Organisatie | De Bilt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
geen
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-08-2011 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 27-06-2011 Biltbuis 18-08-2011 | rv27-06-2011 |
Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening
Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam ‘Sociaal Werkvoorzieningschap Zeist en
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam ‘Sociaal
Werkvoorzieningschap Zeist en Omstreken’ d.d. 27 juni 2011.
-artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening waarin gemeenteraden worden
verplicht een verordening vast te stellen met betrekking tot cliëntenparticipatie;
-artikel 4 van de ‘Regeling Sociale Werkvoorziening Zeist en Omstreken’ waarin de
betreffende gemeentebesturen alle bevoegdheden en verplichtingen met betrekking
tot de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening overdragen aan het openbaar
lichaam ‘Sociaal Werkvoorzieningschap Zeist en Omstreken’,
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
regeling Sociale Werkvoorziening Zeist en omstreken (GR SWZ) Wsw-gerechtigden
betrekt in de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wsw-beleid;
c.Wsw-gerechtigden: ingezetenen van de gemeenten De Bilt, Bunnik, Utrechtse
Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist die voor de Wsw geïndiceerd zijn of hun
wettelijk vertegenwoordigers, te weten:
bestuur als zodanig is erkend en in de bij de GR SWZ aangesloten gemeenten actief
is, hierna te noemen Wsw-raad;
e.GR SWZ: het openbaar lichaam ‘Sociaal Werkvoorzieningschap Zeist en Omstreken’
ingesteld op grond van de gemeenschappelijke ‘Regeling Sociale Werkvoorziening
Het beleid cliëntenparticipatie Wsw heeft de volgende doelstellingen:
1.Bewerkstelligen dat belanghebbenden bij het beleid inzake de uitvoering van de Wsw
vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding,
vaststelling, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde beleid.
2.Bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het Wsw-beleid van de GR SWZ,
gericht op het bieden van gelijke arbeidsmogelijkheden aan burgers met een
functiebeperking of chronische aandoening om voor hen volwaardig burgerschap te
1.In het kader van de cliëntenparticipatie Wsw-beleid vraagt het dagelijks bestuur de
2.De Wsw-raad is ook gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan het
3.Het dagelijks bestuur vraagt de Wsw-raad in ieder geval advies over het
4.Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed
kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in dat de Wsw-raad voldoende tijd gegeven
moet worden om het advies op te stellen. De Wsw-raad moet dit in ieder geval in een
reguliere vergadering kunnen behandelen.
5.De aan de Wsw-raad gevraagde adviezen worden op een zodanig tijdstip uitgebracht,
dat deze bij de te nemen besluiten kunnen worden betrokken.
6.Het advies van de Wsw-raad wordt door het dagelijks bestuur schriftelijk meegedeeld
7.In het geval het dagelijks bestuur in een voorstel aan het algemeen bestuur afwijkt
van het advies van de Wsw-raad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens
wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Wsw-raad is afgeweken.
8.Het dagelijks bestuur voorziet de Wsw-raad van de informatie die nodig is voor de
Wsw-raad om naar behoren te kunnen functioneren. Het betreft hier alle informatie
die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en
wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm
Artikel 4. Overleg tussen Wsw-raad en dagelijks bestuur
1.Tussen het dagelijks bestuur en de Wsw-raad vindt minimaal twee maal per jaar een
2.Van overleg en afspraken met de Wsw-raad doet het dagelijks bestuur binnen maximaal
acht weken schriftelijke rapportage aan de Wsw-raad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven
Artikel 5. Samenstelling Wsw-raad
die een evenwichtige afspiegeling vormt van de Wsw-gerechtigden.
Herbenoeming is mogelijk, met dien verstande dat een aaneengesloten zittingsduur
voor ieder individueel lid niet langer zal zijn dan acht jaar. Daarna is herbenoeming
slechts mogelijk, nadat een jaar is verstreken.
5.Indien een lid van de Wsw-raad om welke reden dan ook zijn Wsw-indicatie verliest,
verliest hij daarmee ook van rechtswege zijn lidmaatschap van de Wsw-raad.
6.Een lid van de Wsw-raad kan door het dagelijks bestuur worden ontslagen op verzoek
van het betreffende lid of na een gemotiveerd verzoek van de Wsw-raad. Indien de
Wsw-raad verzoekt om ontslag van een lid, wordt het betreffende lid gehoord,
voordat het dagelijks bestuur een beslissing neemt.
7.De leden kiezen uit hun midden een bestuur en benoemen een voorzitter.
1.De Wsw-raad vergadert zo dikwijls als voorzitter en secretaris het nodig achten, maar
ten minste twee keer per jaar en voorts indien ten minste vijf leden van de raad de
wens hiertoe schriftelijk kenbaar hebben gemaakt bij de secretaris. In het laatste
geval vindt een vergadering plaats binnen drie weken na de datum waarop het
verzoek de secretaris heeft bereikt.
2.Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen in een vergadering
waar meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is. Bij staking van stemmen
wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Stemming over zaken geschiedt
mondeling tenzij een meerderheid van de aanwezige leden om schriftelijke stemming
heeft verzocht. Stemming over personen geschiedt altijd met gesloten briefjes.
3.Leden van de Wsw-raad kunnen onderwerpen voor de agenda van een vergadering
1.Het dagelijks bestuur stelt aan de Wsw-raad zodanige middelen ter beschikking dat
de cliëntenraad redelijkerwijs in staat kan worden geacht om in het kader van de
uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de Wsw-gerechtigden
die woonachtig zijn in de bij GR SWZ aangesloten gemeenten.
2.De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een
3.De gemaakte kosten worden door de Wsw-raad aan het dagelijks bestuur
verantwoord vóór 1 februari van het jaar volgend op het jaar waarop de
1.In situaties waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur na de
2.Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie sociale
3.Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2011.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de GR SWZ op 27 juni 2011.
Toelichting Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening
De Wsw-geïndiceerde (Wsw’er) staat centraal in de uitvoering van de nieuwe Wet sociale
werkvoorziening (Wsw). Om die reden vindt de wetgever cliëntenparticipatie belangrijk
en onmisbaar. In de Wsw is daarom geregeld dat de gemeenteraad bij verordening
regels stelt over de manier waarop Wsw’ers betrokken worden bij de uitvoering van de
Wsw. Op grond van de Gemeenschappelijke Regeling is het vaststellen van de
verordening een taak van het algemeen bestuur van SWZ.
De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting
behoeven. Artikelen of onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna
Dit artikel omschrijft de begrippen die voor de verordening van belang zijn. Uit de
definitie van het begrip Wsw-raad volgt dat dit een door het dagelijks bestuur ingesteld
inspraakorgaan is dat functioneert binnen het beleidsterrein van de Wsw. Het
inspraakorgaan heeft als doel om de belangen te behartigen van de in de GR-gemeenten
Het derde lid geeft het beleidsterrein aan waarbij de Wsw-raad wordt betrokken.
Gekozen is voor een ruime formulering. De aspecten van het beleid (op de genoemde
terreinen) waarbij de Wsw-raad wordt betrokken zijn:
Artikel 4 tot en met 7 geven aan op welke wijze de cliëntenparticipatie in de praktijk
wordt vormgegeven. Het eerste en vierde lid van artikel 4 betreffen de verplichting tot
het tijdig om advies vragen. De omschrijving houdt in dat:
a.bij nieuw beleid de Wsw-raad in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen van de
b.bij evaluatie van beleid de Wsw-raad in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen
van vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.
Het achtste lid van artikel 4 draagt het dagelijks bestuur op om de Wsw-raad te voorzien
van de informatie die voor de uitoefening van hun taak nodig is. Het dagelijks bestuur
bepaalt zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien de Wsw-raad het dagelijks bestuur
verzoekt om de informatie elektronisch (op USB-stick, op CD of via e-mail) aan te
leveren, dan zal hij, indien redelijkerwijs mogelijk, aan dit verzoek voldoen. Dit geldt
tevens voor verzoeken om de informatie in braille of in grootletterschrift aan te leveren.
Het tweede lid spreekt over een termijn van acht weken waarbinnen het dagelijks bestuur
schriftelijk reageert naar aanleiding van overleg met en adviezen van de Wsw-raad.
Hiervan mag alleen in overleg met de Wsw-raad worden afgeweken. Het opstellen van
stukken voor het algemeen bestuur gebeurt in een strak tijdschema.
Om de Wsw-raad tijdig advies te kunnen laten geven is een adviestermijn opgenomen.
Het dagelijks bestuur stelt de Wsw-raad middelen ter beschikking voor een adequate
uitoefening van hun taken in het kader van deze verordening. Daartoe dient de Wsw-raad
jaarlijks een begroting in. In deze begroting kunnen in ieder geval de volgende
kostensoorten worden opgevoerd:
f.faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik,
adviesraad en Cliëntenraad Wwb;
Kosten worden alleen vergoed voor zover deze zijn opgenomen in de begroting en ook
daadwerkelijk zijn gemaakt. Dit laatste zal de Wsw-raad aannemelijk moeten maken