Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt (in alfabetische volgorde) verstaan onder:
- a.
Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.
- b.
Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
- c.
Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt kan worden, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.
- d.
Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.
- e.
Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.
- f.
Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het collectief vraagafhankelijk vervoer.
- g.
Compensatieplicht: de plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
- h.
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen bijdrage die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn.
- i.
Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.
- j.
Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.
- k.
Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
- l.
Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.
- m.
Huisgenoot: iedere meerderjarige (persoon van 18 jaar of ouder) met wie de belanghebbende duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont, tenzij er sprake is van een commerciële relatie.
- n.
Indicatieorgaan: een instelling welke bevoegd is medische indicaties op te stellen in het kader van de Wmo.
- o.
Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.
- p.
Inkomen: het verzamelinkomen zoals de Belastingdienst deze op grond van de Wet op de Inkomstenbelasting vaststelt.
- q.
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven.
- r.
Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.
- s.
Meerkosten: kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voor zover dit deel van de kosten uitgaat boven voor de belanghebbende als algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening.
- t.
Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.
- u.
Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving
- v.
Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.
- w.
Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.
- x.
Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning.
- y.
Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
- z.
Zelfredzaamheid: het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk en financiële vermogen om voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken.
Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie
Artikel 2 De te bereiken resultaten
De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:
- a.
een schoon en leefbaar huis;
- b.
wonen in een geschikt huis;
- c.
beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
- d.
beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
- e.
het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
- f.
zich verplaatsen in en om de woning;
- g.
zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
- h.
de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Hoofdstuk 3 Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 3 Scheiding aanmelding en aanvraag
- 1
Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:
- a.
De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;
- b.
De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;
- c.
Belanghebbende of het college daarom verzoekt.
- 2
Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid.
Artikel 4 Aanmelding voor een gesprek
Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente Buren door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Artikel 5 Het gesprek
- 1
Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.
- 2
Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.
Artikel 6 Het verslag
- 1
Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd. Uitsluitend een door belanghebbende ondertekend verslag kan als aanvraagformulier als bedoeld in artikel 7 lid 3 beschouwd worden.
- 2
Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.
Hoofdstuk 6 Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en al financiële tegemoetkoming, eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 1 Verstrekking van voorzieningen
Artikel 17 Mogelijke verstrekkingwijzen
- 1
De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.
- 2
Het college van burgemeester en wethouders legt alle bedragen voor te verstrekken individuele voorzieningen vast in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren
Paragraaf 2 Verstrekking in natura
Artikel 18 Inhoud beschikking
- 1
Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd;
- a.
welke de te treffen voorziening is;
- b.
wat de duur van de verstrekking is;
- c.
hoe de voorziening in natura verstrekt wordt; en
- d.
of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.
- 2
Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
Paragraaf 3 Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 19 Overwegende bezwaren
Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Artikel 20 Inhoud beschikking
- 1
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:
- a.
Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden.
- b.
Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen.
- c.
Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is en welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.
- 2
Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
- 3
Het college gaat steekproefsgewijs na of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De belanghebbende is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren, op verzoek van het college te verstrekken.
Paragraaf 4 Verstrekking als financiële tegemoetkoming
Artikel 21 Inhoud beschikking
- 1
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:
- a.
voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;
- b.
wat de duur van de verstrekking is;
- c.
of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld; en
- d.
wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is.
- 2
Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.
Paragraaf 5 Eigen bijdragen en eigen aandeel
Artikel 22 Eigen bijdragen en eigen aandeel
- 1
Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:
- a.
een schoon en leefbaar huis;
- b.
wonen in een geschikt huis;
- c.
beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
- d.
beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
- e.
het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
- f.
zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;
- g.
zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
- h.
de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
- 2
Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.
Hoofdstuk 7 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
Artikel 23 Beslistermijn
- 1
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt voor:
- a.
Een voorziening voor het wonen in een schoon en leefbaar huis: maximaal 8 weken.
- b.
Een voorziening voor het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften: maximaal 8 weken.
- c.
Een voorziening voor het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding: maximaal 8 weken.
- d.
Een voorziening voor het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren: maximaal 8 weken.
- e.
Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis:e1. als het gaat om een voorziening waarvoor geen bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 8 weken;e2. als het gaat om voorzieningen waar wel bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 16 weken.
- f.
Een voorziening voor het zich verplaatsen in en om de woning: maximaal 16 weken.
- g.
Een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel: maximaal 8 weken.
- h.
Een voorziening voor het ontmoeten van medemensen het op basis daarvan sociale verbanden aangaan: maximaal 8 weken.
- 2
Wanneer binnen de gestelde termijn geen beschikking kan worden gegeven, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk in kennis gesteld en wordt in de brief een redelijke termijn genoemd waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Artikel 24 Beperkingen
- 1
Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:
- a.
De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat.
- b.
De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is.
- 2
Geen voorziening wordt toegekend:
- a.
Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is.
- b.
Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Buren.
- c.
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt.
- d.
Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.
- e.
De noodzaak tot het treffen van een woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing en deze verhuizing uit het oogpunt van het normale gebruik van de woning niet noodzakelijk was en er geen andere belangrijke reden aanwezig was.
- 3
Artikel 25 Advisering
- 1
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:
- a.
Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.
- b.
Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.
- 2
Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen indicatieorgaan om advies indien:
- a.
Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 is gevoerd en de kosten om het beoogde resultaat te behalen boven het bedrag komen zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren.
- b.
Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
- c.
Het college dat overigens gewenst vindt.
Artikel 26 Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 27 Intrekking
- 1
Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
- a.
Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.
- b.
Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
- 2
Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Artikel 28 Terugvordering
- 1
Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
- 2
Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.
- 3
Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.
Hoofdstuk 8 Slotbepalingen
Artikel 29 Harheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 30 Indexering
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).
Artikel 31 Evaluatie
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe telkens 2 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Artikel 32 Overgangsbepaling
Als belanghebbenden voor 1 mei 2011 een forfaitaire vergoeding voor gebruik van auto of taxi ontvingen of in bezit waren van een pas voor Regiotaxi, blijven zij deze verstrekking ontvangen tot en met 31 december 2011. In deze overgangsperiode wordt het recht op behoud van deze voorziening opnieuw onderzocht en vastgesteld.
Artikel 33 Inwerkingtreding en intrekking oude verordening
Deze verordening treedt, onder intrekking van de “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2011”, in werking met ingang van 19 januari 2012.
Artikel 34 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen Wmo gemeente Buren 2012”.