Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Technische uitvoeringsvoorschriften voor de nummering Maastricht 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTechnische uitvoeringsvoorschriften voor de nummering Maastricht 2005
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening voor de commissie straatnaamgeving Maastricht 1996

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-11-200511-10-2010nieuwe regeling

25-10-2005

Gemeenteblad 2005, C. no. 76

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Technische uitvoeringsvoorschriften voor de nummering Maastricht 2005

 

 

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,

 

Gelet op artikel 3 en 7 van de Verordening naamgeving en nummering Maastricht 2004;

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    In te trekken de “Technische uitvoeringsvoorschriften voor de nummering Maastricht 2004”;

  • 2.

    Vast te stellen de volgende :

     

     

TECHNISCHE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN VOOR DE NUMMERING MAASTRICHT 2005

Artikel 1
  • 1.

    De toekenning van nummers geschiedt op de volgende wijze:

    • a.

      van noord naar zuid en van oost naar west;

    • b.

      op tussengelegen wegen moet van de twee richtingen de dichtst bij gelegen richting worden aangehouden;

    • c.

      bij in een richting van 45 graden gelegen wegen ten opzichte van de noord - zuid as, van noord naar zuid.

  • 2.

    Vanuit de beginpunten van de straat gezien, wordt de rechterzijde van de straat van een even en de linkerzijde van een oneven nummering voorzien.

  • 3.

    De nummering vindt plaats in de straat, waar de hoofdtoegangsdeur van het object is gelegen.

Artikel 2
  • 1.

    Pleinen worden doorlopend genummerd.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan door of namens het college de rechterzijde van een plein van een oneven nummering worden voorzien.

  • 3.

    Het bepaalde in artikel 2 blijft zoveel mogelijk van toepassing.

Artikel 3

A Bij een object, dat uit meerdere bouwlagen bestaat, wordt aan het Arabische cijfer een letter toegevoegd als volgt:

  • 1.

    de letter A aan het cijfer voor de bouwlaag gelegen of nagenoeg gelegen op de begane grond; de letter B, C, D enz voor de resp. daarop volgende bouwlagen.

  • 2.

    indien op een bepaalde bouwlaag geen toegangsdeuren zijn gelegen, wordt de voor die bouwlaag bestemde letter niet toegekend.

  • 3.

    de letters G, I, J, O, Q, S en X worden nimmer toegekend.

    • B.

      Wanneer bij een object dat uit meerdere bouwlagen bestaat, in het souterrain bedrijfsruimten zijn gelegen, wordt vóór het Arabische cijfer de letter S toegevoegd en is voor de overige bouwlagen het gestelde in lid A van dit artikel van toepassing.

    • C.

      De aanduiding van objecten, waaraan bij de inwerkingtreding van deze voorschriften een nummer met de toevoeging van de letter S is toegekend, blijft ongewijzigd.

Artikel 4
  • 1.

    Het toegekende huisnummer dient te worden aangebracht:

    • a.

      zo dicht mogelijk bij de hoofdingang(en) van het object;

    • b.

      op een ondergrond, die deze aanduiding vanaf de weg, waaraan het object gelegen is, goed zichtbaar en leesbaar maakt;

    • c.

      op een hoogte van niet minder dan 1,75 m en niet meer dan 2,25 m, welke hoogte gemeten wordt tussen de onderzijde van de nummering en het bij de toegang van het object aansluitende niveau.

  • 2.

    De rechthebbende van een object is verplicht het object op zijn kosten van een of meer nummeringen te voorzien, indien het college dit uit een oogpunt van doelmatigheid nodig oordeelt.

  • 3.

    Indien de ingang tot afzonderlijke delen van een object slechts te bereiken is via een of meer gemeenschappelijke hoofdingangen, dan dient de nummering bij elke van deze hoofdingangen te zijn aangegeven.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kan het college ontheffing van het in lid 1 bepaalde verlenen.

Artikel 5

1.De nummering dient te worden uitgevoerd conform het model, zoals in bijlage I van deze.

voorschriften is weergegeven, waarbij de daar gegeven maatvoering als minimum is te beschouwen

2.In bijzondere gevallen kan het college ontheffing van het bepaalde in lid 1 verlenen.

Artikel 6

De rechthebbende van een object is verplicht te zorgen, dat de nummering blijft voldoen aan de eisen, die hiervoor bij of krachtens deze voorschriften worden gesteld.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2005.

Toelichting op de technische uitvoeringsvoorschriften voor de nummering Maastricht 2005

In deze artikelen zijn de uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot de wijze van nummering omschreven.

Uitgangspunt bij de formulering van deze artikelen heeft de NEN_norm 1773, uitgave 1983 gevormd.

Er zijn geen voorschriften opgenomen inzake de bij het aanbrengen van de nummerdragers te gebruiken materialen. Volstaan is met de vermelding dat de nummering goed duidelijk zichtbaar dient te zijn vanaf de openbare weg en er een goed kleurverschil is tussen de ondergrond en de nummerdrager zelf.

In artikel 4 van de uitvoeringsvoorschriften is de mogelijkheid opgenomen om een gebouw van meerdere nummerdragers te voorzien, indien zulks uit een oogpunt van doelmatigheid, zichtbaarheid en leesbaarheid vanaf de openbare weg noodzakelijk is. Meerdere nummerdragers zijn in ieder geval nodig wanneer het object gelegen is op meer dan 10 meter vanaf de openbare weg. Zijn er meerdere ingangen in een gebouw, dan dient elk van deze ingangen van een nummerdrager te worden voorzien.