Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening Hoorn 2005 (1e wijz) |
Citeertitel | Havenverordening Hoorn 2005 (1e wijz) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 221 binnenhavens en vaarwegen |
320A
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2009 | 22-03-2012 | art. 68 (1e wijz) | 07-04-2009 Gemeenteblad 2009=13c | 2009 09.08452 | |
07-07-2005 | nieuwe regeling | 14-06-2005 Gemeenteblad 2005=31a | 2005 05.12633 |
Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED
Paragraaf 1.1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de havens: het water van de Buitenhaven, de Binnenhaven, de Vluchthaven, de Karperkuil, de Grashaven, de wateren langs de openbare wegen Vollerswaal, Jeudje, Buurtje, Turfhaven en de G.J. Henninkstraat, alsmede de wateren langs de openbare wegen Korenmarkt, Appelhaven, Vismarkt, Bierkade, Venidse, Nieuwendam voor zover anders dan op grond van artikel 54 en 55 van deze verordening niet door de gemeente aan derden privaatrechtelijk in gebruik zijn gegeven. Onder de havens wordt mede begrepen: de aan de havens gelegen gronden zoals kaden, kadeterreinen, en scheepshellingen, de in de havens geplaatste kunstwerken; zoals steigers, bruggen en sluiswerken;
Hoofdstuk 2 INNAME LIGPLAATSEN
Paragraaf 2.2. Verboden ligplaatsen
Artikel 5 Ligplaats bij bunkerschip
Het is verboden om met een vaartuig anders dan voor het inladen van olieproducten of het afgeven van bilge/vuilwater een ligplaats te hebben of in te nemen langszij het bunkerschip in de Buitenhaven.
Artikel 6 Ligplaats havenmeester
Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden om met een vaartuig gebruik te maken van de steiger en/of aanlegplaats bestemd voor het vaartuig van de havenmeester of ligplaats te nemen op zo geringe afstand van of in zodanige positie ten opzichte van die steiger en/of aanlegplaats, dat het aanleggen en afvaren van de vaartuigen van de havenmeester wordt bemoeilijkt.
Hoofdstuk 3 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
Artikel 11 Voorkomen schade en onveilige situaties
Het is de schipper verboden met zijn vaartuig in de havens op zodanige wijze te liggen of te varen dat met dat vaartuig of met de meermiddelen daarvan, dan wel door golfslag of zuiging, hinder, schade of een ongeluk wordt veroorzaakt en, in het algemeen, de vrijheid van het verkeer zonder noodzaak wordt belemmerd of de veiligheid in gevaar wordt gebracht of redelijkerwijze is aan te nemen, dat de veiligheid in gevaar kan worden gebracht.
Het is de schipper van een mechanisch voortbewogen vaartuig verboden in de havens te varen met een grotere snelheid dan 6 kilometer per uur (3,2 knopen).
Paragraaf 3.2 Toelaatbaarheid vaartuigen
Artikel 19 Zeilplanken en waterscooters
Het is verboden om in de havens te varen met een zeilplank of waterscooter/jetski.
Artikel 20 Bemanning en lading
Het is verboden zich in de havens te bevinden met een vaartuig dat te zwaar beladen is of dat onvoldoende is bemand of uitgerust.
Artikel 21 Opgelegde vaartuigen
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders een vaartuig in de havens op te leggen.
Artikel 25 Dichtgevroren water en ijsgang
Bij ijsgang of toegevroren water in de havens is de schipper van een vaartuig verplicht:
Artikel 28 Langszij gemeerde vaartuigen
De schipper van een vaartuig, dat langszij een ander vaartuig gemeerd ligt, is verplicht het andere vaartuig, indien de schipper daarvan dit wenst, gelegenheid te geven te ontmeren en te vertrekken.
Paragraaf 3.5 Overige beroepsmatige activiteiten
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders, uit hoofde van het uitoefenen van een beroep, een vaartuig te laden en/of te lossen aan de Vollerswaal, de Overslagkade, de Karperkuilkade, het Baatland, de Nieuwendam, de Korenmarkt, de Appelhaven, de Vismarkt, de Bierkade, het Venidse, de Turfhaven, het Buurtje, de Veermanskade, de Oude Doelenkade, het Houten Hoofd, het Hoofd of het Oostereiland.
Artikel 34 Verhuren of verhandelen vaartuig
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een ieder die er zijn bedrijf of nevenberoep dan wel een gewoonte van maakt vaartuigen te verhuren of te verhandelen, verboden met een of meer vaartuigen een ligplaats in te nemen met het oogmerk deze te verhuren of te verhandelen.
Paragraaf 3.6 Gedrag in havens
Artikel 37 Gebruik reddingsmiddelen
Het is verboden de zich op de wal bevindende reddingsmiddelen te gebruiken anders dan bij onmiddellijk gevaar voor verdrinking.
Artikel 39 Gebruik voortstuwingsinstallatie
Het is de schipper verboden een voortstuwinginstallatie en/of schroef van zijn vaartuig te gebruiken anders dan om te varen, te meren of te ontmeren.
Artikel 40 Onbevoegd gebruik vaartuig
Het is een ieder, die niet behoort tot de bemanning of passagiers van een vaartuig verboden, zonder toestemming van de schipper en zonder redelijk doel:
Artikel 41 Te water laten en aan wal trekken vaartuigen
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders, in de havens vaartuigen te water te laten of uit het water te halen met behulp van kranen en/of andere mechanische hulpmiddelen, kanteltrailers daaronder begrepen.
Artikel 43 Verboden gebruik meerpalen remmingswerken en andere kunstwerken
Het is verboden wederrechtelijk in meerpalen, remmingswerken of andere tot de havens behorende kunstwerken te klimmen, daarop te lopen of zich daarop te bevinden.
Paragraaf 3.7 Tekens en ontzegging toegang havens
Artikel 46 Ontzegging toegang haven
Indien na overtreding van een verbod als bedoeld in de artikelen 11, 12, 13, 14, 18, 19, 32, 33, 34, 35, 36, 49, 51, 54 en 56 naar het oordeel van burgemeester en wethouders ernstige vrees bestaat dat de veiligheid in de havens door de overtreders(s) opnieuw zou kunnen worden verstoord, kunnen zij deze overtreder(s) met zijn (hun) vaartuig, respectievelijk de schipper met het vaartuig waarop de overtreding plaatsvond voor maximaal drie maanden de toegang tot de havens of een deel van de havens ontzeggen.
Artikel 47 Tekens en voorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen in de havens om reden van ordening en/of in het belang van de openbare orde en veiligheid nadere regels stellen bestaande uit het plaatsen van één van de tekens, al of niet in samenhang met bijkomende tekens, die zijn opgenomen in bijlage 7 A tot en met F van het BPR.
Burgemeester en wethouders kunnen het plaatsen van een teken als bedoeld in het eerste lid achterwege laten indien het plaatsen van een teken niet doelmatig is; in plaats daarvan of in combinatie met het plaatsen van een teken kunnen zij een verbod, gebod, aanbeveling of inlichting in een voorschrift opnemen.
Hoofdstuk 4 BEPALINGEN BETREFFENDE MILIEUHINDER
Paragraaf 4.2 Lozingen en afvalstoffen
Onverlet het bepaalde in de APV is het verboden zich van huishoudelijke afvalstoffen en grof huisvuil afkomstig van een in de havens liggend vaartuig te ontdoen anders dan door gebruikmaking van de daartoe bij de havens geplaatste en als zodanig aangegeven afvalstoffencontainers.
De schipper van een vaartuig zowel als de exploitant van een aan de havens gelegen terrein is verplicht:
onmiddellijk na het te water geraken van de in het eerste en derde lid genoemde vloeistoffen, voorwerpen of zelfstandigheden daarvan kennis te geven aan de havenmeester en er zorg voor te dragen, dat deze vloeistoffen, voorwerpen of zelfstandigheden onmiddellijk of, bij gebreke van dien, binnen de door burgemeester en wethouders te bepalen tijd uit de havens worden verwijderd.
Artikel 53 Gasflessen en brandblusapparatuur
Aan boord van pleziervaartuigen mogen niet zich niet meer dan twee gasflessen bevinden, welke zijn goedgekeurd door een daartoe bevoegde instantie en erkende instantie of deskundige en zijn aangesloten door middel van deugdelijke slangen en klemmen. De gasfles of gasflessen dient of dienen deugdelijk te zijn geplaatst, in een ruimte die voldoende geventileerd is, zo mogelijk buiten het woonverblijf en motorruimte.
In afwijking van artikel 5.6.1 van de APV is het verboden om in de havens aan boord van een vaartuig op open vuur aan dek op open vuur gerechten te roosteren of te bereiden, of op enigerlei andere wijze aan dek open vuur te bezigen.
Het is verboden om aan boord van een vaartuig voortstuwingsinstallaties, motoren, aggregaten, geluidsapparatuur of andere toestellen of installaties in werking te hebben of werkzaamheden of activiteiten te verrichten in strijd met de geluids- en trillingsvoorschriften van Paragraaf 1.1 Geluid en trilling van de Bijlage van het Besluit jachthavens.
Hoofdstuk 5 LIGPLAATSEN VOOR KLEINE BOOTJES
De uitgifte van ligplaatsen als bedoeld in artikel 58 geschiedt door het opmaken van een huurovereenkomst voor het gebruik van het water en voor zover van toepassing tevens voor het aanmeren aan een gemeentelijke steiger.
Bij het afsluiten van de overeenkomst als bedoeld in het eerste lid ontvangt de rechthebbende van het kleine bootje van burgemeester en wethouders een vignet met daarop het jaartal van het afsluiten van de overeenkomst en kadecode en het nummer van de toegewezen ligplaats.
Het vignet als bedoeld in het tweede lid dient duidelijk zichtbaar op de voorsteven of de voorruit van het kleine bootje te zijn aangebracht.
Verlies van het vignet als bedoeld in het tweede lid dient door de rechthebbende van het kleine bootje onmiddellijk te worden gemeld aan de havenmeester.
Artikel 60 Toewijzing ligplaats en wachtlijst
Burgemeester en wethouders wijzen de ligplaatsen als bedoeld in artikel 58, eerste lid uitsluitend toe aan direct aanwonenden. Onder direct aanwonenden worden verstaan:
voor de ligplaatsen als bedoeld in artikel 58, eerste lid, sub d tot en met f: bewoners die woonachtig zijn op huisadressen gelegen in de navolgende straten:
Voor de ligplaatsen als bedoeld in artikel 58, eerste lid, sub a tot en met c: bewoners die woonachtig zijn op huisadressen gelegen in de navolgende straten:
Toewijzing van ligplaatsen als bedoeld in artikel 58 geschiedt in volgorde van binnenkomst. Per huisadres wordt maximaal voor één klein bootje een ligplaats toegewezen. Indien meer ligplaatsen worden aangevraagd dan er beschikbaar zijn, wordt door burgemeester en wethouders een wachtlijst bijgehouden.
Hoofdstuk 6 VERGUNNINGEN EN ONTHEFFINGEN
Artikel 62 Vergunning, ontheffing of ontzegging
Een vergunning, ontheffing of ontzegging in het kader van deze verordening is gebonden aan de natuurlijke of de rechtspersoon waar aan zij is verleend.
Artikel 63 Duur vergunning of ontheffing
Een vergunning of ontheffing kan voor een bepaalde tijd worden verleend.
Een aanvraag om verlenging na afloop van de geldigheidsduur van een vergunning of ontheffing geldt als een nieuwe aanvraag om een vergunning of ontheffing.
Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.
Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.
Artikel 65 Voorschriften en beperkingen
Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en/of beperkingen worden verbonden ter bescherming van de belangen die ten grondslag liggen aan de betreffende bepalingen.
De aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en/of beperkingen kunnen worden gewijzigd indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing vereist is.
Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen na te komen.
Een vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken in het geval dat:
zich na het verlenen van de vergunning of ontheffing zodanige feiten en/of omstandigheden hebben voorgedaan danwel een verandering van inzichten is opgetreden op grond waarvan moet worden aangenomen dat intrekking van de vergunning of ontheffing wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;
Hoofdstuk 7 STRAFBEPALINGEN, TOEZICHT EN OPSPORING
Artikel 69 Binnentreden woning
Zij die zijn belast met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften zijn, indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, bevoegd om het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig te betreden zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 72 Overgangsbepalingen
Vergunningen, ontzeggingen en ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de Havenverordening 1997 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van de onderhavige verordening worden aangemerkt als vergunningen, ontzeggingen en ontheffingen krachtens onderhavige verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van onderhavige verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing van de Havenverordening Hoorn 1997 is ingediend waarop nog niet is beslist wordt daarop conform de onderhavige verordening beslist.
Huurovereenkomsten voor kleine bootjes gesloten op grond van artikel 49 van de Havenverordening Hoorn 1997 die rechtsgeldig waren op het moment van inwerkingtreding van deze verordening blijven van kracht met dien verstande dat artikel 54, tweede tot en met het vierde lid op deze overeenkomsten van overeenkomstige toepassing is.
Personen die op het moment van inwerkingtreding van onderhavige verordening op de wachtlijst als bedoeld in artikel 50 van de Havenverordening 1997 stonden en die voldoen aan de bepalingen van artikel 60, eerste lid worden op het moment van inwerkingtreding met behoud van hun positie geplaatst op de wachtlijst als bedoeld in artikel 60, tweede lid.