Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota terrassen in Hoorn |
Citeertitel | Nota terrassen in Hoorn |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 140 openbare orde en veiligheid |
320A
Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-07-1997 | 12-04-2012 | nieuwe regeling | 24-06-1997 Gemeenteblad 1997=07 | - |
Het aantal terrassen (aanvragen) in Hoorn is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Vooral de behoefte om allerlei voorzieningen op, aan of boven een terras te plaatsen is enorm gegroeid.
Omdat het huidige beleid niet inspeelt op deze behoefte is er een wildgroei aan terrasschotten, parasols e.d. ontstaan, al of niet met reclame.
De kwaliteit van met name de binnenstad moet verbeterd worden. Dit is aanleiding om het huidige terrassenbeleid eens onder de loep te nemen en aan te passen aan de wensen van nu, want een gave historische binnenstad, met een samenhangend beeld, heeft een veel grotere belevingswaarde en een betere toeristische en economische aantrekkingskracht.
De huidige terrassen zijn op de volgende locaties gesitueerd:
Rode Steen, Kerkplein en Dubbele Buurt/Vale Hen.
Winkelrondje en de direct aangrenzende straten:
West, Grote Noord, Kleine Noord, Breed, Gedempte Turfhaven, Spoorstraat, Ramen, Nieuwland, Gouw, Nieuwstraat, Lange Kerkstraat, Kerkstraat, Nieuwe Noord, Kruisstraat, Noorderstraat en Baanstraat.
Oude Doelenkade, Veermanskade, 't Hoofd, Korenmarkt, Appelhaven en Kleine Oost.
Koepoortsweg en Aagje Dekenplein.
Locaties waar in verband met de aanwezige ruimte geen terrassen zijn toegestaan. In verband met de aanwezige ruimte en het waarborgen van een doorstroom voor de voetgangers wor-den in ieder geval in de volgende straten geen terrassen toegestaan: Veemarkt, Nieuwsteeg en Lange Kerkstraat.
Het wel of niet toestaan van een terras is afhankelijk van de ruimte, het gebruik, het straatbeeld of de functie van een gebied. In verband met de bovengenoemde aspecten zijn er in diverse gebieden terrassen afgewezen (zie onder andere hierboven).
In de straten Dubbele Buurt, West, Lange Kerkstraat en het Kerkplein wijzigt de functie en/of het gebruik van de straat na winkelsfuitingstijd. Burgemeester en wethouders bepalen in bovengenoemde straten de tijden waarop de terrassen geopend mogen worden.
Uiteraard blijft de individuele locatie in deze gebieden bepalend of vergunning na winkelsluitings-tijd verleend zal worden.
Algemene plaatselijke verordening.
De basis voor vergunningverlening is gelegen in de Algemene plaatselijke verordening (Apv), artikel 2.1.5.1, Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg.
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan.
De toetsingscriteria zijn weergegeven in lid 6 van bovengenoemd artikel.
Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd wanneer deze in strijd is met het beleid en voorts:
De vergunningverlening voor het maken van reclame op een onroerende zaak (in dit geval de openbare weg) is gelegen in artikel 4.7.2, van de Apv. De toetsingscriteria zijn weergegeven in lid 4 van bovengenoemd artikel en komen overeen met de eerdergenoemde toetsingscriteria voor het gebruik van de weg. Voor het maken van reclame op terrasschotten, parasols e.d. heeft de aanvrager dus een aparte vergunning nodig. Voor het boven gemeentegrond hangen van een zonnescherm is (mits voldaan aan de daarvoor gestelde eisen uit de Apv) volgens de Algemene plaatselijke verordening geen vergunning nodig tenzij er reclame op de zonnescherm wordt aangebracht of het zonnescherm wordt aangebracht aan een monumentaal gebouw. De vergunningverlening voor het maken van reclame op een zonnescherm of het aanbrengen van een zonnescherm aan een monumentaal gebouw wordt geregeld door de afdeling Bouw- en Woningtoezicht.
In artikel 1 van de Drank- en Horecawet wordt het begrip (horeca) inrichting omschreven.
Inrichting: de besloten ruimte, waarin een in artikel 3, eerste lid, onder a en b, bedoeld bedrijf of de in dat lid, onder c, bedoelde werkzaamheid wordt uitgeoefend, met -voor zover zij tezamen daarmee tot dat doel in gebruik zijn- de open aanhorigheden daarvan en de in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen gedeelten van de openbare weg.Voorzover de voorschriften uit de Drank- en Horecawet dus de inrichting betreffen, zijn deze ook van toepassing op het terras.
Besluit Horecabedrijven Milieubeheer, 3 juni 1992.
Punt 4 van de Wet Milieubeheer geeft uit milieu-oogpunt nadere voorschriften ten aanzien van het ten gehore brengen van muziek op terrassen en het voorkomen van hinder of overlast bij het exploiteren van een terras.
Net als bij de Drank- en Horecawet zijn diverse andere algemene voorschriften uit het bovengenoemde Besluit van toepassing op de inrichting, waarvan het terras onderdeel uitmaakt.
Het plaatsen van een terras betekent een inbreuk op het gebruik van het trottoir als voetgangers-domein. Daartegenover staat natuurlijk het belang van de horeca-ondernemers en het terraszittende publiek. Tevens kunnen terrassen een verlevendiging van het straatbeeld betekenen.
Bij de vraag of een terrasvergunning verleend kan worden zal in de eerste plaats gekeken moeten worden naar de breedte van het trottoir. Deze moet na plaatsing van een terras minstens een 1. 50m vrije doorgang voor voetgangers behouden. Ten aanzien van trottoirvrije gebieden kan ander beleid gehanteerd worden. Verder mag een terras geen overlast veroorzaken voor het overige verkeer. De 1. 50m vrije doorgang voor voetgangers wordt ook als uitgangspunt gehanteerd in het huidige terrassenbeleid. Met uitzondering van de nieuw in te richten gebieden, wijzigen de meeste terrasvergunningen qua omvang (m2) dus niet. Een verandering in bijvoorbeeld de functie of structuur van een gebied kan hets doen veranderen. Wij hebben er voor gekozen een toetsbare regelgeving op te stellen waarin de eisen en voorschriften, die men vanuit de verschillende instellingen (politie, brandweer) en afdelingen heeft geformuleerd zijn opgenomen.
De eisen zoals deze op bijlage 1 zijn geformuleerd hebben met name betrekking op de veiligheid, openbare orde en de vormgeving van het meubilair op terrassen. Wanneer een aanvraag voor een terrasvergunning voldoet aan de eisen kan een vergunning verleend worden, waarbij in ieder geval de in bijlage 2 aangegeven standaardvoorschriften worden opgenomen. Specifieke situaties kunnen om nadere eisen en voorschriften vragen. Na een zorgvuldige afweging kunnen deze aan de terrasvergunning gekoppeld worden.
Wanneer een aanvraag voor een terrasvergunning niet voldoet aan de eisen genoemd in bijlage 1 kan de vergunning, op grond van artikel 2.1.5.1, lid 6 van de Apv, worden geweigerd.
De bestaande terrasvergunningen zijn verleend voor onbepaalde tijd en dienen te worden ingetrokken op grond van artikel 1.6, lid b van de Apv. Na het vaststellen van het nieuwe terrassenbeleid moeten er nieuwe terrasvergunningen verstrekt worden. Om flexibel te kunnen inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen (denk aan: herinrichtingen, nieuw sluitingsuur) is het verstandig de nieuwe terrasvergunningen voor de duur van twee jaar te verstrekken.
Wanneer een aanvraag voldoet aan de hiervoor genoemde eisen kan een terrasvergunning worden verleend. Indien vergunning wordt gevraagd voor een terras dat op enige wijze afwijkt van de eisen, dan wordt deze aanvraag ter advisering voorgelegd aan een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen terzake deskundige en aan een medewerk(st)er van de sector Gemeentewerken.
De vergunningverlening op grond van de Apv is door burgemeester en wethouders gemandateerd aan de directeur van de sector Gemeentewerken. Het verlenen van vergunningen waarin afgeweken wordt van de standaard criteria en voorschriften en het weigeren van een terrasvergunning geschiedt door burgemeester en wethouders.
Zoals eerder aangegeven worden aan een terrasvergunning voorschriften gesteld. Zie hiervoor bijlage 2.
6. PRECARIO VOOR HET INGEBRUIK NEMEN VAN GEMEENTEGROND
Het precariotarief voor het ingebruiknemen van gemeentegrond is f 64,00 per m2 per jaar (tarief 1997). Dit tarief is voor iedere horeca-ondernemer in Hoorn gelijk, ongeacht de ligging van het terras. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld in de precarioverordening door de gemeenteraad.
Na het inwerkingtreden van het nieuwe terrassenbeleid in 1997 worden de nieuwe terrasvergunningen in 1998 verstrekt. Ten aanzien van het nieuwe beleid is een overgangstermijn van twee jaar gewenst. Voor horecabedrijven welke zich vestigen na het vaststellen van het beleid, geldt dit overgangsrecht niet.
De handhaving en het preventieve toezicht ten aanzien van terrassen is een gezamenlijke taak van de marktmeesters en de politie. De handhaving richt zich op het zonder vergunning exploiteren van een terras en overtreding van de voorschriften uit de terrasvergunning en dan met name de overschrijding van de ingebruikname van het aantal m2.
Terrassen worden met name in de avonduren en in de weekeinden druk bezocht. Dit vraagt dan ook juist in deze perioden om de nodige toezicht.
Zoals al eerder aangegeven is wordt de vergunning voor de periode van twee jaar verleend. Bij overtreding van de vergunningvoorschriften kan, via de daarvoor geldende procedure uit de Algemene wet bestuursrecht, uiteindelijk de terrasvergunning worden ingetrokken. Ook kan door de politie strafrechtelijk worden opgetreden.
Verder moeten er in of op het straatwerk markeringen worden aangebracht, waardoor bij controles misverstanden en discussies kunnen worden voorkomen.
Bestuursrechtelijke handhavingsprocedure bij overschrijding van het aantal m2 uit de terrasvergunning.
De marktmeesters zullen naast overschrijding van het aantal m2 ook controleren of de resterende voorschriften uit de terrasvergunning niet worden overtreden. Afhankelijk van de overtreding zal bepaald worden welke sanctie (bestuursdwang, dwangsom of intrekking) zal worden ingezet.
NB. De bovenstaande handhavingsprocedure zal ook worden meegenomen in de horeca-aanbevelingen voor 1997.
Bijlage 1. EISEN WAARAAN EEN TERRAS MOET VOLDOEN OF WAARNA MEDEWERKING AAN DE PLAATSING VAN EEN TERRAS KANWORDEN VERLEEND.
Terrassen moeten in het algemeen in de onmiddellijke omgeving van het horecabedrijf worden gesitueerd. Aansluitend aan de voor- of zijgevel van het pand, tenzij anders is bepaald (bv. plein). Afhankelijk van de situatie kunnen terrassen tijdens bijzondere dagen (bv. Koninginnedag of de kermis) voor de gevel van andere (naastgelegen) panden worden toegestaan. Naast een vergunning van de gemeente moet hiervoor moet in ieder geval een schriftelijk toestemming van de eigenaar van het pand aan de gemeente worden overlegd.
De gemeente streeft naar goed ingerichte terrassen met een hoge kwaliteit. De terrasinrichting moet nauw afgestemd zijn op de architectuur van het achterliggende pand en de omgeving. De terrasaanvragen worden in eerste instantie getoetst aan de bovenaangegeven eisen met betrekking tot de openbare orde en veiligheid, vervolgens moet voldaan worden aan de navolgende terrasinrichtingseisen, waarin de uitgangspunten met betrekking tot inrichting en vormgeving van terrassen zijn vastgesteld. Indien een aanvraag voldoet aan deze eisen kan als regel de toetsing achterwege blijven. Afhankelijk van de afwijking en de situatie ter plekke kan een toetsing door een terzake deskundige en een medewerk(st)er van de sector Gemeentewerken een afwijking honoreren.
Terrasschotten moeten wegneembaar en verplaatsbaar zijn. Zij mogen maximaal 1.50m hoog zijn, waarvan minimaal 50% volledig transparant. Voor- en tussenschotten (parallel aan de weg) zijn in principe niet toegestaan. Ten behoeve van de (verkeers) veiligheid kan anders worden besloten.
Reclame op terrasschotten is toelaatbaar met een maximale afmeting van 20 cm x 40 cm per wand. De reclame moet verband houden met de aard van het bedrijf.
Parasols (incl.voet) mogen alleen worden toegepast indien zij een semipermanent karakter hebben en als afzonderlijke elementen herkenbaar blijven. Zij moeten inklapbaar zijn. In uitgeklapte toestand moet zich de onderkant van de volant op minimaal 2.20m hoogte bevinden. Zij mogen in uitgeklapte toestand geen grotere afmeting hebben dan een 3m (diameter) en dienen in deze toestand een afstand tot elkaar te hebben van minimaal 1 m. Parasols moeten vervaardigd zijn van tentdoek of een gelijkwaardig materiaal.
Reclame op parasols is toegestaan op maximaal 10% van de oppervlak of alleen op de volant. De reclame moet verband houden met de aard van het bedrijf.
Bij een terras dat direct grenst aan het pand mag verlichting en/of een verwarmingselement worden geplaatst/aangebracht, indien deze past bij het betreffende pand en de omgeving. De verwarmingsinstallaties dienen door de brandweer goedgekeurd te worden. Slingerverlichting is niet toegestaan. De verlichting mag niet hinderlijk zijn voor omwonenden en/of passanten.
Afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen en omstandigheden ter plaatse kunnen bovengenoemde eisen wijzigen of aanvullende voorschriften worden gesteld ter voorkoming van overlast, ter voorkoming van aantasting van het stedenschoon, ter voorkoming van onveilige situaties.
Bijlage 2. VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ EEN TERRASVERGUNNING.
De terrasvergunning wordt verstrekt voor de periode van twee jaar. Op de locaties waar van toepassing, is deze vergunning niet van kracht op de dagen dat in de binnenstad van Hoorn de zaterdag markt, voor- en najaarsmarkt, lappendag en de kermis plaatsvinden. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om nadere dagen aan te wijzen.
De terrasvergunning is van kracht in de maanden januari t/m december, echter in de (winter)- periode vanaf 1 november tot 1 maart worden alleen terrassen en inrichtingselementen toegestaan binnen de (standaard 1 .20m) stoepenzone. Deze zone grenst direct aan het pand en vormt de overgang tussen binnen en buiten (zie voor verder toelichting de Nota Micromilieu Binnenstad). In de gebieden waar geen stoepenzone aanwezig is zal per terras bekeken worden wat de (on)mogelijkheden zijn.
Vanaf 1 november tot 1 maart dient al het terrasmeubilair, schotten en andere voorwerpen en stoffen voorzover afkomstig van het terras buiten de stoepenzone of, bij de afwezigheid van een stoepenzone, in een nader aangegeven gebied, van de openbare weg te zijn verwijderd en dient het ingebruikgegevene door de vergunninghouder in de oorspronkelijke toestand te worden opgeleverd.
Gedurende de periode dat door of vanwege de gemeente of vanwege nutsbedrijven, werkzaamheden in of aan de ingebruikgegeve grond moeten worden uitgevoerd is het de vergunninghouder niet toegestaan het ingebruikgegevene in te richten als terras. Gedurende de periode dat de vergunninghouder geen gebruik kan maken van het ingebruik gegegevene bestaat geen recht op schadevergoeding en/of restitutie van betaalde precariorechten, tenzij schriftelijk anders mocht worden overeengekomen