Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Breda |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Breda 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Breda.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2016 | 02-04-2016 | intrekking | 03-03-2016 | 44410 | |
01-01-2010 | 02-04-2016 | Nieuwe regeling | 12-11-2009 Onbekend | 35281 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Het document waarin de raad de kaders vaststelt voor zowel het beleid als de financiën, waarbij het beleidsdeel bestaat uit de programma's, de projecten, de taakvelden en de paragrafen en het financiële deel uit een overzicht van baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie plus de bijbehorende toelichtingen.
Een document waarin het college een geactualiseerd overzicht geeft van de financiële situatie ten behoeve van de voorbereidingen van de kadernota voor een volgend begrotingsjaar.
Een document waarin, in relatie tot het coalitieakkoord, hoofdlijnen van (nieuw) beleid zijn opgenomen voor het volgend begrotingsjaar. In de nota worden de (beleids)voornemens afgezet tegen de beschikbare financiële middelen.
Een programma is een tijdelijke, unieke en complexe verzameling van projecten, processen en (reguliere) lijnactiviteiten, gericht op het bereiken van een strategisch doel, waaraan mensen met beperkte middelen doelgericht samenwerken. Met een strategisch doel wordt bedoeld een streven om een bepaald blijvend en invloedrijk effect (verandering) in de maatschappij of organisatie te bewerkstelligen.
Een project is een uniek en ingewikkeld (eventueel multidisciplinaire enlof directieoverstijgend) vraagstuk met een groot politiek belang dat gekoppeld is aan deadlines, de normale, dagelijkse routines overtreft en projectmatig wordt aangepakt. Kenmerken zijn verder: één opdrachtgever en opdrachtnemer met een concreet eindresultaat, een eenmalig karakter en budget, een tijdelijke organisatie en specifieke werkprocessen.
Een taakveld is een verzameling van reguliere activiteiten/producten gericht op het realiseren van maatschappelijke doelstellingen waarbij aan de hand van de drie W-vragen (wat willen we bereiken, wat gaan we er voor doen en wat mag het kosten) inzicht wordt gegeven in de reguliere werkzaamheden van de gemeente Breda.
Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Breda en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
De in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties dienen rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde (wettelijke) regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen.
Het realiseren van vooraf gedefinieerde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
Voor de aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan (de planning en controlkalender) waarin de data zijn opgenomen waarop aan de commissies en de raad de stukken worden aangeboden voor de behandeling en het vaststellen van de jaarstukken, de prékadernotabrief, de kadernota en de tussentijdse rapportages en de begroting met het financieel meerjarenperspectief.
Behoudens het verkiezingsjaar biedt de raad het college een aantal speerpunten aan die bij de opstelling van de kadernota in acht dienen te worden genomen. Het college biedt de raad de kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze kadernota vast.
In het verkiezingsjaar wordt het coalitieakkoord gezien als basis voor de hiervoor genoemde kadernota.
Bij de uiteenzetting van het financieel meer jarenbeeld van de begroting wordt het investeringsvolume voor het begrotingsjaar en voor de jaren daarna opgenomen. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen zij heeft aangegeven op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen.
Bij het vaststellen van de begroting autoriseert de raad alle investeringskredieten < €1 miljoen behoudens de investeringen waarvan zij hebben aangegeven een apart voorstel te willen ontvangen.
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. In het raadsvoorstel wordt aangegeven dat het betreffende besluit tevens impliceert dat de begroting is aangepast. De technische verwerking van het raadsvoorstel wordt betrokken in de periodieke technische begrotingswijziging waardoor niet voor elk raadsvoorstel een begrotingswijziging behoeft te worden toegevoegd.
De tussenrapportages betreffen een beknopte schriftelijke afwijkingsrapportage met bijsturingmogelijkheden. Deze rapportages bevatten onder meer:
Afwijkingen op inhoud en tijdsaspect op hoofdlijnen ten opzichte van de vastgestelde beleidsinhoudelijke en financiële aspecten van de begroting waarbij worden toegelicht: afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 0,5 miljoen in absolute zin, dan wel meer dan 10% in relatieve zin;
Artikel 6. Waardering & afschrijving vaste activa
De waardering en afschrijving van de vaste activa geschieden conform de regels zoals ze zijn vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording en in het vigerende afschrijvingsbeleid van de gemeente Breda. De belangrijkste methodieken en termijnen daaruit zijn opgenomen in de bijlage 'Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut' die onderdeel uitmaakt van deze verordening.
Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente Breda wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd met als uitgangspunt dat tarieven maximaal kostendekkend dienen te zijn. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de begroting en de jaarstukken doet het college verslag van de kasgeldlimiet, de rente-risiconorm, de omvang en samenstelling van het vreemd vermogen, de omvang en samenstelling van de uitzettingen, de liquiditeitspositie, de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar en de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
In het geval dat voor de verplichte paragrafen specifieke beleidsnota's door het college en/of de gemeenteraad zijn vastgesteld worden de uitgangspunten en afspraken uit die nota's overgenomen in de begroting. Bij de jaarrekening zal hier mede verantwoording over worden afgelegd. Tevens bereidt het college voorstellen tot aanpassing van de beleidsnota's voor, indien op grond van gewijzigde omstandigheden of anderszins daar aanleiding toe is.
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en de ter zake geldende wet-en regelgeving.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en van de rechtmatigheid van de beheershandelingen. De directieraad stelt daartoe jaarlijks een controleplan vast en informeert het college bij de tussentijdse rapportages over de bevindingen. Indien daartoe aanleiding is informeert het college bij de (Bestuurs-) rapportages de raad. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-) vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vijf jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Bijlage bij het derde lid artikel 6 van de financiële verordening gemeente Breda
Onderstaande punten zijn ontleend aan de afschrijvingsverordening van de gemeente Breda.
Afschrijvingsbeleid Materiële Vaste Activa met economisch nut
Activa met economisch nut en een verkrijgingprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd en er wordt niet op afgeschreven.
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in: