Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

Beleidsregels verplichte horecaportiers 2010 gemeente Schouwen-Duiveland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels verplichte horecaportiers 2010 gemeente Schouwen-Duiveland
CiteertitelBeleidsregels verplichte horecaportiers 2010 gemeente Schouwen-Duiveland
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 2:28 en artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2008, de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201015-06-2013Beleidsregel

08-12-2009

Ons Eiland, 17-12-2009

50/2 (punt 3) 8 december 2012

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels verplichte horecaportiers gemeente Schouwen-Duiveland 2010

De burgemeester van Schouwen-Duiveland;

 

gelet op artikel 2:28 en artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2008, de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat de openbare orde in de omgeving van horecabedrijven beter kan worden gehandhaafd door de aanwezigheid van een portier verplicht te stellen;

dat de eis betreffende de aanwezigheid van een portier als voorschrift aan de exploitatievergunning kan worden verbonden;

 

besluit :

 

vast te stellen de “Beleidsregels verplichte horecaportiers gemeente Schouwen-Duiveland 2010”.

1. Inleiding

Binnen de gemeentegrenzen wordt de openbare orde in uitgaansgebieden af en toe verstoord, met overlast voor de omgeving en voor andere horecabezoekers als gevolg. De politie heeft onder gezag van de burgemeester het primaat voor de handhaving van openbare orde en veiligheid in het publieke domein, maar tevens een beperkte capaciteit voor toezicht in de omgeving van horecabedrijven. Zonder het primaat van de politie te frustreren, kan de toezichthoudende functie worden aangevuld met portiers.

2. Doel verplichte horecaportiers

Met het verplicht stellen van horecaportiers probeert de burgemeester de verstoring van de openbare orde in de omgeving van een horecabedrijf actief terug te dringen en te handhaven. Portiers bij horecabedrijven zullen pas verplicht worden gesteld met inachtneming van deze beleidsregels.

recherchebureau dan wel een onderdeel daarvan is gevestigd. In de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus zijn voor bepaalde categorieën werkzaamheden, opleidingseisen vastgelegd, terwijl er ook eisen worden gesteld aan materiaal en uitrusting. Zo moet een portier herkenbaar zijn via een bepaald uniform.

In de wet wordt niet aangegeven wie er als portier wordt aangemerkt. Dit zal in het concrete geval beoordeeld moeten worden.

3. Juridisch kader

Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

 

In de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (hierna: de wet) ligt een vergunningenstelsel voor beveiligingsorganisaties en recherchebureaus besloten. Beveiligingsorganisaties en recherchebureaus hebben een taak bij het voorkomen van criminaliteit. Met die taak zijn belangen gemoeid, te weten:

  • 1.

    Het algemeen belang dat de kwaliteit van het werk van

    beveiligingsorganisaties en recherchebureaus goed is. Hoe meer criminaliteit wordt voorkomen, hoe beter dat voor de samenleving is.

  • 2.

    Belangen en rechten van individuele burgers en bedrijven die van de diensten van deze bedrijven gebruik maken. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat deze bedrijven doen waarvoor zij zijn ingehuurd, namelijk veiligheid bieden.

  • 3.

    Het belang van de beveiligings- en recherchebranche dat haar goede naam niet wordt aangetast door slecht functionerende of malafide beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

  • 4.

    Het vergunningenstelsel in de wet maakt het mogelijk om met het oog op deze belangen en rechten, eisen te stellen aan particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

 

In de wet wordt het begrip beveiligingswerkzaamheden omschreven als het bewaken van de veiligheid van personen en goederen of het waken tegen verstoring van de orde en rust op terreinen en in gebouwen. Onder beveiligingsorganisatie wordt verstaan een door één of meer personen in stand gehouden particuliere organisatie die gericht is op het verrichten van beveiligingswerkzaamheden. Op grond van deze omschrijving valt een horecaportier ook onder deze wet. Het in stand houden van een beveiligingsorganisatie zonder vergunning is op grond van artikel 2, eerste lid, van de wet verboden en strafbaar gesteld in de Wet economische delicten. Een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet wordt verleend indien, gelet op de voornemens en antecedenten van de aanvrager of van de personen die het beleid van de aanvrager bepalen, naar redelijke verwachting zal worden voldaan aan de bij of krachtens de artikelen 6 tot en met 10 gestelde regels en ook overigens zal worden gehandeld in overeenstemming met hetgeen van een goede beveiligingsorganisatie of een goed recherchebureau in het maatschappelijk verkeer mag worden verwacht. De vergunning geldt in eerste instantie voor de duur van vijf jaar en kan worden verleend voor een bepaald grondgebied.

 

Een beveiligingsorganisatie of recherchebureau stelt geen personen aan dan nadat voor hen toestemming is verkregen van de korpschef van het politiekorps in de regio waar de beveiligingsorganisatie of het recherchebureau dan wel een onderdeel daarvan is gevestigd. In de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus zijn voor bepaalde categorieën werkzaamheden, opleidingseisen vastgelegd, terwijl er ook eisen worden gesteld aan materiaal en uitrusting. Zo moet een portier herkenbaar zijn via een bepaald uniform.

 

In de wet wordt niet aangegeven wie er als portier wordt aangemerkt. Dit zal in het concrete geval beoordeeld moeten worden.

 

Algemene plaatselijke verordening

 

In artikel 1:4 van de Algemene plaatselijke verordening (hierna: Apv) wordt de burgemeester de mogelijkheid geboden aan een vergunning of ontheffing voorschriften te verbinden. Deze mogen slechts strekken ter bescherming van het belang of belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is verleend.

 

Op grond van artikel 1:8 in samenhang met artikel 2:28, vierde lid, van de Apv kan een exploitatievergunning door de burgemeester worden geweigerd indien naar zijn oordeel de openbare orde of de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Naast weigering is het op grond van artikel 1:6 ook mogelijk een vergunning te wijzigen of hieraan met toepassing van artikel 1:4 voorschriften te verbinden.

4. Afwegingskader verplichte portier

De verplichting tot aanwezigheid van een portier wordt te allen tijde per situatie beoordeeld. De portier moet bij het bedrijf in ieder geval meerwaarde hebben. Een enkele constatering van verstoring van de openbare orde of de ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de woon- en leefsituatie in de omgeving van een horecabedrijf is vrijwel nooit voldoende voor het verplicht stellen van een portier. Of een portier verplicht wordt gesteld, zal de burgemeester beoordelen aan de hand van:

  • 1.

    Een advies of rapport van de politie. Vanuit haar taak heeft de politie veel informatie over hetgeen zich afspeelt in (de omgeving van) een horecabedrijf. De politie kan zowel gevraagd als ongevraagd adviseren.

  • 2.

    Een deugdelijk opgebouwd (handhavings)dossier.

 

De burgemeester kiest er echter voor de exploitant uit te nodigen voor een gesprek en hem in beginsel de kans te geven (aantoonbare) inspanningen te leveren om de ontstane problemen op een andere (qua kosten en na te leven verplichtingen minder vergaande) wijze op te lossen.

5. Slotbepaling

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2010 en kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels verplichte horecaportiers gemeente Schouwen-Duiveland 2010”. Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de Beleidsregels verplichte horecaportiers gemeente Schouwen-Duiveland, vastgesteld op 23 maart 2001, ingetrokken.

Deze beleidsregels zijn bekendgemaakt op 17 december 2009.

 

Vastgesteld door de burgemeester van Schouwen-Duiveland op 8 december 2009.

De burgemeester van Schouwen-Duiveland,

G.C.G.M. Rabelink

burgemeester