Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Beleidsregel ter uitvoering van de handhaving van het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel ter uitvoering van de handhaving van het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT)
CiteertitelBeleidsregel besluit opslaan in ondergrondse tanks
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp723 milieubeheer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

280B

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Maatregel van Bestuur "Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT)"

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-07-1998nieuwe regeling

16-06-1998

Gemeenteblad 1998=10a

1998 98.80295

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel ter uitvoering van de handhaving van het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT)

 

 

De beleidsregel ter uitvoering van de handhaving van het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT).

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;

 

gelezen het voorstel van de sector VROM d.d. 27 mei 1998 onder kenmerk 98.80295 in het kader van de Samenwerking Uitvoering Milieutaken van de dertien gemeenten in het samenwerkingsgebied West-Friesland;

 

gelet op de haar toekomende bevoegdheden in de Algemene Maatregel van Bestuur "Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT)" welke is gebaseerd op de Wet bodembescherming en de Wet milieubeheer en het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

 

1. vast te stellen de navolgende beleidsregel:

 

ter uitvoering van de handhaving van het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT)

 

geldt het volgende:

Ondergrondse tanks kunnen in twee doelgroepen onderscheiden worden;

  • 1.

    de eerste groep betreft ondergrondse tanks die nog in gebruik zijn. De eigenaren van deze tanks zullen een jaarlijkse keuring op de tank (en tankleidingen) moeten laten plaatsvinden en de resultaten aan de gemeente toe te sturen, en ook een verzekering voor eventuele schade (lekkage etc.) dienen af te sluiten;

  • 2.

    de tweede groep betreft diè ondergrondse tanks die thans niet meer in gebruik zijn en ook (nog) niet gesaneerd zijn op de wettelijk vereiste manier. Deze tanks zijn potentiële bodemverontreinigers omdat na verloop van tijd de tank door corrosie etc. lek kan raken;

  • 3.

    Een eventueel nog aanwezig restant product kan dan in de bodem komen, met alle gevolgen van dien (hoge saneringskosten, aansprakelijkheidstelling door derden etc.).

 

ad. 1

Alle in gebruik zijnde ondergrondse tanks dienen jaarlijks gekeurd te worden te worden en de tank verzekerd moet zijn tegen schade door b.v. lekkage, terwijl alle ondergrondse tanks die buiten gebruik zijn, vanaf 1 maart 1998 gesaneerd moeten zijn;

 

ad. 2

Van tanks die gesaneerd hadden moeten zijn, zullen de eigenaren/gebruikers bestuurlijk aangeschreven worden de sanering van de tank alsnog te laten plaatsvinden;

  • -

    locaties van ondergrondse tanks die niet voldoen aan het BOOT zullen gecontroleerd gaan worden;

  • -

    bij het bestuurlijk optreden kan het opleggen van een dwangsom tot de mogelijkheden behoren;

  • -

    de handhaving geschied in samenwerking met de politie. Naast het bestuurlijk optreden kan ook strafrechtelijk optreden plaatsvinden;

 

Tanksanering kan tot 1 januari 1999 plaatsvinden door het reinigen van de tank en het vullen met een goedgekeurd middel of door de tank geheel te verwijderen, een en ander overeenkomstig de richtlijnen.

Vanaf 1 januari 1999 dient een te saneren tank altijd verwijderd te worden.

 

  • 2.

    te bepalen dat deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door opname in het Gemeenteblad en vervolgens bij de afdeling Voorlichting gedurende zes weken op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur voor een ieder ter inzage leggen van dit besluit.