Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | HAVENVERORDENING ENKHUIZEN 2011 |
Citeertitel | Havenverordening Enkhuizen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | haven, ligplaats, vergunning, schepen, boten, schip, chartervaart, charter, |
Geen
Gemeentewet, artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-08-2011 | 22-12-2016 | ingetrokken | 05-07-2011 De Drom, 10-08-2011 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
Elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, daaronder begrepen een watervliegtuig, drijvende werktuigen zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, alsmede woonschepen, woonarken, glijboten en ponten.
Een vaartuig daaronder begrepen een object te water (niet- zijnde een binnenschip), hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep, voor het bedrijfsmatig vervoer van minder dan twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen, dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.
Een categorie passagiersvaartuig, die wordt gebruikt ten behoeve van de beroepsmatige chartervaart en die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en waarvoor een Certificaat van Onderzoek als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Binnenschepenwet of Certificaat van deugdelijkheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Schepenwet is afgegeven.
Het aanleggen met een schip aan een kade, laad- en losplaats of steiger of dat gedeelte van het openbaar vaarwater dat gebruikt mag worden voor het afmeren van een schip. Het zich binnen 12 meter vanaf de oeverlijn van de kade ophouden met het doel om personen en of goederen van of aan boord te nemen.
De stoffen genoemd in de International Maritieme Dangerous Goods Code (IMDGcode), of een van de andere codes van de International Maritieme Organization (IMO), het Schepenbesluit, de Wet gevaarlijke stoffen, het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), het Besluit Aanwijzing Gevaarlijke Afvalstoffen, alsmede de stoffen die door Burgemeester en wethouders als gevaarlijke stof zijn aangewezen en bekendgemaakt.
Onverminderd het bepaalde in het BPR en in de overige artikelen van deze verordening is het zonder vergunning van Burgemeester en wethouders verboden een ligplaats te hebben of in te nemen met een vaartuig op een plaats, welke niet voor dat soort vaartuig in de Havenatlas is aangewezen.
Het is zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders verboden een woonboot, waarvoor op grond van artikel 2.3.1, eerste lid vergunning is verleend, ook te gebruiken voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep.
Burgemeester en wethouders kunnen de schipper een verbod opleggen om met zijn schip, het openbaar water binnen te varen, een ligplaats in te nemen of in de haven op een ligplaats te verblijven, indien het schip gevaar, schade, hinder of nadelige gevolgen voor het milieu met zich meebrengt of met zich kan meebrengen.
Burgemeester en wethouders kunnen de schipper een verbod opleggen om met zijn schip, een ligplaats in te nemen of in de haven op een ligplaats te verblijven, indien het schip in een dusdanig verwaarloosde toestand verkeert, of uiterlijke verschijning heeft dat het nadelige gevolgen met zich meebrengt voor het stadsschoon.
De verboden als bedoeld in het eerste en het tweede lid worden pas opgelegd nadat is gebleken dat geen uitvoering is gegeven aan maatregelen die in de onderhavige gevallen door Burgemeester en wethouders kunnen worden opgelegd of indien geen maatregelen mogelijk zijn ter voorkoming van de ongewenste situatie.
Burgemeester en wethouders kunnen in de havens om reden van ordening en of in het belang van de openbare orde en veiligheid nadere regels stellen bestaande uit het plaatsen van één van de tekens, al of niet in samenhang met bijkomende tekens, die zijn opgenomen in bijlage 7 A tot en met F van het BPR.
Burgemeester en wethouders kunnen het plaatsen van een teken als bedoeld in het eerste lid achterwege laten indien het plaatsen van een teken niet doelmatig is; zij kunnen in plaats daarvan of in combinatie met het plaatsen van een teken, het verbod, de aanbeveling of de inlichting in een voorschrift opnemen.
Het is verboden te handelen in strijd met een teken en de daarbij behorende nadere aanduidingen als bedoeld in artikel 4.1.2, eerste lid, en met een voorschrift als bedoeld in artikel 4.1.2, derde lid.
Het is verboden om aan boord van een vaartuig voorstuwingsinstallaties, motoren, aggregraten, geluidsapparatuur of andere toestellen of installaties in werking te hebben of werkzaamheden of activiteiten te verrichtten in strijd met de geluids- en trillingsvoorschriften van paragraaf 1.1 Geluid en trilling van de Bijlage van het Besluit jachthavens.
Het is niet toegestaan te vissen in de havens, indien dit naar het oordeel van de havenmeester gevaar, schade of hinder voor de scheepvaart met zich kan meebrengen.
Het is verboden om zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders los- en laadinrichtingen op de kade te hebben of in gebruik te nemen.
Degene die een brug passeert, is verplicht zo veel mogelijk uitstekende obstakels te verwijderen indien daardoor het openen of het geopend houden van een brug kan worden voorkomen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders, op of aan het water in de haven herstel-, onderhouds-, sloop-, of verbouwingswerkzaamheden te (laten) verrichten. Het verbod is tevens van toepassing op het uitvoeren van werkzaamheden op plaatsen vanwaar de bij de werkzaamheden te gebruiken of vrijkomende stoffen rechtstreeks in het openbaar water kunnen komen.
De schipper van een vaartuig zowel als de exploitant van een aan de havens gelegen terrein is verplicht:
onmiddellijk na het te water geraken van het onder a genoemde daarvan kennis te geven aan de havenmeester en er zorg voor te dragen, dat deze vloeistoffen, voorwerpen of zelfstandigheden onmiddellijk of, bij gebreke van dien, binnen de door burgemeester en wethouders te bepalen tijd uit de havens worden verwijderd.
Indien na overtreding van een verbod als bedoeld in de artikelen 4.1.1, 4.2.1, 4.2.2, 4.2.3, 4.3.6, 4.3.11, 4.5.1 en 4.5.2 naar het oordeel van Burgemeester en wethouders ernstige vrees bestaat dat de veiligheid in de havens door de ovetreder(s) opnieuw zou kunnen worden verstoord, kunnen zij deze overtreder(s) met zijn (hun) vaartuig, respectievelijk de schipper met het vaartuig waarop de overtreding plaatsvond voor maximaal 12 maanden de toegang tot de havens of een deel van de havens ontzeggen.
Een vergunning als bedoeld in deze verordening is persoons-, ligplaats- en vaartuig gebonden; dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in één van deze drie omstandigheden een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd bij Burgemeester en wethouders.
De aan een vergunning verbonden voorschriften en/of beperkingen kunnen worden gewijzigd indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen de indiener van een aanvraag vragen om binnen een termijn van acht weken nadere bescheiden en of gegevens te leveren. Indien het een vergunningaanvraag betreft als bedoeld in artikel 2.3.2 of 4.5.1, dan kunnen burgemeester en wethouders eisen een werkplan te overleggen.
Zij die zijn belast met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften zijn, indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, bevoegd om het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig te betreden zonder toestemming van de bewoner.
Nota-toelichting Toelichting Havenverordening
Deze toelichting behoort bij de Havenverordening Enkhuizen 2011. Er is niet gekozen voor een artikelsgewijze toelichting, omdat een merendeel van de artikelen voor zich spreken.
De Havenverordening beoogt de openbare orde en veiligheid in de havens te beschermen door middel van het voeren van een ligplaatsregime. De Havenverordening is als volgt opgezet. Hoofdstuk 1 van de Havenverordening geeft de gehanteerde begrippen weer. Hoofdstuk 2 gaat over de inname van de ligplaatsen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het innemen van ligplaatsen voor kleine bootjes. Hoofdstuk 4 gaat over de openbare orde en veiligheid en regelt aspecten omtrent tekens, hinder en geluidsoverlast, vaargedrag, gebruik van de haven, afmeerregime, veiligheid en milieu en ontzegging toegang havens. Hoofdstuk 5 gaat nader in op vergunningen en voorschriften. Voorts bevat hoofdstuk 6 bepalingen over de toezicht en sancties en tot slot gaat hoofdstuk 7 in op het overgangsrecht en de inwerkingtreding.
Uitgangspunt van de Havenverordening is dat het verboden is om zonder vergunning van Burgemeester en wethouders ligplaats in te nemen met een vaartuig welke niet voor dat soort vaartuigen is aangewezen in de Havenatlas, tenzij anders is bepaald in de Havenverordening (artikel 2.1.1 Havenverordening). Uit de havenverordening volgt dat onverminderd bovengenoemde vergunning is vereist voor woonschepen en veerboten. Woonboten en veerboten mogen geen ligplaats innemen zonder expliciete vergunning van Burgemeester en wethouders. Vaartuigen niet zijnde woon- en veerboten mogen dus een ligplaats innemen op die plekken die voor de betreffende categorie vaartuigen zijn aangewezen in de Havenatlas. Voor alle vaartuigen geldt echter wel dat zij slechts na aanwijzing en of mondelinge toestemming van de havenmeester een ligplaats mogen innemen.
De Havenatlas wordt vastgesteld door Burgemeester en wethouders. De Havenatlas is een kaart van de gemeentelijke havens en openbaar vaarwater, waarop (middels symbolen) zal worden aangeduid welke categorie van schepen waar een ligplaats mogen innemen. Tevens zullen er voorschriften worden opgenomen met betrekking tot onder andere het aantal, de maximale breedte, diepgang, lengte, hoogte vanaf de waterlijn en de minimale te hanteren afstand tussen vaartuigen onderling.
Op aanwijzing / toestemming van de havenmeester
Ongeacht het feit dat men ligplaats wil innemen in overeenstemming met de Havenatlas is het innemen van een ligplaats slechts toegestaan na aanwijzing / toestemming van de havenmeester. In de Havenatlas kunnen namelijk nadere eisen worden gesteld met betrekking tot de veiligheid. Nu de havenmeester deze eisen kent, en de haven moet kunnen indelen naar de wensen van de Havendienst (zodat zij wellicht rekening kunnen houden met gemaakte reserveringen), mag pas ligplaats na toestemming worden ingenomen. Het kan natuurlijk gebeuren dat bij het binnenvaren van de haven geen havenmeester aanwezig is om een ligplaats toe te wijzen. Mits de ingenomen ligplaats niet tot een probleem leidt (dat wil zeggen ligplaats is gereserveerd of ligt in strijd met de voorschriften uit de Havenatlas) wordt geacht toestemming te zijn verleend. Indien wel problemen ontstaan dan wordt geacht geen toestemming te zijn gegeven en dient innemer van de ligplaats alsnog een andere ligplaats in te nemen op aanwijzing van de havenmeester. Indien er discussie ontstaat over het al dan niet hebben gedaan van toestemming/aanwijzing, is het de havenmanager die hier het laatste woord in heeft.
In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en wethouders een ligplaatsvergunning verlenen voor vaartuigen niet zijnde woonboten in afwijking van de Havenatlas. Voor woonboten waar reeds een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.3.1 kan in bijzondere omstandigheden een tijdelijke ligplaatsvergunning worden verleend die afwijkt van de aangewezen ligplaatsen in de Havenatlas. Het opnemen van een hardheidsclausule achten wij wenselijk omdat het niet altijd mogelijk is dan wel opportuun zal zijn om slechts ligplaatsen in overeenstemming met de Havenatlas aan te wijzen. Alsdan zijn Burgemeester en wethouders bevoegd om een ligplaatsvergunning te verlenen voor categorieën van vaartuigen, niet zijnde woonboten, op plaatsen die niet overeenstemmen met de Havenatlas. Bij bijzondere omstandigheden kan gedacht worden aan; evenementen in verband met festiviteiten (Enkhuizen 650 jaar), werkzaamheden in de haven waardoor geen ligplaatsen kunnen worden ingenomen, de in de Havenatlas te geven ligplaatsen in een haven zijn ingenomen en naar het oordeel van Burgemeester en wethouders een andere ligplaats kan worden ingenomen.
Een passantenligplaats mag slechts voor zeven dagen per week worden ingenomen. Een enkele keer komt het voor dat een passant langer dan een week wil verblijven in de gemeente Enkhuizen. De bedoeling van het koppelen van de zeven dagen aan een passantenligplaats is gelegen in het feit dat de passant een meldingsplicht heeft indien hij langer dan die zeven dagen wil verblijven op de betreffende passantenligplaats. Op basis van de beschikbaarheid in de haven wordt beoordeeld door de havendienst of het schip kan blijven liggen op dezelfde plek voor de aangevraagde langere periode of dat het schip verplaatst moet worden naar een plek waar het langer liggen mogelijk is. De meldingsplicht is bedoeld om overzicht te houden in de termijnen en locaties waar passanten verblijven in de gemeentelijke havens.
Hieronder wordt verstaan een categorie van passagiersvaartuigen, die worden gebruikt ten behoeve van de beroepsmatige chartervaart en die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en in het bezit zijn van een Certificaat van Onderzoek als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Binnenschepenwet of Certificaat van deugdelijkheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Schepenwet. Voor het overgrote deel gaat het hier om zeilschepen met een traditioneel karakter. Een klein deel bestaat uit omgebouwde voormalige binnenschepen, die met een motor worden voortbewogen. Indien twijfel bestaat over de vraag of een schip nu een charterschip is dan dient de schipper aan te kunnen tonen middels het overleggen van de te vereiste stukken, te weten een inschrijving bij de Kamer van Koophandel en het Certificaat, dat het een charterschip is.
In de Havenatlas zal worden aangegeven waar het is toegestaan om een ligplaats in te nemen met een woonboot. Daarnaast is op grond van artikel 2.3.1 vergunning vereist van het college van Burgemeester en wethouders voor het innemen van een ligplaats met een woonboot. Een ligplaatsvergunning voor een woonboot is persoons-, ligplaats- en vaartuiggebonden. Dit wil zeggen dat indien een van deze omstandigheden wijzigen, er een nieuwe vergunning dient te worden aangevraagd. In principe zal de gemeente meewerken aan het afgeven van een nieuwe vergunning op bestaande plaatsen, mits de woonboot voldoet aan de eisen gesteld in de Havenatlas. In beleidsregels kan nader uiteen worden gezet hoe hier in de praktijk mee om zal worden gegaan. Er zal niet meer worden gewerkt met een wachtlijst omdat is gebleken dat in de afgelopen tien jaar niemand van de wachtlijst in aanmerking is gekomen voor een vrijgekomen ligplaats, nu vergunninghouders veelal het schip laten liggen.
Ligplaatsen voor kleine bootjes
Middels het systeem van het uitgeven van een vignet kunnen kleine bootjes, conform de gegeven definitie, worden aangemeerd aan de Zuider Havendijk en het Waaigat. Toewijzing geschiedt in volgorde van binnenkomst.
Op grond van artikel 2.3.4 van de Havenverordening is het zonder vergunning van Burgemeester en wethouders verboden om een schip of vaartuig dat geen woonboot is, permanent als woon- en nachtverblijf te gebruiken. Onder permanent woon- en nachtverblijf wordt verstaan het gedurende een periode van tenminste zeven achtereenvolgende dagen gebruik maken van een vaartuig mede met het doel daarin te overnachten. Het woonverbod is niet van toepassing op: charterschepen, bedrijfsschepen, veerboten, vissersschepen, binnenschepen en zeeschepen die daadwerkelijk als zondanig worden gebruikt. Met deze laatste zinsnede wordt bedoeld dat op aanvraag de schipper en of eigenaar moet kunnen aantonen dat zijn/haar schip wordt gebruikt als een van voornoemde vaarschipcategorie. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen in beleidsregels ten aanzien van hetgeen de schipper of eigenaar dient te overleggen om aan te kunnen tonen dat het schip ook als zodanig wordt gebruikt. Daarnaast kunnen Burgemeester en wethouders in beleidsregels aangeven voor welke categorie van gevallen een tijdelijke ontheffing kan worden verleend van het verbod wonen op water. Van een overtreding op het verbod wonen op water is sprake indien het schip niet kan worden gekwalificeerd als charterschip, bedrijfsschip, veerboot, vissersschip, binnenschip en zeeschip en waar men een permanent woon- en nachtverblijf op heeft. Havenmeesters zullen middels het opmaken van proces-verbaal en foto’s moeten kunnen aantonen dat er meer dan zeven dagen wordt verbleven op een schip met als gevolg te overnachten.
Vergunning is vereist voor bouwwerkzaamheden (op-, aan-, verbouwingswerkzaamheden, herstel-, of sloopwerkzaamheden) op of aan woonboten of op of aan andere vaartuigen dan wel op of aan het water. Ten behoeve van vergunningverlening kunnen Burgemeester en wethouders bij de aanvraag verlangen dat een werkplan wordt overlegd. In dit werkplan dient aanvrager aan te geven welke werkzaamheden hij wil gaan uitvoeren, hoe lang aanvrager hiermee bezig denkt te zijn en welke maatregelen worden getroffen om overlast zo veel mogelijk te beperken. Voorts geldt dat geen vergunning is vereist voor het in eigen beheer uitvoeren van geringe reparaties. Bij geringe reparaties kan men denken aan bescheiden werkzaamheden aan het dek waarbij de nodige zorgvuldigheidseisen zijn genomen zodat geen schade ontstaat aan het milieu en geen overlast voor de omgeving met zich meebrengt. Burgemeester en wethouders kunnen indien gewenst nadere regels opstellen met betrekking tot werkzaamheden waarvoor geen vergunning wordt vereist. Omdat de veiligheid en het milieu bij werkzaamheden op of aan het water in het geding zijn, is het werken op water onder de verbodsbepaling gebracht. Nu de haven een inrichting is die valt onder een algemene maatregel van bestuur, zijn eveneens de voorschriften behorende bij het Besluit Jachthavens van toepassing op het havengebied. De gemeente Enkhuizen, als drijver van de inrichting, draagt zorg voor de naleving van de voorschriften. De voorschriften hebben betrekking op onder andere afvalpreventie, veiligheid, milieu en hygiëne. Bij vergunningverlening voor het verrichten van werkzaamheden op of aan het water zal dan ook worden getoetst aan deze voorschriften.
Bevoegdheden havenmeester met betrekking tot de handhaving van de Havenverordening
De havenmeesters zijn aangewezen als toezichthoudende ambtenaren voor onder meer de naleving van de ge- en verboden die zijn genoemd in de Havenverordening Enkhuizen 2011. Dit wil zeggen dat de havenmeesters belast zijn met de naleving van het gestelde in de Havenverordening. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht komen hen bevoegdheden toe als onder meer: het betreden van plaatsen (zo nodig met behulp van de sterke arm), inlichtingen te vorderen, inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, zaken te onderzoeken en indien sprake is van onmiddellijke spoed met bestuursdwang optreden of doen optreden om zodoende de overtreding te beëindigen. Daarnaast zijn de havenmeesters op grond van artikel 4.4.1, tweede lid, van de Havenverordening bevoegd om schepen te verhalen indien er sprake is van een zo spoedeisende situatie dat in redelijkheid geen opdracht meer kan worden gegeven om het schip te verhalen of de schipper onbekend is.
Eveneens is in de Havenverordening de expliciete bevoegdheid opgenomen om binnen te treden in het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig zonder toestemming van de bewoner. Deze bevoegdheid volgt uit artikel 149a van de Gemeentewet. Van deze bevoegdheid kan in principe alleen gebruik worden gemaakt indien een machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden is afgegeven.