Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Heerde

Reïntegratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz gemeente Heerde 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Heerde
Officiële naam regelingReïntegratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz gemeente Heerde 2009
CiteertitelReïntegratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz gemeente Heerde 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 7
  2. Wet werk en bijstand, art. 7, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2009nieuwe regeling

06-05-2009

Schaapskooi, 19-05-2009

Onbekend.

Tekst van de regeling

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college d.d. 31 maart en 14 april 2009;

gelet op artikel 7 en 8, lid 1 onderdeel a van de Wet werk en bijstand;

besluit vast te stellen de:

Reïntegratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz gemeente Heerde 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Heerde;

  • c.

    de raad: de raad van de gemeente Heerde;

  • d.

    de gemeente: de gemeente Heerde;

  • e.

    sociale activering: het verrichten van onbeloonde maatschappelijk zinvolle activiteiten gericht op arbeidsinschakeling of zelfstandige maatschappelijke participatie;

  • f.

    alleenstaande: de alleenstaande zoals bedoeld in artikel 4 onder a. van de wet;

  • g.

    alleenstaande ouder: de alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4 onder b. van de wet;

  • h.

    gezin: het gezin als bedoeld in artikel 4 onder c. van de wet;

  • i.

    gehuwden: gehuwden of degenen die daarmee gelijk te stellen zijn volgens artikel 3 van de wet;

  • j.

    kind: een kind als bedoeld in artikel 4 onder d. van de wet;

  • k.

    de doelgroep: de personen aan wie op grond van artikel 7, lid 1 onder a. van de wet door de gemeente ondersteuning kan worden geboden;

  • l.

    uitkeringsgerechtigde: een persoon die een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de wet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);

  • m.

    de belanghebbende: het lid van de doelgroep dat aanspraak maakt op ondersteuning of aan wie ondersteuning wordt geboden;

  • n.

    de werknemer: het lid van de doelgroep dat een dienstverband heeft met een werkgever die daarvoor subsidie ontvangt op grond van deze verordening;

  • o.

    ondersteuning: de ondersteuning als bedoeld in artikel 7 van de wet;

  • p.

    een traject: een proces waarbij 1 of meer reïntegratie-instrumenten worden ingezet;

  • q.

    reïntegratie-instrumenten: de instrumenten die het college ter beschikking heeft voor het bieden van ondersteuning als bedoeld in artikel 7 van de wet;

  • r.

    arbeidsinschakeling: de arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 6 onder b. van de wet;

  • s.

    wettelijk minimumloon: het wettelijk minimumloon dat van toepassing is op de werknemer, exclusief werkgeverslasten. Als op de werknemer een minimumjeugdloon van toepassing is, geldt dat als het voor hem geldende minimumloon;

  • t.

    arbeidsovereenkomst: een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Met een arbeidsovereenkomst wordt gelijk gesteld een aanstelling op grond van het ambtenarenrecht;

  • u.

    voorziening: elke vorm van ondersteuning gericht op arbeidsinschakeling.

Artikel 2 Opdracht aan het college

  • 1

    Het college biedt ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan leden van de doelgroep en een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling.

  • 2

    Het college zorgt voor een voldoende gevarieerd aanbod van reïntegratie-instrumenten. Het college houdt daarbij rekening met de aard en omvang van de door haar te bepalen doelgroepen en de instrumenten die het meest geschikt zijn voor de leden van die doelgroepen.

  • 3

    Het college kan bij het bepalen van het aanbod aan reïntegratie-instrumenten prioriteiten stellen in verband met de financiële mogelijkheden en met maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen.

  • 4

    Het college bevordert de beschikbaarheid van voorzieningen voor de opvang van kinderen jonger dan 12 jaar voor leden van de doelgroep, voor zover die opvang nodig is voor het volgen van een traject, of voor arbeidsinschakeling of voor het bereiken van het doel van een traject of een reïntegratie-instrument.

Artikel 3 Beleidsplan reïntegratie

  • 1

    Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast waarin prioriteiten worden aangegeven.

  • 2

    Dit plan omvat in elk geval:

    • a

      een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen waarbij een evenwichtige aanpak als uitgangspunt wordt genomen;

    • b

      de criteria voor het ontheffingenbeleid ten aanzien van de arbeidsverplichting waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de combinatie van werk en zorg.

Artikel 4 Sluitende aanpak

1.Elke uitkeringsgerechtigde ontvangt, indien het college dit noodzakelijk acht, na registratie bij het Werkbedrijf een aanbod voor een voorziening gericht op inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid met in acht neming van het bepaalde in artikel 5.
2.Het 1e lid is niet van toepassing indien het college heeft bepaald dat voor deze persoon een tijdelijke (volledige) ontheffing van de arbeidsverplichting geldt.
3.Het college kan in individuele gevallen afwijken van het bepaalde in het 1e lid.

Artikel 5. Verplichtingen van de cliënt

  • 1

    Een persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Ioaw, de Ioaz en de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 2

    Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het 2e lid, dan kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening WWB gemeente Heerde 2009.

  • 3

    Indien een persoon, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Artikel 6 Budget- en subsidieplafonds

  • 1

    Het college kan bij uitvoeringsbesluit 1 of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

  • 2

    Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

Hoofdstuk 2 Ondersteuning

Artikel 7 Doel van de ondersteuning

Het college kan aan een lid van de doelgroep ondersteuning bieden bij het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid of, als dat doel (nog) niet bereikbaar is, bij zelfstandige maatschappelijke participatie.

Artikel 8 Vorm van de ondersteuning

  • 1

    Ondersteuning kan worden geboden door het aanbieden van een traject, door het bieden van advies of doorverwijzing naar andere instanties.

  • 2

    Bij de inzet van reïntegratie-instrumenten wordt gekozen voor dat instrument dat beschikbaar is en dat het goedkoopst adequaat en toereikend is voor het doel dat wordt beoogd.

  • 3

    Reïntegratie-instrumenten die gericht zijn op de arbeidsinschakeling worden alleen ingezet als zonder die inzet het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid niet mogelijk is.

Artikel 9 Onderzoek

Het college kan voordat besloten wordt tot de inzet van reïntegratie-instrumenten een onderzoek (laten) doen naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling van belanghebbende.

Artikel 10 Verplichtingen

  • 1

    Onverminderd andere verplichtingen die gelden op grond van de wet of van andere wetten gelden voor de belanghebbende de volgende verplichtingen:

    • a

      het verstrekken van de inlichtingen aan het college die nodig zijn voor het bepalen van een geschikt traject en/of een geschikt reïntegratie-instrument;

    • b

      het meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden van arbeidsinschakeling;

    • c

      het naar vermogen uitvoering geven aan de verschillende onderdelen van het traject;

    • d

      na te laten hetgeen de realisatie van het traject belemmert.

  • 2

    Het niet-nakomen van 1 of meer verplichtingen als genoemd in lid 1 wordt gesanctioneerd overeenkomstig het bepaalde in de “Afstemmingsverordening WWB gemeente Heerde 2009”.

Hoofdstuk 3 Werk als instrument voor reïntegratie

Artikel 11 Voorziening

  • 1.

    In het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 wordt vastgelegd welke voorzieningen het college in ieder geval kan aanbieden alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2.

    Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3.

    Bij uitvoeringsbesluit kan het college ten aanzien van de voorzieningen, bedoeld in de artikelen 12 tot en met 18, met inachtneming van hetgeen daarover in het beleidsplan is bepaald nadere regels stellen. Deze regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op:

    • -

      de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

    • -

      de weigeringgronden bij het aanbieden van voorzieningen;

    • -

      de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of –vaststelling;

    • -

      de aanvraag van en de besluitvorming over subsidies en premies;

    • -

      de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

    • -

      het vragen van een eigen bijdrage;

    • -

      overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

  • 4.

    Het college kan een voorziening beëindigen:

    • a

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichtingen voortvloeiend uit de wet niet nakomt;

    • b

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

    • c

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan de arbeidsinschakeling.

Artikel 12 Reïntegratie-instrumenten

  • 1

    Binnen een traject vallen in ieder geval de volgende reïntegratie-instrumenten:

    • direct werk

    • jobhunting;

    • leer/werkstage;

    • scholing;

    • opstapbaan;

    • integraal reïntegratietraject met deelproducten;

    • sociale activering gericht op werk.

  • 2

    Een traject beslaat in beginsel minimaal 20 uur per week over maximaal 1 jaar tenzij in deze verordening anders wordt aangegeven.

  • 3

    Het traject kan ook schuldhulpverlening als instrument bevatten wanneer de schulden de reïntegratie in de weg staan.

  • 4

    Trajecten kunnen zowel door het college als door andere partijen worden verzorgd.

Artikel 13 Individuele Reïntegratie Overeenkomsten

  • 1

    Een belanghebbende kan het college een voorstel doen voor een individueel reïntegratietraject.

  • 2

    Het college kan na goedkeuring middelen beschikbaar stellen voor een traject als bedoeld in het 1e lid.

  • 3

    Dit traject wordt slechts goedgekeurd indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat door middel van het traject binnen een korte periode tegen aanvaardbare kosten arbeidsinschakeling kan worden bereikt.

  • 4

    Het traject kan bestaan uit inschakeling van een reïntegratiebedrijf en/of uit scholing.

  • 5

    Indien gebruik wordt gemaakt van een reïntegratiebedrijf dan worden de rechten en plichten in een overeenkomst vastgelegd tussen het college, de belanghebbende en het reïntegratiebedrijf, voordat het traject kan worden gevolgd.

Artikel 14 Direct Werk

  • 1

    Direct Werk heeft als doel het opdoen of behouden van arbeidsritme.

  • 2

    Het instrument kan tevens worden ingezet om een uitgebreide diagnose te stellen voor wat betreft de capaciteiten of competenties van een belanghebbende.

  • 3

    Gedurende maximaal 24 uur per week worden werkzaamheden verricht met behoud van uitkering.

  • 4

    Tijdens dit traject wordt er begeleiding geboden onder verantwoordelijkheid van het college.

  • 5

    De begeleiding kan worden gecombineerd met opleiding of training.

  • 6

    De duur van dit instrument is maximaal 26 weken aaneengesloten.

  • 7

    Indien het traject wordt onderbroken dan kan het worden verlengd totdat 26 weken werkzaamheden zijn verricht.

Artikel 15 Jobhunting

  • 1

    Jobhunting heeft als doel een belanghebbende direct te bemiddelen naar een dienstbetrekking.

  • 2

    De duur van jobhunting is 1 maand en kan tweemaal met 1 maand worden verlengd.

  • 3

    De bemiddeling kan worden gecombineerd met het volgen van een kortdurende cursus of training.

  • 4

    De bemiddeling en begeleiding zal in beginsel plaatsvinden door een reïntegratiebedrijf.

Artikel 16 Leer/werkstage

  • 1

    De leerwerkstage heeft als doel de belanghebbende met behoud van een gemeentelijke uitkering en door middel van een stage, werkervaring en vaardigheden op te laten doen in een bepaald vakgebied.

  • 2

    De maximale duur van een leerwerkstage is 6 maanden waarbij verlenging tot 1 jaar mogelijk is.

  • 3

    Een leerwerkstage kan gecombineerd worden met scholing of training.

  • 4

    De bemiddeling en begeleiding zal in beginsel plaatsvinden door een reïntegratiebedrijf.

Artikel 17 Scholing

  • 1

    De scholing heeft tot doel de afstand tot het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid te verkleinen of te overbruggen.

  • 2

    De scholing is beroepsgericht en duurt zo kort mogelijk, maar conform het bepaalde in artikel 11, lid 2 maximaal 1 jaar .

Artikel 18 Opstapbaan

  • 1

    De opstapbaan heeft als doel de belanghebbende werkervaring te laten opdoen teneinde duurzame deelname aan het arbeidsproces mogelijk te maken.

  • 2

    De opstapbaan kan in elke bedrijfssector worden gerealiseerd en duurt maximaal 1 jaar.

  • 3

    De opstapbaan gaat in principe vergezeld van een ongesubsidieerde baangarantie voor minimaal een jaar.

  • 4

    De werknemer is in beginsel voor 36 uur per week dan wel zoveel uren als nodig is om niet meer bijstandsafhankelijk te zijn in dienst bij de werkgever en ontvangt daarvoor loon, dat door de werkgever is bepaald.

  • 5

    De werkgever ontvangt een loonkostensubsidie van de gemeente als bedoeld in artikel 20.

  • 6

    De opstapbaan kan gecombineerd worden met scholing of training.

  • 7

    De bemiddeling en begeleiding zal in beginsel plaatsvinden door een reïntegratiebedrijf.

Artikel 19 Integraal reïntegratietrajecten met deelproducten

  • 1

    Het doel van een integraal reïntegratietraject is zo snel mogelijk de afstand die de belanghebbende naar algemeen geaccepteerde arbeid heeft te overbruggen.

  • 2

    Het traject naar werk heeft een tijdelijk karakter met de duur van in principe maximaal 1 jaar.

  • 3

    De belanghebbende behoudt gedurende het traject naar werk zijn uitkering op grond van de wet, tenzij in deze verordening anders is aangegeven.

  • 4

    De klantmanager stelt op basis van de diagnose en de probleemstelling het trajectplan op.

Artikel 20 Participatieplaats

  • 1

    Dit traject wordt ingezet indien een belanghebbende een grote afstand heeft tot de reguliere arbeidsmarkt.

  • 2

    Het traject bestaat uit het verrichten van additionele arbeid met behoud van uitkering waarbij de begeleiding plaatsvindt door de inlenende partij onder gemeentelijke verantwoordelijkheid.

  • 3

    De duur van het traject is maximaal 24 maanden.

  • 4

    De duur van het traject kan tweemaal met 1 jaar worden verlengd als belanghebbende nog geen volgende stap kan maken naar de arbeidsmarkt.

  • 5

    De gemeente beoordeelt uiterlijk 3 maanden voor afloop van het traject of een andere voorziening moet worden aangeboden of dat het traject met 1 jaar moet worden verlengd.

  • 6

    Indien het traject wordt verlengd zoals hierboven is bedoeld dan wordt het traject vervolgd bij een andere organisatie en worden andere werkzaamheden verricht.

Artikel 21 Sociale activering

  • 1

    Dit traject wordt ingezet indien een belanghebbende een grote afstand heeft tot de arbeidsmarkt.

  • 2

    Het doel van dit traject is een 1e stap te zetten op weg naar betaalde arbeid dan wel, indien arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, op zelfstandige maatschappelijke participatie.

  • 3

    Het traject naar werk heeft een tijdelijk karakter met conform het bepaalde in artikel 11, lid 2 een maximum van 1 jaar.

  • 4

    De belanghebbende behoudt gedurende het traject gericht op sociale activering zijn recht op uitkering op grond van de wet.

Artikel 22 Loonkostensubsidies

1.Het college verstrekt een subsidie aan werkgevers die met een persoon bedoeld in artikel 18 een arbeidsovereenkomst sluiten gericht op de arbeidsinschakeling;
2.De subsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing van betaalde arbeid plaatsvindt.
3.Bij uitvoeringsbesluit kan het college nadere regels stellen ten aanzien van het bepaalde in lid 2 en de duur van de subsidie, de hoogte, de uitbetaling en de voorwaarden die aan de subsidie worden verbonden.

Hoofdstuk 4 Premies

Artikel 23 Verstrekking premie

  • 1

    Het college kan aan personen met een gemeentelijke uitkering een premie toekennen.

  • 2

    Deze premie wordt verstrekt:

    • a

      bij het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid, niet zijnde gesubsidieerde arbeid;

    • b

      tijdens het volgen van een leer/werkstage als bedoeld in artikel 15;

    • c

      tijdens het succesvol vervullen van een participatieplaats als bedoeld in artikel 20.

Artikel 24 Premie aanvaarding algemeen geaccepteerde arbeid

  • 1

    De uitkeringsgerechtigde die minimaal 6 maanden aaneengesloten een uitkering ontvangt en algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt of als zelfstandige activiteiten is gaan ontplooien waarbij het inkomen tenminste gelijk is aan de van toepassing zijnde bijstandsnorm, heeft recht op een eenmalige premie als bedoeld in artikel 22.

  • 2

    Een belanghebbende die na afloop van een opstapbaan algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt of het werk behoudt dan wel als zelfstandige activiteiten is gaan ontplooien heeft recht op een premie als bedoeld in artikel 22.

  • 3

    De premie bedraagt € 500,00 en wordt verstrekt nadat de dienstbetrekking 6 maanden aaneengesloten heeft geduurd.

  • 4

    De premie kan op schriftelijke aanvraag of ambtshalve worden toegekend.

  • 5

    Geen recht op premie heeft diegene wiens recht op uitkering met terugwerkende kracht is ingetrokken.

  • 6

    De premie kan worden teruggevorderd indien deze is verleend als gevolg van het niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens door de uitkeringsgerechtigde.

  • 7

    De premie kan te allen tijde worden verrekend met vorderingen die het college op de uitkeringsgerechtigde heeft.

Artikel 25 Premie tijdens leer/werkstage

  • 1

    De uitkeringsgerechtigde heeft gedurende het volgen van een leer/werkstage als bedoeld in artikel 16 van deze verordening, recht op een stimuleringspremie.

  • 2

    De premie bedraagt € 100,00 per maand en wordt maandelijks achteraf betaalbaar gesteld.

  • 3

    De premie kan op schriftelijke aanvraag of ambtshalve worden toegekend.

  • 4

    Geen recht op premie heeft diegene wiens recht op uitkering met terugwerkende kracht is ingetrokken.

  • 5

    De premie kan worden teruggevorderd indien deze is verleend als gevolg van het niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens door de uitkeringsgerechtigde.

  • 6

    De premie kan te allen tijde worden verrekend met vorderingen die het college op de uitkeringsgerechtigde heeft.

Artikel 26 Premie participatieplaats

De belanghebbende die succesvol een participatieplaats vervult, heeft recht op een premie ter grootte van € 100,00 per maand.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 27 Hardheidsclausule

  • 1

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening indien de toepassing tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2

    Het college beslist in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

Artikel 28 Intrekking en citeertitel

Deze verordening vervangt de “Reïntegratieverordening gemeente Heerde 2004” en kan worden aangehaald als: “Reïntegratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz gemeente Heerde 2009”.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2009.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 6 mei 2009.

griffier, voorzitter,