Overheidsorganisatie | Gemeente Heerde |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening rioolheffing gemeente Heerde 2011 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing gemeente Heerde 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 228a
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | nieuwe regeling | 06-11-2011 Schaapskooi, 13-11-2012 | Onbekend. | ||
01-01-2012 | 31-12-2012 | nieuwe regeling | 07-11-2011 Schaapskooi, 15-11-2011 | Onbekend. | |
17-11-2010 | 31-12-2011 | nieuwe regeling | 08-11-2010 Schaapskooi, 16-11-2010 | Onbekend. |
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Heerde;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2010 en het raadsbesluit van 21 juni 2010;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing in de gemeente Heerde 2011.
1. | Deze verordening verstaat onder: | |
a. | perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; | |
b. | gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; | |
c. | water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. | |
2. | In afwijking in zoverre van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt een geheel van twee of meer percelen dat naar de omstandigheden beoordeeld één terrein vormt bestemd voor verblijfsrecreatie en als zodanig wordt geëxploiteerd, aangemerkt als één perceel. |
1. | Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: | |
a. | de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en | |
b. | de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. |
1. | De belasting wordt geheven van degene die degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering. | |
2. | Met betrekking tot de rioolheffing wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. |
1. | Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zakevan elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van diegedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel wordenaangemerkt. |
De belasting is niet verschuldigd ter zake van percelen die zelfstandig in gebruik zijn als berging of garagebox.
1. | De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel. | |
2. | De heffingsmaatstaf waarnaar het rioolrecht wordt geheven, is de doorsnede van de afvoerleiding op de gemeentelijke riolering. |
De rioolheffing bedraagt per perceel per jaar, wanneer de afvoerleiding op de gemeentelijke riolering een doorsnede heeft van:
niet meer dan 12,5 cm | € 158,40 |
meer dan 12,5 cm, doch niet meer dan 16 cm | € 316,80 |
meer dan 16 cm, doch niet meer dan 20 cm | € 633,60 |
meer dan 20 cm, doch niet meer dan 25 cm | € 1.267,20 |
meer dan 25 cm | € 1.900,80 |
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. | De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. | |
2. | Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. | |
3. | Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. |
1. | In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. | |
2. | In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljetverenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, hoger is dan € 100,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatischebetalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. | |
3. | In afwijking van het tweede lid bestaat geen mogelijkheid tot automatische incasso voor niet-natuurlijke personen waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde bedragen hoger is dan € 2.000,00. In dat geval gelden de betalingstermijnen zoals genoemd in het eerste lid. | |
4. | Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen nietkunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid. | |
5. | De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. |
Bij de invordering van de rioolheffing, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
De “Verordening rioolheffing gemeente Heerde 2010” van 7 september 2009 wordt
ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
1. | Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. | |
2. | De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. | |
3. | Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rioolheffing gemeente Heerde 2011”. |
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 8 november 2010.
griffier, voorzitter,