Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012 |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 21-11-2011 Zutphense Koerier, 30-11-2011 | 66844 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak.
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien een belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in onderdeel 2 en onderdeel 3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht als bedoeld in onderdeel 2 en onderdeel 3 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. In afwijking hiervan moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen twee maanden na het einde van het parkeren, indien het parkeren aanvangt door middel van het aanmelden bij het centraal register.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 54,00.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op 21 november 2011
De voorzitter, de griffier,
Tarieventabel "Verordening Parkeerbelastingen 2012"
Het tarief voor een bezoekersvergunning als bedoeld in artikel 2 lid c. van de verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting 2012 , bedraagt per bezoek (geldend voor maximaal 4 uur) € 4,00
Indien voor een parkeervergunning parkeerbelasting is voldaan voor het gehele jaar en die parkeervergunning in de loop van het jaar wordt ingetrokken wordt over het aantal maanden ontheffing verleend als er na de datum van intrekking nog volle kalendermaanden overblijven.De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van burgemeester en wethouders, waarbij de parkeervergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de abonnementhouder voor een belastingtijdvak, waarvoor reeds betaling heeft plaatsgevonden, geen gebruik kan maken van het abonnement, wordt ontheffing van de geheven parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.
Gedeelten van de onder 1 genoemde eenheden van tijdsduur worden voor volle eenheden gerekend.
Deze tarieventabel behoort bij de “Verordening Parkeerbelastingen 2012”, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 november 2011.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van