

Hieronder volgt per artikel, waar nodig, een toelichting.

 

Artikel - 1

In het huishoudelijk reglement zal opgenomen worden dat de leden van cliëntenraad woonachtig zijn in de gemeente Tholen.

 

Artikel - 2

De gemeente heeft haar eigen verantwoordelijkheid voor rechtstreekse communicatie met haar cliënten, individueel of collectief.

Een cliëntenraad voert overleg met de gemeente vanuit het perspectief van cliënten en op basis van kennis van zaken.

De in dit artikel genoemde taken worden door de cliëntenraad zelf of op haar verzoek door derden uitgevoerd.

De cliëntenraad kan haar adviezen zowel aan de afdeling Werk en Inkomen, het college als (commissies van) de gemeenteraad uitbrengen. Dat vraagt niet alleen om goede afspraken met het college en de afdeling Sociale Zaken, maar ook om initiatief van de gemeenteraad om cliënten en hun vertegenwoordigers proactief bij de beleidsvorming te betrekken. Adviezen kunnen niet de positie van individuele cliënten betreffen.

De bedrijfsvoering is uitgesloten van advisering aangezien dit niet direct met het beleidsterrein te maken heeft.

 

Artikel - 3

Om voldoende te kunnen functioneren dient de cliëntenraad uit minimaal 5 personen te bestaan.

De wijze van werving van nieuwe leden voor de cliëntenraad wordt omschreven in het huishoudelijk reglement.

Er wordt geen voorkeur uitgesproken voor een cliëntenraad bestaande uit alleen vertegenwoordigers van de doelgroep of een raad met een bredere samenstelling. Gewaakt moet worden bij een bredere samenstelling, dat vertegenwoordigers van organisaties niet domineren. Gestreefd moet worden naar een verhouding van een vertegenwoordiger van een organisatie op drie vertegenwoordigers van de doelgroep.

De cliëntenraad kan naast een voorzitter ook een secretaris en/of penningmeester uit haar midden benoemen.

In deze verordening kan niet worden gesteld dat aan leden van de cliëntenraad ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling wordt verleend. Individueel moet namelijk worden vastgesteld dat er sprake is van zwaarwegende argumenten en/of dringende redenen zoals benoemd in het re-integratiebeleid om tijdelijke ontheffing te verlenen van de verplichting om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden.

 

Artikel - 4

Om de cliëntenraad in staat te stellen optimaal te functioneren, is het noodzakelijk dat zij jaarlijks een werkplan kan opstellen. Dat betekent, dat de cliëntenraad haar werkzaamheden moet kunnen afstemmen op de planning van te behandelen onderwerpen in het gemeentelijke circuit van besluitvorming. Dit vergroot de kansen op kwaliteit en vroegtijdige en effectieve advisering. Om de cliëntenraad in staat te stellen zich tijdig voor te bereiden, ontvangt zij de het collegeprogramma van Werk en Inkomen.

In uitzonderingssituaties kan het wegens de voortgang van een proces voorkomen dat een termijn niet gehandhaafd kan worden. Het staat de cliëntenraad vrij overleg te plegen met de betreffende gemeentelijke beleidsfunctionarissen omtrent conceptraadsvoorstellen, voor zover deze onderwerpen het beleidsterrein met betrekking tot de doelgroep van de cliëntenraad betreft.

 

Artikel - 5

Het periodiek overleg wordt gevoerd met de portefeuillehouder of bij diens afwezigheid het afdelingshoofd of diens vervanger. Tevens is een inhoudsdeskundige van de afdeling Werk en Inkomen aanwezig. In het huishoudelijk reglement wordt de wijze waarop personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van het periodiek overleg kunnen aanmelden opgenomen. Het periodiek overleg vindt plaats al ten minste drie leden van de cliëntenraad aanwezig zijn. De periodieke vergadering is openbaar en biedt de mogelijkheid om de achterban te informeren over de te behandelen agendapunten. Inspraakrecht is mogelijk. Vanwege reservering van de ruimte moeten belangstellenden zich tijdig melden.

 

Artikel - 6

Als de raad het besluit heeft genomen, dat het college verslag uitbrengt over de uitvoering van het beleid van Werk en Inkomen aan de raad is het van belang om juist op dit onderdeel de adviezen van de cliëntenraad zwaar te wegen. Het geeft de mogelijkheid de verschillende verordeningen in het kader van de Wet werk en bijstand tegen het licht te houden. Zie voor dit punt ook artikel 2b.

De verslagen bedoeld in lid 1 betreffen zaken die betrekking hebben op Werk en Inkomen.

De periode van adviesbevoegdheid kan in overleg verkort dan wel verlengd worden. Indien noodzakelijk voor afdeling Werk en Inkomen om een advies te kunnen voorbereiden wordt de reactie van de cliëntenraad eerder uitgebracht.

 

Artikel - 7

Het is van belang, dat de cliëntenraad over een eigen budget beschikt. Dit is een deel van het budget voor de cliëntenraad dat door de raad wordt vastgesteld. Hiertoe wordt door de cliëntenraad een begroting ingediend waarin de activiteiten worden benoemd. De hoogte van de begroting is mede afhankelijk van de faciliteiten die van gemeentewege beschikbaar worden gesteld. De reis-/verblijfkosten voor het periodiek overleg worden geregeld in artikel 8. De kosten kunnen worden vergoed nadat daarvoor uitdrukkelijk schriftelijke toestemming is verleend door het afdelingshoofd Werk en Inkomen. Een declaratieformulier met nota wordt ingeleverd. De gemeente (ambtelijk secretaris) is verantwoordelijk voor het maken van een verslag van het periodiek overleg. Dit wordt in het eerstvolgende periodiek overleg vastgesteld. Het huishoudelijk reglement voor intern gebruik voorziet in een omschrijving van de wijze waarop de cliëntenraad dient te functioneren en wordt in onderling overleg vastgesteld.

 

Artikel - 8

Het werk van de cliëntenraad is vrijwilligerswerk, er wordt namelijk geen loon uitbetaald voor verrichte werkzaamheden, het werk heeft geen commercieel karakter en de werkzaamheden zijn maatschappelijk nuttig. Op grond van artikel 8 van de Verordening hebben alle leden van de cliëntenraad jaarlijks recht op een forfaitaire vergoeding voor het volgen van periodiek overleg.

De hoogte van de forfaitaire vergoeding is gebaseerd op het jaarlijks bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag dat op grond van artikel 31 van de Wet werk en bijstand (WWB) kan worden vrijgelaten voor het verrichten van vrijwilligerswerk. Als niet wordt deelgenomen aan het periodiek overleg wordt de vergoeding verlaagd met een evenredig deel. Als de feitelijke kosten voor deelname aan het periodiek overleg hoger zijn dan de vergoeding, moet dit worden aangetoond.

 

Artikel - 9

Leden van de cliëntenraad kunnen niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld, behoudens situaties waarbij niet vanuit de functie wordt gehandeld maar op persoonlijke titel.

Artikel - 10

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel - 11

Zie voor dit artikel ook artikel 5 van de verordening.

 

Artikel - 12

Artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht luidt:

  • 1.

    Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 2.

    Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.

 

Omdat de mogelijkheid bestaat dat de cliëntenraad kennis neemt van vertrouwelijke informatie is het goed zich ervan rekenschap te geven dat hierop de geheimhoudingsplicht van artikel 2:5 van de

Algemene wet bestuursrecht rust. Na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het college mag de cliëntenraad genoemde informatie aan derden verstrekken of publiek maken.

 

Artikel - 13

Niet alle zich mogelijk in de praktijk voordoende situaties kunnen in een verordening worden vastgelegd. Vandaar dat burgemeester en wethouders de bevoegdheid krijgen hierin te voorzien.

 

Artikel - 14, 15 en 16

Deze artikelen behoeven geen toelichting