Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het Centraal Mobiliteitsfonds en de Stadsdeelparkeerfondsen Amsterdam 2011, regelende de instelling, de voeding, het beheer en de besteding van fondsen van parkeerinkomsten |
Citeertitel | Verordening Mobiliteitsfondsen Amsterdam 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 1-6-2011
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2011, afd. 3A, nr. 97/384
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2011 | 05-10-2015 | nieuwe regeling | 01-06-2011 Gemeenteblad 2011, afd. 3A, nr. 97/384 | Gemeenteblad 2011, afd. 1, nr. 384 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. brutofiscale parkeerinkomsten: alle fiscale inkomsten uit parkeren in Amsterdam, zoals uit de parkeerapparatuur, belparkeren, vergunningen, dag(deel)-, week- en maandkaarten, omschreven in de Parkeerverordening, met uitzondering van de inkomsten uit naheffingsaanslagen;
2. Mobiliteitsfonds Amsterdam: een bestemmingsreserve op de gemeentebegroting;
3. Stadsdeelparkeerfonds: een bestemmingsreserve op de begroting van het stadsdeel.
Artikel 2 Het Centraal Mobiliteitsfonds
Het fonds beoogt de gemeentelijke doelstellingen met betrekking tot het verkeers- en vervoerbeleid via een effectief in te zetten financieel instrumentarium te realiseren en tevens een directe en zichtbare relatie te leggen tussen de inkomsten uit parkeermaatregelen en de bestedingen hiervan in het kader van het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente Amsterdam.
Het Centraal Mobiliteitsfonds wordt jaarlijks gevoed door een afdracht van de brutofiscale parkeeropbrengsten door de stadsdelen en door beheerders van gebieden in Amsterdam waar fiscaal parkeren is ingevoerd maar die niet behoren tot een stadsdeel. De berekening, methodiek en verantwoording van de afdracht worden vastgelegd in de nadere regels in het uitvoeringsbesluit.
Artikel 6 Voorwaarden besteding
Activiteiten die voor dekking in aanmerking komen, zijn:
- projecten: niet-routinematige investeringen;
- programma's: gebundelde (kleinere) gelijksoortige investeringen op basis van een meerjarig programma;
- producten: planstudies, beleidskaders, beleidsevaluaties;
- exploitatie: uitvoeren van activiteiten ten behoeve van de instandhouding en benutting van (infrastructurele) voorzieningen.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking in afdeling 3A van het Gemeenteblad, waarbij de Verordening op het Centraal Mobiliteitsfonds en de Stadsdeelparkeerfondsen Amsterdam 2008, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2007 (Gemeenteblad 2007, afd. 3A, nummer 238/697), per dezelfde datum wordt ingetrokken.
Voor brutofiscale parkeeropbrengsten die zijn geïnd vóór 1 januari 2011, blijven de bepalingen uit de Verordening op het Centraal Mobiliteitsfonds en de Stadsdeelparkeerfondsen Amsterdam 2008 en het Uitvoeringsbesluit 2010 als nadere regels, op grond van de Verordening Mobiliteitsfondsen Amsterdam 2008 van kracht.