Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, regelende de taak, samenstelling en de werkwijze van de Monumentencommissie Geertruidenberg 2003 |
Citeertitel | Verordening, regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de Monumentencommissie Geertruidenberg 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Op 12 februari 2010 is de Verordening op de Monumentencommissie in werking getreden, waarbij deze Verordening is ingetrokken.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-12-2008 | 30-01-2003 | 12-02-2010 | Intrekking. | 30-01-2003 De Langstraat, 27 november 2008 | 30-01-2003, nr. 08 |
De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;
Mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg van 10 december 2002;
Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Monumentenwet en artikel 1 lid h van de Monumentenverordening 2003;
I. Qua benaming de huidige "Commissie Stadsgezicht en Monumentenzorg" na de inwerkingtreding van dit besluit
te benamen als "Monumentencommissie Geertruidenberg";
II. De samenstelling van de onder 1. bedoelde Monumentencommissie te handhaven totdat met betrekking tot een
"Integrale Monumenten- en Welstandscommissie" nadere voorstellen worden gedaan als besluitvorming heeft
plaatsgevonden omtrent het "Welstandsbeleid van gemeente Geertruidenberg" als uitvoeringsmaatregel van de
nader door het Rijk vast te stellen "Herziene Woningwet";
III. Vast te stellen de "Verordening regelende de taak, samenstelling en de werkwijze van de
Over planologische maatregelen, waarbij gemeentelijke- en/of rijksmonumenten, gemeentelijke beschermde stads of dorpsgezichten en beeldbepalende zaken als bedoeld in de "Monumentenverordening Geertruidenberg 2003" en de "Subsidieverordening Monumentenzorg 2003" zijn betrokken, dient de Monumentencommissie om advies te worden gevraagd.
In de Monumentencommissie dient deskundigheid vertegenwoordigd te zijn in kennis en aantoonbare vaardigheden op het gebied van:
· Architectuurgeschiedenis (Verplicht)
· Restauratiearchitectuur en bouwkunde (Verplicht)
· Bouwgeschiedenis (Verplicht)
· Stedenbouw(geschiedenis) (Verplicht)
· Geschiedenis van de stad en/of platteland (verplicht)
· Archeologiegeschiedenis (verplicht met ingang van besluitvorming omtrent het wettelijk kader in
relatie tot Verdrag v. Malta i.r.t. Monumentenwet)
- tot het moment dat met betrekking tot een "Integrale Monumenten- en Welstandscommissie" nadere
besluitvorming plaatsvindt in relatie tot het "Welstandsbeleid van gemeente Geertruidenberg" als
uitvoeringsmaatregel van de nader door het Rijk vast te stellen "Herziene Woningwet" een nader aan te wij-
zen lid van de commissie die vanwege de noodzakelijke continuiteit gedurende het jaar het meest
- vanaf het moment dat met betrekking tot een "Integrale Monumenten- en Welstandscommissie" nadere
besluitvorming heeft plaatsgevonden in relatie tot het "Welstandsbeleid van gemeente Geertruidenberg" als
uitvoeringsmaatregel van de nader door het Rijk vast te stellen "Herziene Woningwet" het lid van het college
van burgemeester en wethouders die de zorg voor de monumentenzorg en de archeologie in portefeuille
De Monumentencommissie en haar voorzitter zijn bevoegd om ambtenaren, adviseurs en/of deskundigen te horen en/of in te schakelen, echter met dien verstande, dat toestemming van burgemeester en wethouders nodig is indien aan het horen of inschakelen van adviseurs en/of deskundigen kosten voor de gemeente verbonden zijn.
Artikel 3 Benoeming en ontslag
De leden worden voor een periode van vier jaar door burgemeester en wethouders benoemd en kunnen éénmaal worden herbenoemd. Zij treden af volgens een door de Monumentencommissie op te stellen rooster. Voornoemde periode is korter als binnen de periode van 4 jaar in het kader van een "Integrale Monumenten- en Welstandscommissie" nadere besluitvorming plaatsvindt in relatie tot het "Welstandsbeleid van gemeente Geertruidenberg" als uitvoeringsmaatregel van de nader door het Rijk vast te stellen "Herziene Woningwet" in relatie tot de Monumentenwet;
Burgemeester en wethouders benoemen voor een periode van vier jaar een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, waarbij herbenoeming niet is uitgesloten. voornoemde periode is korter als binnen de periode van 4 jaar in het kader van een "Integrale Monumenten- en Welstandscommissie" nadere besluitvorming plaatsvindt in relatie tot het "Welstandsbeleid van gemeente Geertruidenberg" als uitvoeringsmaatregel van de nader door het Ruk vast te stellen "Herziene Woningwet" in relatie tot de Monumentenwet;
De leden van de Monumentencommissie ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding alsmede een reiskostenvergoeding die door burgemeester en wethouders jaarlijks worden vastgesteld.
Kan als gevolg van het onder lid 1 gestelde een vergadering niet doorgaan, dan wordt zo mogelijk met een tussentijd van tenminste 24 uur een nieuwe vergadering belegd. Wanneer ook dan het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt over de op de agenda vermelde onderwerpen beraadslaagd en geadviseerd door de aanwezig zijnde leden.
Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen vindt er herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering. De minderheid kan vorderen, dat haar afwijkende mening uit het advies blijkt. Adviezen worden met redenen omkleed en door de voorzitter en de secretaris getekend.
De Monumentencommissie c.q. de voorzitter kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding wordt zowel door de leden, die bij de behandeling aanwezig waren, als de ingevolge artikel 2 4 lid aanwezigen, in acht genomen tot de Monumentencommissie of de voorzitter de geheimhouding opheft.
Burgemeester en wethouders en de gemeentesecretaris kunnen de besloten vergaderingen als toehoorder bijwonen.
Van de werkzaamheden van de Commissie wordt jaarlijks voor 1 april van het daar- opvolgend jaar een schriftelijk verslag gemaakt dat ter kennis wordt gebracht aan burgemeester en wethouders en de raad.
Deze verordening, die kan worden aangehaald als "Verordening regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de Monumentencommissie Geertruidenberg 2003", treedt in werking met ingang van 30 januari 2003, zulks onder gelijktijdige intrekking van de Verordening regelende de bevoegdheden en de samenstelling van de Commissie Stadsgezicht en Monumentenzorg 1997 vastgesteld door de raad op 27 maart 1997.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 januari 2003.
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,
Drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere M.J.A. Meijer
De Monumentencommissie Geertruidenberg adviseert burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging over de volgende aangelegenheden:
A. De aanwijzing van beschermde gemeentelijke monumenten en de samenstelling van het register van
beschermde gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 3 en 6 van de “Monumentenverordening
B. De aanwijzing van beschermde rijksmonumenten als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988.
C. De aanwijzing van beschermde beeldbepalende zaken en de samenstelling van het register van beschermde
beeldbepalende zaken als bedoeld in artikel 21 en 22 van de “Monumentenverordening Geertruidenberg 2003”.
D. De aanwijzing van beschermde stads‑ en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988.
E. De aanwijzing van beschermde stads‑ en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 15 en de registratie daarvan
als bedoeld in artikel 17 van de “Monumentenverordening Geertruidenberg 2003”.
F. De aanwijzing van beschermde gemeentelijke archeologische monumenten als bedoeld in artikel 3 van
de “Monumentenverordening Geertruidenberg 2003”.
G. Aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11, 37 en 39 van de Monumentenwet 1988.
H. Aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 10, 11, 14, 20, 23 en 24 van de “Monumentenverordening
I. De uitvoering van de “Monumentenverordening Geertruidenberg 2003”.
J. Het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van het BRRM 1997 of de BRIM 2002 e.v.
K. Verzoeken om subsidie als bedoeld in de “Subsidieverordening Monumentenzorg 2003”.
L. De bevordering tot het herstel van beschermde rijks‑ en gemeentelijke monumenten en beeldbepalende zaken.
M. Advisering omtrent Beeldkwaliteitplannen, Cultuurhistorische analyses en effectrapportages voor gebieden,
die (ingrijpende)wijzigingen in de ruimtelijke ordeningsstructuur ondergaan.
N. Advisering omtrent de ontwikkeling van een integraal cultuurhistorisch beleid voor zowel bovengrondse‑
als ondergrondse zaken en terreinen.
O. Alle overige aangelegenheden, hiervoor niet gespecificeerd, die van belang (kunnen) zijn voor de
behartiging van de monumentenzorg en archeologie in de gemeente Geertruidenberg, waaronder de toepassing
van de Monumentenwet 1988, de Woningwet, de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Wet op de Stads‑ en
dorpsvernieuwing, de “Monumentenverordening Geertruidenberg 2003” en de “Subsidieverordening
Restauratieregelingen Gemeentelijke Monumenten en Beeldbepalende Panden gemeente Geertruidenberg 2003”.