Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening ter bevordering van de veiligheid van de vaart met passagiersschepen |
Citeertitel | Passagiersschepenverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 221 binnenhavens en waterwegen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | art. 2 toevoeging lid 3, 1e wijziging | 13-12-2011 Gemeenteblad 2011-45a | 2011 11.34289 | ||
05-05-1995 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 11-04-1995 Gemeenteblad 1995=09i | 1995 95.31412 |
De raad van de gemeente Hoorn;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 maart 1995;
overwegende dat het noodzakelijk is de verordening te wijzigen;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de bepalingen van de Algemene wet bestuurs-recht;
Verordening ter bevordering van de veiligheid van de vaart met passagiersschepen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Daar waar in deze verordening de mannelijke vorm gebruikt wordt, dient daar ook de vrouwelijke vorm gelezen te worden.
Het college kan ontheffing verlenen van de in eerste lid genoemde eisen indien de bijzondere constructief of het behoud van het oorspronkelijke scheepstype dit rechtvaardigen, mits de veiligheid van de vaart gewaarborgd blijft en in ieder geval met uitzondering van de eisen met betrekking tot reddingsvesten, noodsignalen, gecom-penseerd kompas, radio-ontvanger, marifoon, lensinrichting, brandblussers, reddingsboei-en, ankergerei en verbandtrommel.
De eigenaar van een schip waarvoor een vaarvergunning is afgegeven, draagt zorg dat het college onverwijld in kennis wordt gesteld van:
1Met betrekking tot schepen waarvoor een vaarvergunning is afgegeven, kan in de in het vorige artikel onder a. en b. genoemde gevallen en bij vermoeden van ernstige gebreken aan het schip in opdracht van het college een onderzoek worden ingesteld door de in artikel 4, lid 2, bedoelde instantie of deskundige.
De eigenaar van het schip en de schipper zijn verplicht op vordering van het college medewerking te verlenen aan dat onderzoek.
Met een door het college van deze gemeente verleende vaarvergunning wordt gelijk gesteld een vergunning afgegeven door het college van burgemeester en wethouders van enige andere gemeente, grenzend aan het IJsselmeer, Markermeer of Randmeren, op grond van inhoudelijk gelijkluidende bepalingen als in of krachtens deze verordening vastgesteld.
Voor schepen als bedoeld in artikel 2 die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening overeenkomstig hun bestemming werden gebezigd, kan het college, gehoord de in artikel 4, lid 2, bedoelde instantie of deskundige, eenmalig ontheffing verlenen van de in artikel 3, lid 2, bedoelde eisen, met uitzondering van reddingvesten, noodsignalen, gecompenseerd kompas, radio-ontvanger, marifoon, lensinrichting, brandblussers, reddingsboeien, ankergerei en verbandtrommel.
De ingevolge deze verordening afgegeven vergunning of ontheffing moet aan boord van het schip aanwezig zijn.
Overtreding van een der bij deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen, niet-nakoming van een in deze verordening opgenomen verplichting en niet-naleving van een of meer aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Onverminderd het bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering zijn met het toezicht op de naleving op deze verordening en het opsporen van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten belast de ambtenaren die daartoe door het college is aangewezen.
Aan hen wordt, voor zover betreft de zaken welke aan hun bijzondere opsporing zijn toevertrouwd, de machtiging, als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden (Stb. 1994, 572), verstrekt te allen tijde in ruimten die als woning in gebruik zijn ondanks de wil van de bewoners of de gebruikers, binnen te treden, zulks met inachtneming van het bepaalde in die wet.