Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Heerde

Verordening toeristenbelasting gemeente Heerde 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Heerde
Officiële naam regelingVerordening toeristenbelasting gemeente Heerde 2010
CiteertitelVerordening toeristenbelasting gemeente Heerde 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-09-200931-12-2012nieuwe regeling

07-09-2009

Schaapskooi, 15-09-2009

Onbekend.

Tekst van de regeling

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college d.d. 14 juli 2009;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Heerde 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeer-onderkomens, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e.

    kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ’toeristenbelasting‘ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van verblijf:

  • 1

    door degene die:

    • a

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

    • b

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning, indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

    • c

      .door degene, die tijdelijk in de gemeente verblijft voor het uit hoofde van zijn beroep verrichten van werkzaamheden of het volgen van cursussen;

    • d

      .als deelnemer aan een conferentie verblijft in een conferentieoord;

  • 2

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers;

  • 3

    bij forfaitaire berekening van de heffingsmaatstaf, als bedoeld in artikel 6, worden niet als afzonderlijk onderkomen aangemerkt slaaptentjes van kinderen, welke tentjes behoren tot onderkomens waarin gelijktijdig ouders of verzorgers van die kinderen overnachten.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de heffingsgrondslag

  • 1

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens, vakantie-onderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door één of meer leden van eenzelfde huishouden gedurende de periode:1 januari tot en met 31 december bepaald op 2,3;1 maart tot en met 31 oktober bepaald op 2,4.

  • 2

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt: ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens, vakantie-onderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december bepaald op 80; 1 maart tot en met 31 oktober bepaald op 67.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire heffingsgrondslag

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 0,90.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 12 Betalingstermijnen

  • 1

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de voorlopige aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de overige aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later.

  • 3

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet.

Artikel 16 Nachtverblijfregister

  • 1

    De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking te stellen nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2

    Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot

    • a

      overnachten wordt verschaft gegevens tenminste betreffende:

    • b

      naam en woonplaats;

    • c

      samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;

    • d

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • e

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zonodig onder door hen te stellen voorwaarden.

  • 4

    De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De “Verordening toeristenbelasting gemeente Heerde 2009” van 5 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting gemeente Heerde 2010”.

    Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 7 september 2009.

    griffier, voorzitter,