Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004
CiteertitelVerordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-04-200401-01-200401-09-2007Intrekking.

29-01-2004

Gemeentekrant, 2004, nr. 7

2004-01-29, nr. 8

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004

 "Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004"

 

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

 

mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van

Geertruidenberg 16 december 2003;

 

gelet op de artikelen 44 en 95 tot en met 99 van de Gemeentewet, het

Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en

commissieleden;

 

 

BESLUIT

 

 

Vast te stellen de navolgende:

 

"Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004" 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • d.

    Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;

  • e.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • f.

    raadslid: lid van gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • g.

    Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1

    Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden 

  • 2

    Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 aan op de dag van het afleggen van de eed of belofte bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet. 

  • 2

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet. 

  • 3

    De vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden maandelijks uitbetaald.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1

    De ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed. 

  • 2

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.

 

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1

    Cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 

  • 2

    Voor deelname aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, ontvangen de leden van de raad een persoonlijk budget. Het budget per raadslid bedraagt € 1.085,-- voor de gehele zittingsperiode en wordt direct bij de aanvang van het raadslidmaatschap beschikbaar gesteld. Daarboven worden de eventuele reiskosten op declaratiebasis vergoed tot een maximum bedrag van € 74,-- per raadslid per jaar. 

  • 3

    Voor deelname aan een cursus, congres, seminar of symposium als bedoeld in lid 2, dient het raadslid zich vooraf aan te melden via een formulier bij de fractievoorzitter, die toetst of deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. Indien de aanvraag positief is beoordeeld, vindt er nog een ambtelijke toets plaats om na te gaan of het beschikbare budget toereikend is. 

  • 4

    De bedragen als genoemd in lid 2 worden jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van de consumentenprijsindex. 

Artikel 8 Computer, monitor en printer

  • 1

    Aan het raadslid wordt voor de uitoefening van het raadslidmaatschap opaanvraag een computer, monitor en printer met de daarbij behorende functionele software in bruikleen ter beschikking gesteld. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt daarbij de soort en de specificaties van de hardware en softwarepakketten. 

  • 2

    Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 

  • 3

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 4

    Ten behoeve van het zakelijk gebruik van de computer wordt aan een raadslid per kalenderjaar maximaal 2 pakken papier van elk 500 vellen en 2 zwart-cartridges voor verbruik ter beschikking gesteld. 

Artikel 9 Spaarloonregeling

Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentepersoneel geldende spaarloonregeling. 

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor wethouders

Artikel 10 Onkostenvergoeding

  • 1

    Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders. 

  • 2

    Aan de wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders. 

  • 3

    Indien de wethouder op grond van artikel 19 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten, in afwijking van het eerste en tweede lid,

    - voor een fulltime wethouder 91% en

    - voor een partime wethouder 88% van het voor hem ingevolge het eerste of

    tweede lid geldende bedrag. 

Artikel 11 Reiskosten woon-werkverkeer

Aan de wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld. 

Artikel 12 Zakelijke reiskosten

Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 11, vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 11 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente. De vergoeding betreft:

  • a.

    bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

  • b.

    bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 13 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 13 worden volledig aan de wethouder vergoed. 

Artikel 14 Buitenlandse dienstreis

  • 1

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed. 

  • 2

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. 

Artikel 15 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1

    De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 

  • 2

    De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het college van burgemeester en wethouders. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Als naar het oordeel van het college deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder, komen de kosten voor rekening van de gemeente. 

Artikel 16 Computer, monitor en printer

  • 1

    Aan een wethouder wordt voor de uitoefening van het wethouderschap op aanvraag een computer, monitor en printer met de daarbij behorende functionele software in bruikleen ter beschikking gesteld. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt daarbij de soort en de specificaties van de hardware en softwarepakketten. 

  • 2

    De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 

  • 3

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 4

    Ten behoeve van het zakelijk gebruik van de computer wordt aan een wethouder per kalenderjaar maximaal 2 pakken papier van elk 500 vellen en 2 zwartcartridges voor verbruik ter beschikking gesteld. 

Artikel 17 Mobiele telefoon

  • 1

    Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. 

  • 2

    De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 18 Spaarloonregeling

De wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling. 

Hoofdstuk 4 Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 19 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1

    Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 

  • 2

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van eencommissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet ontvangt. 

  • 3

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      als raadslid of wethouder;

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 4

    De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste een vergoeding per uur van 205% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

  • 5

    Per bijgewoonde vergadering wordt aan commissieleden als bedoeld in lid 4 maximaal, inclusief voorbereidingskosten, een vergoeding verstrekt die gelijk is aan 2,5 maal de uurvergoeding. 

Artikel 20 Reis- en verblijfkosten

  • 1

    Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

  • 2

    Aan het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie worden vergoed de noodzakelijk gemaakte verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland. 

Artikel 21 Buitenlandse excursie of reis

  • 1

    De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden. 

  • 2

    De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd. 

  • 3

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. 

Hoofdstuk 5 De procedure van declaratie

Artikel 22 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 23 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 12, 13, 14 en 20 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 

  • 2

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden ingediend:

    - indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en

    - indien het een raadslid betreft bij de griffier,

    of bij een door dezen aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele

    bewijsstukken. 

Artikel 24 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 12, 13, 14 en 15 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 

  • 2

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden ingediend

    - indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en

    - indien het een raadslid betreft bij de griffier,

    of bij een door dezen aangewezen ambtenaar. 

Hoofdstuk 6 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening voorzieningen wethouders, raadsen commissieleden 2004". 

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de dag na uitgifte van de Gemeentekrant waarin de verordening is geplaatst. 

  • 2

    Zij werkt terug tot en met 1 januari 2004.

  • 3

    Bij het van toepassing zijn van de in lid 1 genoemde verordening vervallen:

    - de "Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden" van 13 april

    1999, gewijzigd op 19 december 2001, en

    - de "Verordening geldelijke voorzieningen wethouders" van 19 december 2001.

    Geertruidenberg, 29 januari 2004 

De raad voornoemd,

 

De griffier,                                                    De voorzitter,

 

Drs K.M.C. Millenaar-Rammelaere        M.J.A. Meijer