Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grave

Verordening mobiliteitsfonds Grave

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrave
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening mobiliteitsfonds Grave
CiteertitelVerordening mobiliteitsfonds Grave
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpRO/MR

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-08-201114-05-2013Nieuwe regeling

14-12-2010

Graafsche Courant

RO/MR

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening mobiliteitsfonds Grave

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.: 23 november 2010;

alsmede gelezen de raadinformatienota van burgemeester en wethouders d.d. 14 december 2010;

gehoord de beraadslaging en het amendement van de fracties van VVD, CDA en LPG;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

besluit: 

vast te stellen de

VERORDENING MOBILITEITSFONDS GRAVE

Artikel 1 Inleidende bepalingen, definities en begripsomschrijvingen

  • 1

    Het "Mobiliteitsfonds Grave" heeft tot doel om te zorgen voor voldoende parkeerplaatsen ook als dit binneneen bouwplan niet past. Bij bouwplannen of wijzigingen van de bestemming worden initiatiefnemers, op grondvan artikel 2.5.30, lid 1 van de bouwverordening, geacht op of onder eigen terrein te voorzien in voldoendeparkeergelegenheid. Indien hieraan niet kan worden voldaan, kan, onder voorwaarden, ontheffing wordenverleend, op basis van artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening. Aan deze ontheffing is een financiëleverplichting gekoppeld, de zogenaamde afkoopregeling. Met deze financiële verplichting wordt de gemeente instaat gesteld alsnog het benodigde aantal parkeerplaatsen en, eventueel, aanvullende infrastructurelevoorzieningen op een alternatieve locatie te realiseren.

  • 2

    In deze verordening wordt verstaan onder:a. binnenstad: het gebied, zoals dat op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig is aangegeven;b. bouwverordening: de bouwverordening van de gemeente Grave, vastgesteld bij besluit van degemeenteraad d.d. 9 februari 1993 en alle daarin nadien aangebrachte wijzigingen;c. mobiliteitsfonds: de door de gemeente geadministreerde voorziening onder de naam "MobiliteitsfondsGrave";d. parkeernormen: de gemeentelijke parkeernormen, vastgesteld bij besluit van burgemeester enwethouders d.d. 1 april 2008 en alle daarin nadien aangebrachte wijzigingen;e. parkeerbalans: het door burgemeester en wethouders vastgestelde rekenmodel om op basis vanparkeernormen te bepalen of er sprake is van een tekort of overschot aan parkeerplaatsen.

Artikel 2 Toepassingsbereik mobiliteitsfonds

  • 1

    Het "Mobiliteitsfonds Grave" geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente Grave.

  • 2

    Bij de toepassing van artikel 6 wordt, voor de gebieden gelegen buiten de binnenstad, op basis van de tabel inartikel 6, lid 1 tot 1 januari 2012 uitgegaan van een parkeerdruk van:a. 30% voor de functies waarvan als maatgevend moment is vastgesteld "Werkdag ochtend", "Werkdagmiddag" of "Zaterdagmiddag";b. 50% voor de functies waarvan als maatgevend moment is vastgesteld "Koopavond"tenzij een bouwplan de parkeervraag doet stijgen met meer dan 5 parkeerplaatsen. In dat geval zal door deinitiatiefnemer een parkeerdrukonderzoek overgelegd moeten worden dat betrekking heeft op het voor hetbouwplan maatgevend moment.

Artikel 3 Beheer van het mobiliteitsfonds

  • 1

    Het mobiliteitsfonds wordt door burgemeester en wethouders beheerd.

  • 2

    Het is uitsluitend aan burgemeester en wethouders om besluiten te nemen over het doen van uitgaven uit hetmobiliteitsfonds in het kader van het nakomen van op de gemeente rustende verplichtingen welke voortvloeienPagina 2uit de met de gemeente gesloten overeenkomsten met betrekking tot het voorzien in parkeergelegenheid zoalsbedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening.

  • 3

    Burgemeester en wethouders nemen bij de te nemen beslissingen de in de volgende artikelen geformuleerderegels in acht.

Artikel 4 Inkomsten van het mobiliteitsfonds

Het mobiliteitsfonds bevat de volgende gelden en inkomsten:a. gelden welke zijn betaald op grond van een met de gemeente gesloten overeenkomst met betrekking tot hetvoorzien in parkeergelegenheid zoals bedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 sub c van de bouwverordening;b. overige gelden die bij besluit van burgemeester en wethouders of gemeenteraad zijn of worden bestemd voorstorting in het mobiliteitsfonds;c. rente-inkomsten over de onder sub a en b van dit artikel genoemde gelden.

Artikel 5 Hoogte bijdrage aan het mobiliteitsfonds

  • 1

    De te realiseren parkeercapaciteit wordt berekend op basis van de parkeernormen zoals die van toepassingzijn op het moment van de indiening van de aanvraag om bouwvergunning.

  • 2

    Het aantal parkeerplaatsen waarvoor een storting in het mobiliteitsfonds verschuldigd is, wordt vastgestelddoor het aantal op eigen terrein gerealiseerde of nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering te brengen opde totale hoeveelheid voor het bouwplan noodzakelijke, te realiseren aantal parkeerplaatsen, voortvloeiendeuit de gehanteerde parkeernorm.

  • 3

    Het tarief voor de storting in het mobiliteitsfonds bedraagt (prijspeil 2010) € 10.000,-- per parkeerplaats.Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de jaarlijkse indexering van het in het voorgaande lidgenoemde bedrag volgens het CBS indexcijfer bouwkosten 1, met dien verstande dat:a. indexering voor het eerst zal plaatsvinden op 1 januari 2012;b. indexering niet zal kunnen leiden tot een verlaging van het tarief.

  • 4

    Afhankelijk van de effecten die het bouwplan op de gebiedsgerelateerde parkeerdruk heeft, kan op het tehanteren tarief een korting toegepast worden conform artikel 6.

Artikel 6 Korting op bijdrage aan het mobiliteitsfonds

  • 1

    Voor het bouwplan wordt het maatgevend moment van de parkeerdruk bepaald aan de hand van de volgendetabel.

     

    Functie

    Koopavond

    Werkdag ochtend

    Werkdag middag

    Zaterdag middag

    Wonen

    x

     

     

     

    Detailhandel

    x

     

     

     

    Supermarkt

     

     

     

    x

    Kantoor

     

     

    x

     

    Bedrijven

     

     

    x

     

    Sociaal cultureel

    x

     

     

     

    Sociaal medisch

     

     

    x

     

    Ziekenhuis

     

     

    x

     

    Dagonderwijs

     

    x

     

     

    Avondonderwijs

    x

     

     

     

    Bibliotheek

    x

     

     

     

    Museum

     

     

     

    x

    Restaurant

    x

     

     

     

    Cafe

    x

     

     

     

    Bioscoop

    x

     

     

     

    Sport

     

     

     

    x

     

  • 2

    Het bouwplan wordt opgenomen in de parkeerbalans zodat de gevolgen inzichtelijk worden die het bouwplanheeft op de parkeerdruk van het gebied waar het bouwplan onderdeel van uitmaakt. In de parkeerbalanswordt, behalve het bouwplan, rekening gehouden met de parkeergevolgen van bestaande functies,bouwplannen die gerealiseerd worden en bouwplannen die onderdeel uitmaken van het jaarlijks door degemeenteraad vast te stellen lijst van geprioriteerde bouwplannen.

  • 3

    Op basis van het maatgevend moment als bedoeld in het eerste lid wordt aan de hand van de parkeerbalansvastgesteld welke parkeerdruk, uit te drukken in een percentage, van toepassing is op het moment vangereedkomen van het bouwplan.

  • 4

    De voor het bouwplan van toepassing zijnde korting wordt bepaald aan de hand van de volgende tabel.

    Parkeerdruk %                       Korting< 30%                                    80%> 30% doch < 50%               60%> 50% doch < 70%              40%> 70% doch < 75%              30%> 75% doch < 80%              20%> 80% doch < 85%              10%> 85%                                        -

  • 5

    Op basis van een gemotiveerd verzoek van de particulier, natuurlijk persoon of rechtspersoon zijnde, kunnenburgemeester en wethouders gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van de verplichting tot storting in hetmobiliteitsfonds in geval toepassing van deze verordening naar hun oordeel zou leiden tot een onbillijkheid vanoverwegende aard. De gemeenteraad wordt onverwijld over een verzoek tot vrijstelling geïnformeerd.

Artikel 7 Uitgaven ten laste van het mobiliteitsfonds

  • 1

    Ten laste van het mobiliteitsfonds kunnen uitgaven worden gedaan voor de nakoming van de op de gemeenterustende verplichtingen welke voortvloeien uit overeenkomsten als bedoeld in artikel 4, sub a.

  • 2

    Ten laste van het mobiliteitsfonds kunnen uitgaven worden gedaan welke kunnen bijdragen aan hetoptimaliseren van de openbare parkeercapaciteit en aan de uitbreiding van de openbare parkeercapaciteit.Hiervoor geldt de beperking dat alleen gelden mogen worden ingezet welke zijn ingebracht in hetmobiliteitsfonds op basis van artikel 4, sub b en c.

  • 3

    Ten laste van het mobiliteitsfonds kunnen vervolgens uitgaven worden gedaan voor andere infrastructurelevoorzieningen zoals, onder andere, de aanleg van voet-/fietspaden voor zover er nog gelden resteren na hetvoldoen aan de verplichtingen zoals gesteld onder de leden 1 en 2 van dit artikel en zoals voortvloeiend uit dete sluiten overeenkomsten en welke verplichtingen in artikel 8 verder staan uitgewerkt.

Artikel 8 Verplichtingen

  • 1

    De particulier, natuurlijk persoon of rechtspersoon zijnde, verplicht zich door ondertekening van eenprivaatrechtelijke overeenkomst op basis van artikel 2.5.30 van de bouwverordening om een bedrag, teberekenen op grond van de artikelen 5 en 6 van deze verordening, te storten in het mobiliteitsfonds.

  • 2

    Op de aanvraag om bouwvergunning wordt eerst besloten na ontvangst van het bedrag als bedoeld in lid 1van dit artikel.

  • 3

    De gemeente aanvaardt de onder lid 1 van dit artikel genoemde gelden en verplicht zich om binnen de periodevan 10 jaar na dagtekening van de datum van ontheffingverlening het uit artikel 5, lid 2 voortvloeiende aantalparkeerplaatsen aan te leggen binnen een straal van 700 meter (binnenstad) respectievelijk 200 meter (buitende binnenstad), met het betreffende bouwinitiatief als middelpunt.

  • 4

    Indien de gemeente niet binnen 10 jaar na dagtekening van de datum van ontheffingverlening heeft voldaanwordt het gestorte bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, aan de particulier, natuurlijk persoon ofrechtspersoon zijnde, gerestitueerd.

Artikel 9 Wijziging of opheffing van het mobiliteitsfonds

  • 1

    Alleen de gemeenteraad kan besluiten tot het wijzigen of opheffen van het mobiliteitsfonds en de daarvanintegraal onderdeel uitmakende onderdelen.

  • 2

    De gemeenteraad kan slechts tot opheffing overgaan indien alle verplichtingen uit de met particulierengesloten overeenkomsten zijn nagekomen.

  • 3

    Indien na afwikkeling van de met particulieren gesloten overeenkomsten nog enig batig saldo mocht resteren,zal dit ten gunste komen aan de algemene middelen van de gemeente.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening mobiliteitsfonds Grave" en treedt in werking daags napublicatie.

  • 2

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Verordening mobiliteitsfonds Grave", vastgesteld bijraadsbesluit d.d. 22 april 2008, met dien verstande dat de ingetrokken verordening van toepassing blijft voorovereenkomsten die op grond daarvan gesloten zijn.

  • 3

    Een aanvraag om bouwvergunning die is ingediend vóór het tijdstip waarop deze verordening van kracht wordten waarop genoemd tijdstip nog geen vrijstelling is verleend als bedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 van debouwverordening, zijn de bepalingen van toepassing van de verordening, zoals deze luidden vóór deinwerkingtreding van deze verordening, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de bepalingen vandeze verordening worden toegepast.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 14 december 2010. 

De raad voornoemd,De griffier,                      De voorzitter, 

J.A.M. Roelofs               S. Haasjes-van den Berg