Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Verordening op het burgerinitiatief gemeente Breda

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het burgerinitiatief gemeente Breda
CiteertitelVerordening Burgerinitiatief gemeente Breda
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpalgemeen
Externe bijlageStandaardformulier burgerinitiatief

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Gemeentewet, art. 192

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2006Nieuwe regeling

22-09-2005

Het Stadsblad Breda, 19-10-2005

24267

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief gemeente Breda

De raad van de gemeente Breda;

 

gezien het voorstel van de fracties GroenLinks, Partij van de Arbeid, Leefbaar Breda, Breda '97, Socialistische Partij en D'66 en met overname van de daarin vermelde overwegingen;

 

gelet op de artikelen 147 en 192 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

de bijgevoegde en gewaarmerkte Verordening Burgerinitiatief gemeente Breda vast te stellen.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van Breda;

  • b.

    B & W: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda;

  • c.

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid;

  • d.

    Ingezetenen: zij die hun werkelijke woonplaats, volgens de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA), in de gemeente Breda hebben.

  • e.

    Wijk: Breda kent diverse wijken. Officiële gegevens over benamingen en aantal bewoners per wijk worden steeds geactualiseerd en zijn te vinden op de website van de gemeente Breda (programma Bredata)

  • f.

    Buurt: Breda kent diverse buurten. Officiële gegevens over benamingen en aantal bewoners per buurt worden steeds geactualiseerd en zijn te vinden op de website van de gemeente Breda (programma Bredata)

Artikel 2

Ingezetenen van zestien jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 3

Een burgerinitiatief moet betrekking hebben op een zaak die binnen de competentie van de raad valt.

Een burgerinitiatief kan niet gaan over:

  • a.

    de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • b.

    gemeentelijke procedures;

  • c.

    de gemeentelijke organisatie;

  • d.

    vaststelling en wijziging van de gemeentebegroting;

  • e.

    gemeentelijke tarieven;

  • f.

    geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

  • g.

    handelingen en gedragingen van leden van B & W, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door de raad of B & W vastgestelde klachtenregeling;

  • h.

    benoemingen of functioneren van personen;

  • i.

    onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft open gestaan;

  • j.

    voorstellen die al eerder door de raad zijn behandeld en waarin zich geen nieuwe feiten hebben voorgedaan.

Artikel 4
  • 1.

    Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Het burgerinitiatief wordt ondersteund door tenminste het volgende aantal ingezetenen van zestien jaar en ouder:

    • a.

      voor verzoeken met een buurtgericht karakter: 5 % van het aantal initiatiefgerechtigde buurtbewoners; peildatum daarbij is 1 januari voorafgaand aan de datum van indiening.

    • b.

      voor verzoeken met een wijkgericht karakter: 2 % van het aantal initiatiefgerechtigde wijkbewoners; peildatum daarbij is 1 januari voorafgaand aan de datum van indiening.

    • c.

      voor verzoeken met een wijkoverstijgend of gemeentelijk karakter: 1 % van het aantal initiatiefgerechtigde inwoners; peildatum daarbij is 1 januari voorafgaand aan de datum van indiening.

  • I.

    De ondersteuning bedoeld in lid 2 blijkt uit ondertekening door de ingezetene van een aan het burgerinitiatief gehecht formulier. Daartoe dient gebruik te worden gemaakt van het bij deze verordening als bijlage gevoegde en als zodanig behorende formulier ‘handtekeningenlijst burgerinitiatief’.

  • II.

    Een ondertekening als bedoeld in het vorige lid is pas geldig als naast de handtekening tevens de naam, het adres en de geboortedatum, volgens de GBA, van de ingezetene worden vermeld.

  • III.

    Digitale handtekeningen zijn niet geldig.

Artikel 5
  • 1.

    Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.

  • 2.

    De initiatiefnemer vermeldt het te bereiken doel en de naar zijn mening noodzakelijke middelen om dit doel te bereiken. Tevens vermeldt hij een globale raming van de kosten die met de uitvoering gemoeid zullen zijn.

  • 3.

    Het burgerinitiatief vermeldt de naam, adres en de geboortedatum van minimaal een en maximaal drie ingezetenen die als initiatiefnemers optreden.

Artikel 6
  • 1.

    De voorzitter van de raad toetst een burgerinitiatief aan de eisen als bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 en kan, indien het burgerinitiatief naar zijn oordeel niet aan deze eisen voldoet, besluiten het burgerinitiatief niet naar de raad door te geleiden.

  • 2.

    Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 4 en 5 stelt de voorzitter van de raad voordat hij een besluit neemt als bedoeld in het eerste lid de initiatiefnemers bedoeld in artikel 5, derde lid, gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 3.

    De termijn in het tweede lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het tweede lid.

  • 4.

    De voorzitter van de raad deelt de initiatiefnemers schriftelijk mede of hij het burgerinitiatief wel of niet naar de raad zal doorgeleiden.

Artikel 7
  • 1

    De voorzitter van de raad informeert het Fractievoorzittersoverleg in de eerstvolgende vergadering van dit overleg over een ontvangen burgerinitiatief, tenzij de agenda hiervoor reeds is verzonden.

  • 2

    Het Fractievoorzittersoverleg adviseert de voorzitter van de raad over de vraag aan welke raadscommissie een door de voorzitter van de raad doorgeleid burgerinitiatief voor advies wordt voorgelegd, waarna de voorzitter van de raad hierover besluit.

  • 3

    De voorzitter van de raad zendt het voorstel, op de juiste wijze geredigeerd, voor advies aan een door hem aangewezen raadscommissie. Tevens zendt hij het voorstel aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 4

    Alvorens de raadscommissie zijn advies aan de raad uitbrengt, wordt het college in de gelegenheid gesteld een advies aan de commissie te zenden. Het college krijgt hiervoor zes weken de gelegenheid, te rekenen vanaf de dag waarop het initiatiefvoorstel van de voorzitter van de raad is ontvangen.

  • 5

    De raadscommissie agendeert het voorstel voor zijn eerstvolgende reguliere vergadering, nadat het advies van het college is ontvangen, tenzij de uitnodiging en agenda voor deze vergadering al is verzonden.

  • 6.

    De voorzitter van de raadscommissie stelt een of meer initiatiefnemers, als bedoeld in artikel 5, derde lid, in de gelegenheid om deel te nemen aan de beraadslaging in de commissie over het burgerinitiatief.

  • 7.

    De Raad besluit over het initiatiefvoorstel in de eerstvolgende reguliere vergadering nadat de commissie hierover advies heeft uitgebracht, tenzij de agenda hiervoor reeds is verzonden.

  • 8.

    In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter van de raad toestemming verlenen om van de, in lid 1, 4, 5 en 6 gestelde termijnen af te wijken.

  • 9.

    De voorzitter van de raad informeert de initiatiefnemer over de procedurele behandeling alsmede over het uiteindelijke besluit van de raad.

Artikel 8
  • 1.

    De voorzitter van de raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, derde lid, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van het raadsbesluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 2.

    Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt B & W de vertegenwoordigers binnen twee weken na de kennisgeving zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker nadere inlichtingen kunnen worden verkregen.

Artikel 9

Deze verordening treedt op 1 januari 2006 in werking.

Artikel 10

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Burgerinitiatief gemeente Breda’.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 22 september 2005

, voorzitter.

, griffier.

Formulier Handtekeningenlijst Burgerinitiatief

Standaardformulier burgerinitiatief