Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Verordening op de heffing en invordering van Havengeld 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van Havengeld 2009
CiteertitelVerordening Havengeld 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp221 binnenhavens en waterwegen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

671A

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200901-01-2010nieuwe regeling

16-12-2008

Gemeenteblad 2008=35a

2008 08.48359

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Havengeld 2009

Registratienummer: 08.48359

 

De Raad van de gemeente Hoorn;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2008;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet

besluit

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van Havengeld 2009

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt, voorzover niet anders bepaald, verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende goederen;

  • b.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb.548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • c.

    schip: een binnenschip of een vissersschip;

  • d.

    binnenschip: een vaartuig niet zijnde een pleziervaartuig dat uitsluitend wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;

  • e.

    vrachtschip: een binnenschip dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoer van goederen, benevens werkvaartuigen zoals baggerwerktuigen, zandzuigers en kraanschepen;

  • f.

    passagiersschip: een binnenschip, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen;

  • g.

    charterschip: zeilend bedrijfsvaartuig t.w. een binnenschip, geen passagiersschip zijnde, dat overwegend of geheel met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen;

  • h.

    vissersschip: een schip, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee;

  • i.

    historisch schip een vaartuig dat als varend monument te boek staat en in het bezit is van een geldige “blauwe pas” uitgegeven door de L V B H B;

  • j.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • k.

    ton: een massa van 1000 kilogram;

  • l.

    tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

  • m.

    termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik als bedoeld in artikel 2 plaatsvindt:

    • -

      dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uur;

    • -

      7 dagen: een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;

    • -

      maand: een kalendermaand;

    • -

      jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "havengeld" worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene, die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen havengeld wordt geheven voor:

  • 1.

    vaartuigen van het rijk, de provincie Noord Holland, waterschappen en de gemeente;

  • 2.

    vaartuigen, die in opdracht van de gemeente worden gebruikt voor werkzaamheden ten behoeve van de in artikel 2 bedoelde wateren, werken en inrichtingen;

  • 3.

    open roeiboten en kano's;

  • 4.

    woonschepen als bedoeld in de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting;

  • 5.

    reddingsvaartuigen;

  • 6.

    hospitaalschepen, bedoeld in de wet van 30 december 1905, Stb.383;

  • 7.

    vaartuigen, bestemd om te worden voortbewogen door windkracht, waarbij geen grotere zeiloppervlakte kan worden gevoerd dan 12 vierkante meter;

  • 8.

    vaartuigen die, ten gevolge van storm, ijsgang of andere weersomstandigheden, e.e.a. ter beoordeling van de havenmeester, gedwongen zijn gebruik te maken of te blijven maken van de openbare gemeentelijke wateren, gedurende het tijdvak van dat gebruik;

  • 9.

    vrachtschepen die, zonder te lossen of te laden, des zaterdags na 12.00 uur gebruik maken van de openbare gemeentelijke wateren en voor 12.00 uur van de daaropvolgende maandag afvaren;

  • 10.

    charter en passagiersschepen die, zonder te lossen of te laden, gebruik maken van de openbare gemeentelijke wateren ter verkrijging van geneeskundige behandeling voor zich aan boord bevindende zieken, mits het gebruik niet langer duurt dan voor het e.e.a. noodzakelijk is en de duur van één maand per jaar niet te boven gaat;

  • 11.

    vaartuigen welke eigendom zijn van het koninklijk huis;

  • 12.

    opleidingsvaartuigen voor zee en binnenvaart voor zolang zij voor dit doel gebruikt worden;

  • 13.

    vaartuigen welke niet laden of lossen en gebruik van de haven maken tussen 10.00 uur en 16.00 uur.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Grondslagen voor de berekening van het havengeld zijn:

  • a.

    het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

  • b.

    de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters; zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.

Artikel 6 Tarieven

De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 7.

Artikel 7 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 2.

    geldt, in afwijking van het bepaalde in onderdeel a, de uitkomst van lengte x breedte x 1,2 in kubieke meters van het vaartuig indien de meetbrief een kleiner tonnage aangeeft dan die uitkomst;

  • 3.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende binnenvaart meetbrief;

  • 4.

    wordt, in afwijking van het in de onderdelen 1, 2 en 3 bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdeel 1, 2 en 3 bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt.

  • 5.

    wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van een lengte of van een tijdsduur voor een volle eenheid gerekend;

  • 6.

    wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld tenzij bij de aanmelding het gebruik voor een langere termijn is gevraagd.

Artikel 8 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Met betrekking tot het per bezoek geheven havengeld neemt de belastingplicht een aanvang, zodra gebruik van de openbare gemeentelijke wateren wordt gemaakt.

  • 2.

    Indien havengeld bij wijze van abonnement of per jaar wordt geheven, wordt teruggaaf verleend over het aantal volle kalendermaanden waarin geen gebruik van de haven wordt gemaakt.

Artikel 10 Aanmeldingsplicht

Zodra gebruik van de openbare gemeentelijke wateren een aanvang neemt is de belastingplichtige gehouden zulks te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 11 Termijn van betaling

  • 1.

    Het recht moet, behoudens het bepaalde in het tweede lid, worden voldaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 2.

    Het recht moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 8 wordt toegezonden binnen tien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van havengelden.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening havengeld 2008" van 20 november 2007 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening havengeld 2009 geen rechtskracht krijgt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening havengeld 2009".

TARIEVENTABEL 2009 BEHORENDE BIJ DE VERORDENING HAVENGELD 2009

 

Excl.BTW

Incl. BTW

1.

Het havengeld bedraagt voor vrachtschepen per 100 ton laadvermogen:

 

 

 

a. voor een termijn van 7 dagen

 

€ 27,68

32,95

 

b. voor elke volgende termijn van 7 dagen

 

€ 15,05

17,90

 

2.

Het havengeld bedraagt voor vaartuigen, niet zijnde vrachtschepen, met een vaste ligplaats,

 

 

 

per meter lengte per jaar

€ 79,54

94,65

 

3.

Het havengeld bedraagt voor vaartuigen, niet zijnde vrachtschepen, zonder vaste ligplaats, per dag:

 

 

 

voorzover de lengte van het vaartuig bedraagt:

 

 

 

 

 

 

 

a. minder dan 8 meter

€ 5,92

7,05

 

b. 8 meter of langer doch minder dan 10 meter

€ 7,37

8,80

 

c. 10 meter of langer doch minder dan 12 meter

€ 9,80

11,65

 

d. 12 meter of langer doch minder dan 14 meter

€ 10,80

12,85

 

e. 14 meter of langer doch minder dan 16 meter

€ 12,56

14,95

 

f. 16 meter of langer doch minder dan 18 meter

€ 14,15

16,85

 

g. 18 meter of langer doch minder dan 20 meter

€ 15,81

18,80

 

h. 20 meter of langer, per meter lengte

€ 1,07

1,25

 

4.

Het havengeld bedraagt voor charterschepen, passagiersschepen en vaartuigen niet zijnde vracht- of vissersschepen, zonder vaste ligplaats, bij abonnement in de maanden oktober tot en met april:

 

 

 

per meter lengte per maand

€ 4,63

5,50

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.

Het havengeld bedraagt voor charterschepen, die worden opgelegd in de opleghaven, in de maanden mei tot en met september voor een termijn van 7 dagen,

 

 

 

 

 

 

 

per meter lengte

1,58

1,90

 

6.

In afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt het havengeld voor meerrompschepen het dubbele van het onder 3 aangegeven tarief.

 

 

 

 

 

 

 

7.

In afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt het havengeld voor vaartuigen, die op aanwijzing van burgemeester en wethouders in de Buitenhaven achter de Middeldijk ten anker moeten gaan, een derde gedeelte van het onder 3 aangegeven tarief.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.

Voor charterschepen en passagiersschepen, voor welke schepen de mogelijkheid van reservering van een ligplaats bestaat, bedraagt de verhoging van het havengeld,

 

 

 

 

 

 

 

per reservering

€ 105,81

125,90