Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Geertruidenberg 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Geertruidenberg 2002
CiteertitelUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Geertruidenberg 2002
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 6, 7, 8, 13, 14<br />belastingverordeningen gemeente Geertruidenberg

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-200101-01-2004Nieuwe regeling.

11-12-2001

De Langstraat, 2001-12-20

11-12-2001, nr.

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Geertruidenberg 2002

Nr.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

 

gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 162 van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede op het betreffende artikel van de in de gemeente Geertruidenberg geldende belastingverordeningen, waarin aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende regeling:

 

 

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Geertruidenberg 2002(Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Geertruidenberg 2002)

 

Artikel 1 Algemene bepaling

  • 1.

    Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzakerijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 162 van de Gemeentewet,artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen vande gemeente Geertruidenberg op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders nadereregels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeen-telijke belastingen.

     

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

     

  • 3.

    De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet,worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag gehevenbelastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: hetgevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijzegeheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

     

Artikel 2 Aangifte

  • 1.

    De belastingplichtige voor:de hondenbelasting;aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljetis uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van diezes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoeldegemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet. 

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan welhet aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet debelastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of dewijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeelb, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking vaneen aangiftebiljet.

     

  • 3.

    Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld:

    • a.

      voor het doen van een aangifte, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB1opgenomen model;

    • b.

      voor het afmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB2opgenomen model.

  • 4.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen dein het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld.Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd of toegezonden.

     

Artikel 3 Rente

  • 1.

    Het percentage van de invorderingsrente is het percentage dat ingevolge artikel 29 van deInvorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

     

  • 2.

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

     

  • 3.

    In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebrachtindien deze in totaal een bedrag van € 23,00 niet te boven gaat.

     

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

     

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als 'Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Geertruidenberg2002'.

     

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2001;

 

 

De secretaris,                                                         De voorzitter,

 

 

 

H.P.F. Stijnen                                                           M.J.A. Meijer