Organisatie | Zoeterwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Grote Polder 2011-2015 |
Citeertitel | Verordening BI-zone Grote Polder 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | kaart als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van deze verordening. |
In de tekst is het raadsbesluit van 16 juni 2011 verwerkt waarin artikel 8, lid 2 van de verordening is gewijzigd.
Ingevolge de Verordening bedrijveninvesteringszone Grote Polder 2016 is deze verordening per 29 december 2015 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Experimentenwet Bedrijven Investeringszones, artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-06-2011 | 01-01-2011 | 01-01-2016 | In artikel 8, lid 2, is de zinsnede “Indien de heffingsmaatstaf beneden € 50.000 blijft, wordt geen belasting geheven.” gewijzigd in “Indien de heffingsmaatstaf beneden € 60.000 blijft, wordt geen belasting geheven. | 16-06-2011 Onbekend | to/09-409 RO/11 |
Verordening BI-zone Grote Polder 2011
De raad van de gemeente Zoeterwoude;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2009, to/09-409;
gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones); en gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder i.o. te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;
gezien het verzoek van de Coöperatie Park Management Grote Polder van 15 mei 2009;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Grote Polder 2011-2015
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening Zoeterwoude van toepassing.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2009
de griffier,
A.J. Niesthoven
de voorzitter,
E.G.E.M. Bloemen