Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsarrangement Coffeeshopbeleid Hoorn 2005 |
Citeertitel | Handhavingsarrangement Coffeeshopbeleid Hoorn 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 140 openbare orde en veiligheid |
320A
Overlastverordening
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-03-2005 | 31-10-2013 | nieuwe regeling | 08-02-2005 Gemeenteblad 2005=18b | 2005 05. |
2. Doel van het handhavingsarrangement
Het handhavingsarrangement heeft tot doel:
Het is min of meer vanzelfsprekend dat voor een goede handhaving van het lokaal drugsbeleid, samenwerking tussen gemeentebestuur, OM en politie noodzakelijk is. Iedere partij heeft immers een deel van de handhavingspuzzel in handen.
In de OM-richtlijn van 1996 wordt de samenwerking van de lokale driehoek als uitgangspunt voor het gedoogbeleid van coffeeshops gehanteerd. Ook in jurisprudentie van de Hoge Raad wordt deze samenwerking uitdrukkelijk bevestigd.
Het Hoornse coffeeshopbeleid houdt in dat er maximaal twee coffeeshops worden gedoogd. De gedoogde coffeeshops dienen te voldoen aan de in het beleid vastgelegde voorwaarden. De bestuurlijke keuze om maximaal twee coffeeshops te gedogen is gekoppeld aan de eis, dat dit gebeurt onder een handhavingsregime, waarin zeer strikt wordt opgetreden bij overtredingen van de gestelde gedoogvoorwaarden. Dit handhavingsarrangement geeft vorm aan dit handhavingsregime.
Voorwaarde voor een effectief coffeeshopbeleid is dat er naast de gedoogde verkooppunten, dit zijn de coffeeshops die beschikken over een gedoogverklaring, geen andere verkooppunten bestaan. Doel van het beleid is immers om tot een overzichtelijk en inzichtelijk aantal gedoogde verkooppunten van softdrugs te komen. Dat betekent dat alle niet gedoogde verkooppunten krachtig worden bestreden. Daarom worden de handhavingsafspraken niet beperkt tot overtredingen door gedoogde coffeeshops van de gedoogcriteria, maar worden ook afspraken gemaakt over het optreden tegen de verkoop vanuit overige voor het publiek toegankelijke lokalen, woningen of op straat.
In het arrangement is per overtreding is vastgelegd wat het sanctiebeleid is en hoe de verschillende partners hun bevoegdheden en instrumenten zullen aanwenden. Omdat het arrangement is bedoeld als een richtlijn beperkt het arrangement zich in dit verband tot de hoofdlijnen.
Vastgelegd zijn handhavingsafspraken voor ernstige overtredingen en overtredingen waarvan wordt ingeschat dat ze zich het meest zullen voordoen. Het betreft met name overtredingen van de AHJOG-criteria. Bij overtredingen die niet zijn opgenomen in dit arrangement (het betreft dan een minder ernstige overtreding ofwel een overtreding die slechts sporadisch voorkomt) zullen partners per geval bezien welke sanctie passend is.
Verder kan in ernstige of spoedeisende gevallen van het arrangement worden afgeweken.
3. Taakverdeling bij de handhaving
De taken van het Openbaar Ministerie zijn:
De taken van de gemeente zijn:
Politie en gemeente zullen toezicht en controles uitvoeren om te controleren of coffeeshops de aan hen gestelde eisen in de gedoogbeschikking naleven. Deze controles kunnen gezamenlijk plaatsvinden of individueel. De controles vinden onregelmatig en onaangekondigd plaats. Gemeente en politie maken afspraken over het aantal en de aard van de controles die door de Hoornse politie in de jaarlijkse gebiedswerkplannen worden vastgelegd. Minimaal vier keer per jaar vindt in elke coffeeshop een onaangekondigde controle plaats.
Daarnaast hebben politie en gemeentelijke diensten een signalerende functie in het kader van de uitoefening van hun reguliere taken.
Na een geconstateerde overtreding vindt altijd een vervolgactie plaats. Deze bestaat ofwel uit een schriftelijke waarschuwing, bestuursdwang, dwangsom of intrekking van de gedoogverklaring/overlastvergunning, ofwel uit strafrechtelijke vervolging door het OM, ofwel uit beide, afhankelijk van de aard van de overtreding. Incidenteel kan ook worden volstaan met een transactie. Voor de overtredingen waarvoor ingevolge dit handhavingsarrangement zowel een bestuursrechtelijke als een strafrechtelijke sanctie is voorgeschreven geldt als richtlijn dat het toepassen van een strafrechtelijke sanctie volgt na het opstarten van het bestuursrechtelijk optreden.
Gemeente, politie en OM maken voldoende capaciteit vrij om aan het arrangement uitvoering te kunnen geven.
Bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom gebeurt altijd conform het gestelde in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat voorafgaand aan het toepassen van de bevoegdheid tot bestuursdwang of dwangsom of het intrekken van de overlastvergunning of gedoogverklaring, belanghebbende eerst in de gelegenheid wordt gesteld om te worden gehoord (artikel 4:8 Awb). Alleen in ernstige en/of dringende gevallen kan direct tot het toepassen van bestuursdwang worden overgegaan.
8. Toe te passen wet- en regelgeving
In het kader van de handhaving van het coffeeshopbeleid wordt met name gebruik gemaakt van de volgende wet- en regelgeving:
Verder zal indien passend, eveneens de volgende wetgeving worden gehanteerd:
Politie en OM zullen bovendien, indien hiertoe de noodzaak en de mogelijkheid aanwezig is, in contact treden met de Belastingdienst of optreden in het kader van de Pluk-ze wetgeving (Ontnemingvordering wederrechtelijk verkregen voordeel).
10. Handhaving gedoogde coffeeshops
Een coffeeshop is een alcoholvrije horecagelegenheid. Het is een inrichting waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt. De coffeeshop moet daarom tevens voldoen aan de eisen die gesteld worden ten aanzien van “reguliere” horecabedrijven.
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van zowel de strafrechtelijke als de bestuursrechtelijke maatregelen ingeval er sprake is van geconstateerde feiten die strijdig zijn met het vastgestelde coffeeshopbeleid, dan wel in strijd zijn met de gedoogcriteria zoals omschreven in de verleende gedoogverklaring. Er is sprake van een gedoogde coffeeshop indien deze in het bezit is van een gedoogverklaring van de burgemeester voor het exploiteren van een coffeeshop. In deze verklaring zijn voorschriften opgenomen. Bij overtreding van deze voorschriften wordt bestuurlijk en strafrechtelijk opgetreden.
10.1 Overtreding alcoholverbod
Toelichting: in de inrichting mag geen alcohol worden verstrekt.
Toelichting: in, dan wel vanuit de inrichting mag geen reclame worden gemaakt voor de verkoop van softdrugs; aan de buitenkant van de inrichting is, naast de naam van de inrichting, enkel de aanduiding “coffeeshop” toegestaan. Verder mag niet op enigerlei wijze wervend worden opgetreden om daarmee de aandacht op de inrichting te vestigen, bijvoorbeeld door middel van het plaatsen van advertenties, sponsoring van evenementen of het verspreiden van foldermateriaal.
10.3 Overlast door de coffeeshop
Toelichting: de coffeeshop mag geen overlast veroorzaken voor de omgeving. Voor wat onder overlast wordt verstaan wordt in dit verband kortheidshalve verwezen naar de gedoogrichtlijnen van het OM en de notitie Coffeeshopbeleid Hoorn 2004. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan lawaai, (fout) geparkeerde auto’s en/of (brom)fietsen van klanten, zwerfvuil afkomstig uit de inrichting etc.
Bij zeer ernstige overlast, dit is dreigen met wapens, mishandeling e.d., kan onmiddellijk en zonder uitstel overgegaan worden tot sluiting voor maximaal een jaar en intrekking van de gedoogverklaring.
Zie ook: 10.9 Criminele activiteiten.
Bij lichte vormen van overlast
Noot: in het geval van parkeerovertredingen zal niet strafrechtelijk tegen de coffeeshopexploitant worden opgetreden maar tegen de bestuurder/eigenaar van het voertuig. De strafrechtelijke maatregel voor een parkeerovertreding is een transactie of parkeerboete.
10.4 Toegang voor minderjarigen
Toelichting: een coffeeshop is alleen toegankelijk voor personen van 18 jaar of ouder.
10.5 Overschrijding maximale hoeveelheid per transactie
Toelichting: er geldt een maximum van 5 gram per transactie. Er mag slechts één transactie per persoon per dag plaatsvinden.
10.6 Overschrijding maximaal toegestane handelsvoorraad
Toelichting: de inrichting mag niet meer dan 500 gram softdrugs in voorraad hebben.
10.8 Exploitatie van een terras
Toelichting: de inrichting waarvoor een gedoogverklaring is dan wel zal worden afgegeven mag geen terras exploiteren of anderszins buiten op straat of op het open erf c.q. aanhorigheid, direct gelegen aan de weg, als bedoeld in artikel 1.1 van de APV, zitten of verblijfmogelijkheden bieden.
Geen actie uitsluitend gericht op het aanwezig zijn van een terras
Toelichting: de aanwezigheid van bijvoorbeeld wapens of gestolen goederen of heling van die gestolen goederen in de inrichting geldt als een criminele activiteit. Ook kan het zijn dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat de coffeeshop een dekmantel is voor criminele activiteiten.
10.9.2 Vermoeden dat de exploitatie van de coffeeshop dient als dekmantel voor criminele activiteiten:
10.10 Integriteit, gedrag en leeftijd ondernemer en/of exploitant van de coffeeshop
Toelichting: de ondernemer en/of de exploitant voldoen niet langer aan de in het coffeeshopbeleid opgenomen integriteitsvereisten:
10.11 Overtreden sluitingsuren coffeeshops
Toelichting: de coffeeshops hebben beperkte openingstijden dan de andere horeca-inrichtingen in Hoorn. De openingstijden zijn vastgelegd in de overlastvergunning (een coffeeshop mag geopend zijn van 10.00 tot 24.00 uur).
11. Handhaving overige verkooppunten
Hieronder vallen alle andere openbare inrichtingen die niet in het bezit zijn van een gedoogverklaring voor het exploiteren van een coffeeshop. Onder deze omschrijving vallen: horeca-inrichtingen en andere inrichtingen zoals winkels, wachtlokalen, ruimten waar zich automaten bevinden, en andere voor het publiek toegankelijke lokalen en al dan niet geheel omwande ruimten.
11.1.2 Meer dan 50 gram aan softdrugs:
sluiting van de inrichting voor onbepaalde tijd. Bij horeca-inrichtingen wordt eveneens de overlastvergunning en de drank- en horecavergunning ingetrokken |
11.2 In het geval van harddrugs
sluiting van de inrichting voor onbepaalde tijd. Bij horeca-inrichtingen wordt eveneens de overlastvergunning en de drank- en horecavergunning ingetrokken |
12. Handhaving ingeval van verkoop vanuit woningen
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van zowel de strafrechtelijke als de bestuursrechtelijke maatregelen ingeval er sprake is drugsverkoop vanuit woningen. Handel in drugs kan in een woonomgeving grote overlast veroorzaken. De burgemeester kan op grond van artikel 174a van de Gemeentewet besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of het lokaal behorend erf te sluiten, indien door gedragingen in een woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord. Sluiting van een woning is echter een ingrijpend middel. Er wordt inbreuk gemaakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10 Grondwet). De wettelijke bevoegdheid (sinds maart 1997) is daarom een ultimum remedium, dat alleen kan worden toegepast als andere middelen niet toereikend zijn gebleken. Om tot sluiting over te gaan, moet er sprake zijn van een ernstige verstoring van de openbare orde, die een voortdurende aantasting van de veiligheid en gezondheid van omwonende met zich brengt.
12.1 In het geval van softdrugs
Toelichting: vanuit een woning mag geen handel in softdrugs plaatsvinden.
12.2 In het geval van harddrugs
Toelichting: vanuit een woning mag geen handel in harddrugs plaatsvinden.
13. Handhaving ingeval van straathandel en drugsgebruik op straat
Sluitstuk van het lokale drugsbeleid is de bestrijding van handel in en gebruik van drugs op straat. Deze praktijken brengen een aanzienlijke overlast met zich mee. Met name de bestrijding van de doorverkoop en het gebruik van in een coffeeshop aangeschafte softdrugs elders in de binnenstad van Hoorn is in dit verband een aandachtspunt.
Toelichting: de straathandel in en het gebruik op straat van zowel soft- als harddrugs is verboden.
geen optreden op grond van het bestuursrecht met uitzondering van de gebieden die door de burgemeester op grond van artikel 2.10.1 van de APV zijn aangewezen als gebieden waarvoor verblijfsontzeggingen kunnen worden uitgedeeld. Handel in en het gebruik van drugs kunnen een grondslag zijn voor het uitdelen van deze ontzegging.
14. Toelichting bij dit handhavingsarrangement
Het begrip bestuursrechtelijke actie betekent voor de uitvoering van dit handhavingsarrangement niet dat het hier gaat om een zogenaamde punitieve sanctie, zoals een bestuurlijke boete. Het bestuurlijk optreden dient uitsluitend te worden gezien als corrigerend optreden, dan wel optreden met het oog op herstel van een situatie of handelen overeenkomstig te wettelijke regels. Indien van toepassing kan het bestuurlijk optreden ook worden gezien als het laten terugkeren naar de door het bestuursorgaan bij het gedogen van een coffeeshop beoogde situatie.
Het inzetten van de handhavingsmiddelen wordt bij herhaling opgevoerd. Dit opvoeren is gerelateerd aan een periode van drie jaar. Die periode begint bij de constatering van de eerste overtreding. Met andere woorden: is er een bepaalde overtreding geconstateerd, dan wordt de eerste handhavingactie zoals vastgelegd in dit arrangement toegepast. Volgt er binnen een periode van drie jaar na de datum waarop de eerste overtreding is begaan een nieuwe overtreding dan zal de tweede actie worden toegepast enzovoorts.
Ten aanzien van de bestuursrechtelijke actie geldt hierbij verder dat:
bij de toepassing van de bestuurlijke maatregel met betrekking tot coffeeshops (paragraaf 10) en andere openbare inrichtingen (paragraaf 11) bij de vaststelling van het aantal begane overtredingen rekening wordt gehouden met de naleving van alle in paragraaf 10 respectievelijk 11 genoemde gedoogvoorschriften (voor zover relevant). Dit betekent bijvoorbeeld dat indien een coffeeshop na een eerste overtreding waarvoor door de burgemeester een waarschuwing is uitgedeeld vervolgens toch opnieuw een overtreding begaat dit altijd als de tweede overtreding zal worden aangemerkt ook als de eerste overtreding betrekking had op een ander gedoogvoorschrift dan de tweede.De strafrechtelijke sanctie is (uiteraard) altijd uitsluitend gekoppeld aan het specifieke voorschrift dat is overtreden. Dit verschil in tussen de bestuursrechtelijke en de strafrechtelijke benadering van het aantal overtredingen is wordt in paragraaf 10 en 11 verduidelijkt door bij bestuurlijke actie uit te gaan van het aantal overtredingen en bij de strafrechtelijke sanctie uit te gaan van het aantal keren dat het voorschrift waarop de strafrechtelijke sanctie betrekking heeft is overtreden.
Zoals in het arrangement is vastgelegd kunnen diverse overtredingen (uiteindelijk) leiden tot intrekking van de voor een coffeeshop afgegeven gedoogverklaring. Dit betekent dat de verkoop van softdrugs na afloop van de sluitingstermijn en heropening van de inrichting niet langer wordt gedoogd zodat de coffeeshop door de betreffende exploitant slechts als een normaal (alcoholvrij) horecabedrijf kan worden voortgezet.
15. Ingang en geldigheidsduur van dit arrangement
Dit arrangement geldt van 1 maart 2005 tot en met 1 maart 2007 en wordt telkens voor een jaar stilzwijgend verlengd.
Dit arrangement kan door elk der partijen (gemeente, politie, justitie) tussentijds worden opgezegd. Redenen tot opzegging kunnen zijn: buiten werkingtreding van de betreffende wetgeving, wijziging van die wetgeving, wijziging Europese regelgeving en/of beleidswijziging door rijks- of gemeentelijke overheid en/of jurisprudentie. Partijen stellen elkaar hiervan tijdig in kennis.