Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs |
Citeertitel | Beleidsregel Subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 480 gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs |
520B
Algemene wet Bestuursrecht en Algemene Subsidieverordening
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-03-2006 | 01-01-2006 | 30-12-2010 | nieuwe regeling | 21-02-2006 Gemeenteblad 2006=07e | 2006 06.05939 |
Burgemeester en wethouders van Hoorn:
gelet op titel 4.2. en 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Hoorn 2006;
beleidsregel Subsidiering godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs
behorend bij hoofdstuk 3 Normeringssubsidies van de Algemene Subsidieverordening, beleidsterrein Onderwijs:
1. Subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs
Deze subsidie is bedoeld om door middel van subsidiëring bij te dragen in de kosten van beloning van daartoe bevoegde leraren in godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 van de openbare basisscholen van de gemeente Hoorn
Subsidiejaar: een kalenderjaar.
Begroting: een begroting, als bedoeld in artikel 4:61 en 4:63 van de Algemene wet bestuursrecht.
3. Wijze en termijn van indiening
Aanvragen worden schriftelijk ingediend ter attentie van het college van B&W. Aanvragen die per e-mail binnenkomen worden als vooraankondiging van een aanvraag beschouwd, de schriftelijke aanvraag als de definitieve aanvraag. Slechts definitieve aanvragen worden in behandeling genomen. Aanvullende informatie kan desgewenst op verzoek van de gemeente wel per e-mail verzonden worden.
6. Criteria waaraan de aanvraag moet voldoen
Na aanvang van het schooljaar waarvoor de subsidie is verleend, maar uiterlijk voor 1 november van het lopende schooljaar, wordt een schriftelijk overzicht aangeleverd waarin inzichtelijk is gemaakt op welke scholen, voor welke groepen (inclusief het aantal deelnemende leerlingen) godsdienst- / vormingsonderwijs wordt gegeven. Dit overzicht is ondertekend door de directeur van de betreffende basisschool.