Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Heerde

Financiele verordening gemeente Heerde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Heerde
Officiële naam regelingFinanciele verordening gemeente Heerde
CiteertitelFinanciele verordening gemeente Heerde
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201031-12-2012nieuwe regeling

07-09-2009

Schaapskooi, 15-09-2009

Onbekend.

Tekst van de regeling

Financiële verordening gemeente Heerde (artikel 212 Gemeentewet)

De raad van de gemeente Heerde

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet.

besluit,

vast te stellen:

de verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Heerde.

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie zoals omschreven in het “Besluit inrichting en werkwijze ambtelijke organisatie”

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Heerde en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

1. De raad bepaalt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode of de bestaande programma- indeling voor de komende raadsperiode aanpassing behoeft.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
  • 1

    De begroting bevat:

    • a

      conform BBV een uiteenzetting van de financiële positie

    • b

      een korte toelichting op opbouw én een definiëring van de verschillende onderdelen van de begroting

  • 2

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 3

    In de jaarrekening wordt verwerkt dat de werkelijke exploitatiesaldo’s van de kostendekkende exploitaties van rioleringen, afvalstoffen en begraven gemuteerd worden met de bijbehorende reserve of voorziening.

  • 4

    In de jaarrekening wordt verwerkt dat het saldo van het product WMO huishoudelijke verzorging en product WMO zorg onttrokken of toegevoegd wordt aan de reserve WMO. Hierbij zullen ook de interne doorberekeningen worden betrokken.

  • 5

    In de jaarrekening wordt verwerkt dat de niet benutte budgetten voor planschades, inclusief de bijbehorende dekkingen, worden overgeheveld naar het eerstvolgende begrotingsjaar volgend op die van de jaarrekening.

  • 6

    Met het vaststellen van de jaarrekening worden de bedragen, zoals bedoeld in lid 5 van dit artikel toegevoegd aan de corresponderende producten van de lopende begroting. De vaststelling van de jaarrekening is op dit punt een wijziging van de lopende begroting, zoals bedoeld in artikel 192 van de Gemeentewet.

Artikel 4. Kaders ontwerp-begroting

Het college biedt jaarlijks aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2.

    De budgetten voor de onderhoudskosten gebouwen (niet zijnde de investeringen) mogen als één totaalbudget worden gezien. De eventuele verschuivingen tussen programma's, producten en functionele indeling zullen meegenomen worden bij de voorjaarsnota en najaarsnota en alsnog worden geautoriseerd.

  • 3.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 4.

    Het college is bevoegd overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en onderschrijdingen van de geautoriseerde baten te dekken uit het bedrag voor onvoorzien tot 10.000 euro per overschrijding. Hierover wordt de raad bij de voorjaars- en najaarsrapportage geïnformeerd. De eventuele verschuivingen tussen programma's kunnen gelijktijdig worden geautoriseerd.

  • 5.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage
  • 1

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier en de eerste acht maanden van het begrotingsjaar.

  • 2

    De tussenrapportage bevat in ieder geval een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a

      de baten en lasten per programma;

    • b

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c

      het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    • d

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • e

      wijzigingen op de begroting voortvloeiend uit leden 2 en 4 van artikel 5 van deze verordening;

  • 3

    In de tussenrapportage worden in ieder geval afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 5000 toegelicht.

3. Financieel beleid

Artikel 7. Waardering & afschrijving vaste activa
  • 1.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in 5 jaar afgeschreven.

  • 2.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3.

    Voor het afschrijven van de materiele vaste activa met economisch nut worden de methodieken en termijnen gehanteerd zoals vermeld in de bijlage “Afschrijvingstabel” die onderdeel uitmaakt van deze verordening.

  • 4.

    Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 5000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze uitzonderingen worden altijd geactiveerd.

  • 5.

    Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 8. Reserves en voorzieningen
  • 1

    Het college biedt ten minste eenmaal in de 4 jaar een bijgestelde nota van reserves en voorzieningen aan. De raad stelt deze nota vast.

  • 2

    De nota behandelt:

    • a

      de vorming en besteding van reserves;

    • b

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • c

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

Artikel 9. Kostprijsberekening
  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en de compensabele BTW.

  • 3.

    De omslagrente wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen (staat E) op te tellen bij de begroting vooraf vastgestelde gecalculeerde rente van de financieringsbehoefte (geïnvesteerde / te investeren bedragen minus het eigen en vreemd vermogen), en dit vervolgens te delen door 1% van de totale (geraamde) investeringen.

Artikel 10. Financieringsfunctie
  • 1

    Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • b

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2

    Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht zoals opgenomen in een door de raad vast te stellen treasurystatuut.

4. Financieel beheer en interne controle

Artikel 11. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid (verordening art. 213), de doelmatigheid en de doeltreffendheid (verordening art. 213A) van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 12. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 13. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

5. Financiële organisatie

Artikel 14. Financiële organisatie
  • 1

    Het college zorgt voor en legt vast:

    • a

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen in een organisatie verordening;

    • b

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten in een mandaatbesluit;

    • d

      de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

    • e

      de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Artikel 15. Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

6. Slotbepalingen

Artikel 16. Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2010. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente Heerde’ vastgesteld door de raad op 16 juli 2007.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam ‘Financiële verordening gemeente Heerde’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 7 september 2009.

de voorzitter, de griffier