Organisatie | Schouwen-Duiveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels vent- en standplaats vergunningen in de gemeente Schouwen-Duiveland 2011 |
Citeertitel | Beleidsregels vent- en standplaats vergunningen in de gemeente Schouwen-Duiveland 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
artikelen 5:15 en 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2011 | Beleidsregel | 29-11-2011 Wereldregio 16 december 2011 | 48A04 29 november 2011 | ||
16-12-2011 | Beleidsregel | 29-11-2011 Wereldregio 16 december 2011 | 48A04 29 november 2011 |
Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland;
gelet op de artikelen 5:15 en 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen omtrent vent- en standplaatsvergunningen en bestaande regels te actualiseren;
vast te stellen de volgende “Beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen gemeente Schouwen-Duiveland";
De ventvergunningen worden onderscheiden in dagvergunningen, weekvergunningen, maandvergunningen, jaarvergunningen en vergunningen voor onbepaalde tijd.
Voor het innemen van een standplaats is op grond van artikel 5:18 van de APV vergunning vereist.
Elke aanvraag wordt beoordeeld op de volgende belangen zoals genoemd in de APV:
1. in het belang van de openbare orde;
Burgemeester en wethouders wijzen vaste standplaatslocaties aan waar standplaatsen ingenomen kunnen worden. Die locaties zijn in de bijlage behorende bij deze beleidsregels aangegeven.Vergunninghouders die op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels over een rechtsgeldige vergunning beschikken voor een locatie die niet genoemd wordt in de bijlage vallen onder de overgangsregeling als bedoeld in artikel 29.
1. Per standplaatslocatie wordt slechts één standplaatsvergunning per dag afgegeven;
2. Op de volgende locaties wordt meer dan één standplaatsvergunning verstrekt:
Voor het plaatsen van voorwerpen bij de standplaats is een ontheffing op grond van artikel 2:10, lid 3 van de APV vereist. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
Voor het plaatsen van een terras bij de standplaats is een ontheffing op grond van artikel 2:10, lid 3 van de APV vereist. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
Indien voor een vrijgekomen standplaatslocatie meerdere aanvragers voor een vergunning bekend zijn, wordt namens burgemeester en wethouders een loting verricht voor verlening van de vergunning.
Standplaatshouders dienen ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel en te zijn ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.
Voor het innemen van een standplaats is, ingevolge de geldende Verordening Precariobelasting Schouwen-Duiveland precariobelasting verschuldigd, indien de standplaats op gemeentegrond wordt ingenomen.
Gebruik van gemeentelijke stroomkasten is alleen toegestaan indien hiervoor van gemeentewege toestemming is verleend. Voor gebruik van gemeentelijke stroomkasten wordt een jaarlijks vast te stellen tarief in rekening gebracht.
Wordt een vergunning verleend, dan worden daaraan in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:
1. Bij standplaatsen binnen de dorps- of stadskern is het, mits de openbare voorzieningen dit toelaten, toegestaan een terras bij de standplaats te plaatsen, met inachtneming van het volgende:
2. Bij standplaatsen buiten de dorps- of stadskern is het, mits de openbare voorzieningen dit toelaten, toegestaan een terras bij de standplaats te plaatsen, waarbij als uitgangspunt geldt dat de in te nemen oppervlakte afhankelijk is van de situatie ter plaatse.
3. Brandkranen moeten te allen tijde vrij bereikbaar zijn voor de hulpverleningsdiensten.
4. Debreedteafstand tussen het terras en de rijbaan is ten minste 1,5 meter.
Voor eerder verleende vergunningen, voor het innemen van een standplaats op locaties waar dit krachtens deze beleidsregels niet meer mogelijk is, geldt de volgende overgangsregeling:
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen gemeente Schouwen-Duiveland 2011”.
Artikel 32 Intrekking eerdere beleidsregels
Eerder vastgestelde “beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen gemeente Schouwen-Duiveland” worden ingetrokken op het moment dat de “beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen gemeente Schouwen-Duiveland 2011” in werking treden.
Deze beleidsregels zijn bekendgemaakt op 16 december 2011 en zij treden onmiddellijk na bekendmaking in werking.
Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland op 29 november 2011.
De secretaris, De burgemeester,
M.K. van den Heuvel G.C.G.M. Rabelink
Bijlage: Overzicht standplaatslocaties gemeente Schouwen-Duiveland
Op grond van artikel 5:15 van de Algemene plaatselijke verordening Schouwen-Duiveland 2010” (hierna: Apv) is het verboden te venten zonder vergunning.
Op grond van artikel 5:18 van de Apv is het verboden zonder vergunning een standplaats in te nemen of te hebben.
De gemeente Schouwen-Duiveland heeft sinds 1998 de nota Vent- en standplaatsenbeleid gehanteerd voor de behandeling van aanvragen voor vent- en standplaatsvergunningen. In 2009 werden diverse knelpunten geconstateerd in dit beleid. Om deze reden zijn in januari 2009 de beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen vastgesteld. Met de vaststelling van deze beleidsregels werden onder meer de volgende zaken nader geregeld:
Er hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die het noodzakelijk maken de in januari 2009 vastgestelde beleidsregels te actualiseren. In de volgende paragraaf wordt nader ingegaan op deze ontwikkelingen en de wijzigingen die daaruit voortvloeien. Tenslotte wordt in paragraaf 3 een toelichting op de artikelen uit de beleidsregel gegeven.
2. Wijzigingen ten opzichte van de beleidsregels 2009
Afschaffing vergunningstelsel voorwerpen op of aan de weg
Tot 1 oktober 2010 gold op basis van artikel 2:10 van de Apv een vergunningplicht voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare weg in strijd met de publieke functie ervan. Voorwerpen en terrassen bij standplaatsen vallen onder de werkingssfeer van artikel 2:10 van de Apv. Om deze reden diende tot op heden een vergunning op basis van dit Apv-artikel aangevraagd te worden voor het plaatsen van voorwerpen en/of terrassen bij standplaatsen.
De vergunningplicht voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan is met de inwerkingtreding van de 1e wijziging van de Apv 2010 per 1 oktober 2010 komen te vervallen. Artikel 2:10, lid 1 luidt sinds de inwerkingtreding als volgt:
Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als:
Op basis van artikel 2:10, lid 3, kan het bevoegd bestuursorgaan echter ontheffing verlenen van dit verbod.
Het bovenstaande betekent dat de artikelen 17 en 18 van de beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen 2009 gewijzigd dienden te worden. In de artikelen 16 en 17 van de beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen gemeente Schouwen-Duiveland 2011 is bepaald dat er een ontheffing benodigd is voor het plaatsen van voorwerpen of terrassen bij standplaatsen.
Regulering terrassen bij standplaatsen
Op grond van artikel 17 van de beleidsregels is een ontheffing benodigd voor het plaatsen van een terras bij een standplaats. Tot op heden golden er geen regels ten aanzien van onder meer de omvang van terrassen bij standplaatsen. Het college acht het echter wenselijk om nadere regels aan terrassen te stellen. In artikel 26 van de beleidsregels vent- en standplaatsvergunningen zijn daarom nadere regels omtrent terrassen opgenomen. Er is een differentiatie aangebracht voor wat betreft terrassen binnen de dorps- of stadskern en buiten de dorps- of stadskern.
3. Toelichting op de artikelen
In deze paragraaf wordt een toelichting op de artikelen uit de beleidsregels gegeven.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Geen verduidelijking noodzakelijk.
Hoofdstuk 2 Vergunningenregime Venten
Door middel van een vergunningenstelsel trachten wij het venten te reguleren.
Geen verduidelijking noodzakelijk.
In het kader van de Apv (artikel 1:8) dienen aanvragen om vergunning op belangen als de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu beoordeeld te worden. Op deze manier kunnen ongewenste ontwikkelingen worden tegengegaan.
Wij hebben gekozen voor een onderscheid in dag-, week-, maand- en jaarvergunningen, alsmede vergunningen voor onbepaalde tijd. Op deze manier willen wij de legeskosten beperken. Een dagvergunning is logischerwijs goedkoper dan een weekvergunning.
Onder een dagvergunning wordt verstaan een ventvergunning die eenmalig wordt verleend voor een periode van één dag. Een weekvergunning is geldig voor een week of korter, maar langer dan een dag. Een maandvergunning is geldig voor een maand of korter, maar langer dan een week. Onder een jaarvergunning wordt verstaan een ventvergunning die verleend wordt voor een periode van één jaar. Een vergunning voor onbepaalde tijd wordt op verzoek verstrekt tot het moment dat deze wordt opgezegd.
Geen verduidelijking noodzakelijk.
Geen verduidelijking noodzakelijk.
Wij achten het van belang om, indien noodzakelijk, nadere voorschriften aan een vergunning te verbinden.
Hoofdstuk 3 Vergunningenregime standplaatsen
Door middel van een vergunningenstelsel trachten wij het innemen van standplaatsen te reguleren.
Geen verduidelijking noodzakelijk.
In het kader van de Apv dienen aanvragen om vergunning op belangen als de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu, redelijke eisen van welstand, planologische aspecten en overige aspecten beoordeeld te worden. Op deze manier kunnen ongewenste ontwikkelingen tegen worden gegaan.
De belangen die in artikel 11, leden 1, 2 en 4 worden genoemd, worden vaak in combinatie gebruikt. Standplaatsen hebben een verkeersaantrekkend karakter. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot ongewenste oversteekbewegingen van voetgangers. Parkeergedrag van automobilisten op daartoe niet geëigende plaatsen kan eveneens leiden tot overlast. Onder de verstoring van de openbare orde wordt onder andere verstaan: geluidsoverlast, aanstootgevend gedrag en het veroorzaken van oploopjes.
De standplaatshouder is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de redelijke eisen van welstand, zoals genoemd in artikel 11, lid 5. Indien wij van mening zijn dat er mogelijk sprake is van strijd met de redelijke eisen van welstand, kunnen wij advies vragen aan de welstandscommissie. Indien een standplaats naar mening van de welstandscommissie niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand, dient de standplaatshouder er voor te zorgen dat de standplaats wel aan deze eisen voldoet. Indien dit niet mogelijk is, of de standplaatshouder hier geen medewerking aan verleent, kan de standplaatsvergunning worden geweigerd of ingetrokken.
Elke aanvraag wordt conform artikel 11, lid 6, getoetst aan het vigerend bestemmingsplan.
Bij het vaststellen van de standplaatslocaties hebben wij er rekening mee gehouden dat standplaatsen niet geplaatst worden op locaties met de bestemmingen natuur, groenstrook, tuin en agrarisch. Het plaatsen van standplaatsen op locaties met één of meerdere van deze bestemmingen achten wij altijd ongewenst.
Wij hebben gekozen voor het vaststellen van een vast aantal standplaatslocaties waar standplaatsen ingenomen kunnen worden.
Wij kiezen ervoor om wildgroei van standplaatsen te voorkomen. Het is ongewenst dat op alle denkbare plaatsen waren worden aangeboden. Dit zou onder meer het aanzien van de kernen op onaanvaardbare wijze aantasten. Welstand vormt een belangrijke basis voor het vastleggen van de locaties. Ernstige verstoring van het straatbeeld, het waarborgen van het aanzien van een monument en andere stedenbouwkundige overwegingen zijn onder meer motieven geweest op grond waarvan de locaties zijn afgewogen.
Uit vaste jurisprudentie blijkt dat het aanwijzen van vaste locaties voor te verstrekken vergunningen is toegestaan in het belang van de openbare orde: het is in strijd met de openbare orde om onbeperkt vergunningen af te geven. Hiermee wordt tevens het belang van het beperken of voorkomen van overlast en de verkeersveiligheid gewaarborgd. Bij het vastleggen van de locaties van standplaatsen is beoordeeld of de standplaatsen geen verkeers- of parkeerhinder tot gevolg hebben. Daarnaast is gekeken of de standplaatsen geen verkeersgevaarlijke situaties opleveren.
Het vaststellen van een vast aantal standplaatslocaties biedt duidelijkheid voor aanvragers. Een aanvrager weet precies voor welke locatie vergunning kan worden aangevraagd. Dit voorkomt langdurige aanvraagprocedures en mogelijke afwijzingen van aanvragen.
Wij hebben bij het vaststellen van een vast aantal standplaatsen in overweging genomen dat aanvragers van een vergunning een standplaats moeten kunnen innemen. Wij zijn van mening dat met het vaststellen van vaste locaties voldoende plaatsen beschikbaar zijn. Het belang van de ambulante handel is hiermee voldoende gewaarborgd.
1. In het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid en de redelijke eisen van welstand wordt maximaal één vergunning per locatie per dag verleend.
2. In afwijking van lid 1 verlenen wij meerdere standplaatsvergunningen voor de locaties Kerkplein te Bruinisse, Scheldestraat te Zierikzee, Brouwersdam en het terrein van de Biologische Kwekerij Zuidbos V.O.F. te Noordgouwe. Op de Brouwersdam zijn conform de “3e Wijziging Beleidsnota Zonering en ontwikkelingskader strand” vier standplaatsen toegestaan. Voor het terrein van de Biologische Kwekerij Zuidbos V.O.F. kunnen wij zes standplaatsvergunningen verlenen. Voor het innemen van een standplaats op deze locatie is tevens privaatrechtelijke toestemming van de eigenaar van het terrein nodig.
Wij hechten waarde aan de gemeentelijke markten in de verschillende kernen. Ter waarborging van de openbare orde en ter bescherming van de gemeentelijke markten is het niet toegestaan een standplaats in te nemen in de kern waar een gemeentelijke markt gaande is, gedurende de tijdstippen van deze markt. De gemeentelijke markten op Schouwen-Duiveland zijn de weekmarkt op donderdag te Zierikzee en de seizoensmarkt op woensdag te Renesse (gedurende 18 weken in het hoogseizoen).
Vanuit het oogpunt van openbare orde vinden wij het wenselijk per kern slechts één vertegenwoordiger per branche toe te staan. Bij de invulling van de branches wordt aangesloten bij de actuele brancheringslijst van de Centrale Vereniging voor Ambulante Handel.
‘Nevenverkoop’ staan wij toe. Hiermee doelen wij op de verkoop van bijvoorbeeld gekoelde dranken naast de verkoop van etenswaren. Dit dient wel specifiek aangevraagd te worden.
In hoofdstuk 2 (Openbare orde), afdeling 5 (bruikbaarheid en aanzien van de weg) van de Algemene plaatselijke verordening is in artikel 2:10, lid 1 bepaald dat het verboden is de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als:
Op grond van artikel 2:10, lid 3 kan het college ontheffing verlenen van bovengenoemd verbod.
Artikel 16 heeft tot doel een afwegingskader te bieden voor het plaatsen van voorwerpen bij een standplaats.
Ter bescherming van de openbare orde en in het belang van het voorkomen of beperken van overlast dienen deze voorwerpen na sluitingstijd verwijderd te worden. Hiermee willen burgemeester en wethouders bijvoorbeeld vandalisme voorkomen.
In hoofdstuk 2 (Openbare orde), afdeling 5 (bruikbaarheid en aanzien van de weg) van de Algemene plaatselijke verordening is in artikel 2:10, lid 1 bepaald dat het verboden is de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als:
Op grond van artikel 2:10, lid 3 kan het college ontheffing verlenen van bovengenoemd verbod.
Artikel 17 heeft tot doel een afwegingskader te bieden voor het plaatsen van een terras bij een standplaats.
Ter bescherming van de openbare orde en in het belang van de openbare veiligheid dient een terras na sluitingstijd verwijderd te worden. Hiermee willen burgemeester en wethouders bijvoorbeeld vandalisme voorkomen.
Indien er meerdere aanvragers zijn voor een vrijgekomen standplaatslocatie, zal de gemeente een loting verrichten voor verlening van de vergunning. De loting wordt uitgevoerd door de behandelend ambtenaar. Aanvragers van een vergunning kunnen hierbij aanwezig zijn. Van de loting wordt een notitie gemaakt.
Wij zullen niet actief bekend maken dat er een plaats is vrijgekomen. Dit wordt niet als een taak van de gemeente gezien. Aanvragers moeten zichzelf bekend maken. Alleen indien er daadwerkelijk zicht is op het vrijkomen van een locatie zal de gemeente aanvragers in portefeuille houden. Er wordt niet gewerkt met een wachtlijst.
De tijden waarop standplaatsen geopend mogen zijn sluiten aan bij de bepalingen van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en de Winkeltijdenverordening gemeente Schouwen-Duiveland.
Artikel 2, lid 1, sub c van de Winkeltijdenwet geeft aan dat het verboden is om op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur een winkel voor het publiek geopend te hebben. Het is aldus niet toegestaan een standplaats op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur geopend te hebben.
Daarnaast geeft dit artikel aan dat het verboden is een standplaats geopend te hebben op zondag. Ook is het op grond van dit artikel verboden een standplaats geopend te hebben op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19.00 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19.00 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19.00 uur.
Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet wordt in artikel 12 aangegeven dat de in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, niet gelden ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. Voor deze dagen kan de sluitingstijd dus ook op 22.00 uur worden gesteld, indien er vanuit de standplaats voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken worden verkocht.
Wij staan toe dat er op eigen grond standplaatsen worden ingenomen. Deze uitzondering geldt alleen voor eigen terrein van een aanvrager, het overleggen van een eigendomsakte is dan ook vereist. Huurconstructies worden niet geaccepteerd. Op deze manier willen wij aanvragers ruimte bieden om op eigen grond standplaats te kunnen innemen.
Een standplaatsvergunning is echter in alle gevallen noodzakelijk. Op grond van de weigeringsgronden die genoemd worden in artikel 1:8 van de Apv kan desalniettemin besloten worden een vergunning op eigen grond te weigeren.
Vanuit het oogpunt van deregulering verlenen wij vergunningen voor onbepaalde tijd.
Geen verduidelijking noodzakelijk.
Op grond van de Verordening Precariobelasting is precariobelasting verschuldigd voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Tot op heden komt het veel voor dat gemeentelijke stroomkasten door standplaatshouders worden gebruikt. Wij vinden het redelijk dat standplaatshouders moeten betalen voor het gebruik van gemeentelijke stroomkasten.
Indien een standplaatshouder toestemming krijgt voor het gebruik van een gemeentelijke stroomkast, zal hier jaarlijks een nota voor worden uitgeschreven. Per 1 januari 2012 worden onderstaande tarieven gehanteerd.
De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de algemene gemeentelijke indexering.
Geen verduidelijking noodzakelijk.
Wij achten het noodzakelijk om nadere regels te stellen aan de plaatsing van terrassen bij standplaatsen. Op Schouwen-Duiveland zijn er zowel standplaatsen binnen als buiten de bebouwde kom die beschikken over een terras. Wij zijn van mening dat er, onder meer uit oogpunt van de bescherming van de openbare orde en in het belang van de openbare veiligheid, verschillende regels moeten gelden voor terrassen binnen en buiten de bebouwde kom.
Om verwarring over de term ‘terras’ te voorkomen is in artikel 1 van de beleidsregels een definitie van deze term opgenomen. Onder een terras wordt in deze beleidsregels nadrukkelijk niet verstaan een terras als bedoeld in artikel 2:27 van de Apv.
Geen verduidelijking noodzakelijk.
Wij achten het van belang, indien noodzakelijk, nadere voorschriften aan een vergunning te verbinden.
Geen verduidelijking noodzakelijk.
Geen verduidelijking noodzakelijk.