Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoeterwoude

Kampeerverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoeterwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKampeerverordening
CiteertitelKampeerverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Toevoeging van een nieuw tweede lid aan artikel 2, waarin is vermeld dat paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen, hier niet van toepassing is.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-05-2011nieuwe regeling

14-04-2011

Leids Nieuwsblad, 04-05-2011

JWH/07- 237b

Tekst van de regeling

Intitulé

Kampeerverordening

Besluit van de Raad

 

Registernummer: JWH/07- 237b

 

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007,

 

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet,

 

Besluit:

 

vast te stellen de volgende KAMPEERVERORDENING.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

  • 1.

    rechthebbende: degene die krachtens een zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft over enig onroerend goed;

  • 2.

    kampeerplaats: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

  • 3.

    gebouw: een bouwwerk, niet zijnde een kampeerplaats, waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;

  • 4.

    jaarstandplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel dat gedurende het gehele jaar aldaar aanwezig mag zijn;

  • 5.

    seizoensstandplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen ven een kampeermiddel voor ten hoogste de periode 15 maart tot 31 oktober;

  • 6.

    toeristische standplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel, niet zijnde een bouwwerk, dat slechts gedurende een beperkte periode van ten hoogste enige weken aanwezig is;

  • 7.

    kampeermiddel: een tent, caravan of camper;

  • 8.

    agrarisch bedrijf: onder agrarisch bedrijf wordt verstaan een bedrijf dat bestemd is, en gebruikt wordt, voor het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden of het fokken van vee.

Hoofdstuk 2 aanvraag

Artikel 2
  • 1.

    Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden een kampeerplaats te exploiteren.

  • 2.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen, is hier niet van toepassing.

Artikel 3
  • 1.

    De aanvrager van een exploitatievergunning vermeldt in de aanvraag:

    • a.

      naam en adres van de rechthebbende en de beheerder van de kampeerplaats;

    • b.

      indien van toepassing een opgave van het aantal jaar-, seizoen- en toeristische standplaatsen en recreatiewoonverblijven op de kampeerplaats;

    • c.

      een opgave van het aantal toe te laten verblijfsrecreanten op of in de kampeerplaats;

    • d.

      de periode of het aantal dagen dat de kampeerplaats per kalenderjaar kan worden gebruikt;

    • e.

      Het aantal dames- en herentoiletten, het aantal wasbakken, het aantal tappunten voor koud en warm water en het aantal afzonderlijke drinkwatertappunten.

    • f.

      hoe de afvoer van vloeibare- en vaste afvalstoffen is geregeld;

    • g.

      hoe de drinkwatervoorziening is geregeld.

  • 2.

    Bij de aanvraag van een vergunning moeten de volgende bescheiden worden overgelegd:

    • a.

      een situatietekening in tweevoud van de kampeerplaats op schaal van ten minste 1 : 1.000 met een kadastrale omschrijving van het perceel waarop, indien van toepassing, is aangegeven:

      • -

        de plaats van de bestaande en op te richten gebouwen met hun functie;

      • -

        de aanwezige en aan te brengen randbeplanting, alsmede het assortiment waaruit deze randbeplanting bestaat;

      • -

        het verloop van de wegen en paden;

      • -

        de parkeergelegenheid;

      • -

        de kavelbegrenzing van de jaar- en seizoenstandplaatsen, alsmede de begrenzing van de plaatsen bestemd voor toeristisch kamperen en voor sport en spel;

      • -

        de aanwezige en te realiseren voorzieningen ter bestrijding van brand;

      • -

        een toelichting waaruit blijkt welke sanitaire voorzieningen er zijn er hoe de afvoer van vaste en vloeibare afvalstoffen is geregeld.

Artikel 4

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat niet alle bescheiden, genoemd in artikel 2 behoeven te worden overgelegd.

Hoofdstuk 3 Voorschriften

Artikel 5
  • 1.

    Burgemeester en wethouders verbinden aan de vergunning voorschriften met betrekking tot de geldigheid en duur van de vergunning.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorschriften verbinden.

Hoofdstuk 4 Slotbepaling
Artikel 6
  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

  • 2.

    deze verordening treedt in werking 8 dagen na de datum van bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 6 december 2007,

de griffier,

de voorzitter,