Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enkhuizen

HAVENVERORDENING ENKHUIZEN 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnkhuizen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHAVENVERORDENING ENKHUIZEN 2011
CiteertitelHavenverordening Enkhuizen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerphaven, ligplaats, vergunning, schepen, boten, schip, chartervaart, charter,

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-08-201122-12-2016ingetrokken

05-07-2011

De Drom, 10-08-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

HAVENVERORDENING ENKHUIZEN 2011

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
PARAGRAAF 1.1 BEGRIPPENLIJST
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a)

    Openbaar vaarwater

    Alle wateren binnen de gemeente Enkhuizen die al of niet met enige beperking voor het publiek toegankelijk of bevaarbaar zijn en in publiekrechtelijk beheer bij de gemeente of waarover de gemeente zeggenschap heeft krachtens overeenkomst.

  • b)

    Haven

    • 1.

      de Buitenhaven;

    • 2.

      de Oosterhaven I: gedeelte voor de Compagniebrug, gezien vanuit het binnenvaren van de Oosterhaven;

    • 3.

      de Oosterhaven II: gedeelte achter de Compagniebrug, gezien vanuit het binnenvaren van de Oosterhaven;

    • 4.

      de Oude Haven I: gedeelte voor de Wilhelminabrug, gezien vanuit het binnenvaren van de Oude Haven;

    • 5.

      de Oude Haven II: gedeelte achter de Wilhelminabrug, gezien vanuit het binnenvaren van de Oude Haven;

    • 6.

      de Zuider Havendijk;

    • 7.

      de Veerhaven;

    • 8.

      de Gependam;

    • 9.

      Slijckhoek.

    • 10.

      Waaigat

  • c)

    Kade

    • 1.

      de kaden langs een haven;

    • 2.

      de kaden langs het IJsselmeer;

    • 3.

      de kaden aan de Tritondam;

    • 4.

      Loswal Krabbersplaat;

    • 5.

      Oude Harlingersteiger;

    • 6.

      Nieuwe Harlingersteiger.

  • d)

    Laad- en Losplaats

    De plaatsen in een haven bestemd voor laden en lossen.

  • e)

    Havenmanager en havenmeester

    De door Burgemeester en wethouders als zodanig benoemde ambtenaren, alsmede diens plaatsvervanger(s).

  • f)

    Schipper

    Degene die rechtens dan wel feitelijk aan boord van een vaartuig het gezag heeft.

  • g)

    Schip/Vaartuig

    Elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, daaronder begrepen een watervliegtuig, drijvende werktuigen zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, alsmede woonschepen, woonarken, glijboten en ponten.

  • h)

    Pleziervaartuig

    Een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet bedrijfsmatige d.w.z. sportieve of recreatieve doeleinden.

  • i)

    Klein bootje

    Een vaartuig van maximaal 7 meter lengte:

    • -

      zonder overkapping of kajuit

    • -

      met een overkapping of kajuit niet groter dan 1/3e van de vaartuiglengte, met of zonder een strijkbare mast

    • -

      met of zonder motor

    • -

      open zeilboot met een strijkbare mast

      De lengtebeperking geldt niet voor bedrijfsmatig gebruikte vissersvletten.

  • j)

    Woonschip

    Een vaartuig dat aan romp en opbouw herkenbaar is als schip en dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor of is bestemd tot dag- of nachtverblijf van één of meer personen.

  • k)

    Woonark

    Een vaartuig, niet zijnde een woonschip, dat feitelijk niet geschikt en bestemd is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water en dan wordt gebruikt of is bestemd tot dag- of nachtverblijf van één of meer personen.

  • l)

    Woonboot

    Woonschip of woonark.

  • m)

    Bedrijfsvaartuig

    Een vaartuig daaronder begrepen een object te water (niet- zijnde een binnenschip), hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep, voor het bedrijfsmatig vervoer van minder dan twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen, dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.

  • n)

    Passagiersvaartuig

    Een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen, niet zijnde een veerboot. Bedrijfsmatig vervoer wil zeggen in uitoefening van een beroep of bedrijf of tegen vergoeding.

  • o)

    Charterschip

    Een categorie passagiersvaartuig, die wordt gebruikt ten behoeve van de beroepsmatige chartervaart en die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en waarvoor een Certificaat van Onderzoek als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Binnenschepenwet of Certificaat van deugdelijkheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Schepenwet is afgegeven.

  • p)

    Veerboot

    Een vaartuig die een veerdienst onderhoudt via een reguliere dienstregeling bestemd voor het vervoer van meer dan twaalf personen, bemanning daaronder niet begrepen, naar een andere locatie.

  • q)

    Visserschip

    Een schip dat is ingericht om met netten, lijnen, sleepnetten of ander vistuig te vissen.

  • r)

    Zeeschip

    Een bedrijfsvaartuig ingericht voor het vervoer van goederen, vloeistoffen en/of (vloeibare) gassen en geschikt is voor het vervoer over zee.

  • s)

    Binnenschip

    Een bedrijfsvaartuig ingericht voor het vervoer van goederen, vloeistoffen en/of (vloeibare) gassen over binnenwaterschip.

  • t)

    Ligplaats innemen

    Het aanleggen met een schip aan een kade, laad- en losplaats of steiger of dat gedeelte van het openbaar vaarwater dat gebruikt mag worden voor het afmeren van een schip. Het zich binnen 12 meter vanaf de oeverlijn van de kade ophouden met het doel om personen en of goederen van of aan boord te nemen.

  • u)

    Passantenligplaats

    Ligplaats bedoeld voor eigenaren en/of houders van vaartuigen die met hun boot gedurende maximaal zeven dagen per week in de gemeente Enkhuizen verblijven en bovendien niet al voor een andere ligplaats binnen de gemeente Enkhuizen havengeld betalen en/of een ligplaats- vergunning verkregen hebben.

  • v)

    Permanent woon- en nachtverblijf

    Gedurende een periode van ten minste zeven achtereenvolgende dagen gebruiken van een vaartuig mede met het gevolg daarin te overnachten.

  • w)

    Zomer/winter-abonnenement

    Abonnement voor respectievelijk de zomerperiode, lopende van 1 april tot 1 november of de winterperiode die loopt van 1 november tot 1 april.

  • x)

    Gevaarlijke stoffen

    De stoffen genoemd in de International Maritieme Dangerous Goods Code (IMDGcode), of een van de andere codes van de International Maritieme Organization (IMO), het Schepenbesluit, de Wet gevaarlijke stoffen, het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), het Besluit Aanwijzing Gevaarlijke Afvalstoffen, alsmede de stoffen die door Burgemeester en wethouders als gevaarlijke stof zijn aangewezen en bekendgemaakt.

  • y)

    Lengte

    De totale lengte van het vaartuig met inbegrip van een vaste boegspriet, een papagaaistok en een roer.

  • z)

    Breedte

    De breedte over alles van een vaartuig met inbegrip van overhangen en balkons.

  • aa)

    Diepgang

    De verticale afstand tussen het diepststekend scheepsdeel en de waterspiegel.

  • bb)

    BPR

    Het Binnenvaartpolitiereglement

PARAGRAAF 1.2 TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1.2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op het openbaar vaarwater gelegen in de gemeente Enkhuizen. In voorkomende gevallen kan het zo zijn dat tevens regelgeving van andere waterbeheerder dan de gemeente Enkhuizen van toepassing is.

Hoofdstuk 2 Inname ligplaatsen
PARAGRAAF 2.1 HAVENATLAS
Artikel 2.1.1 Vaststelling
  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de plaatsen vast waar de verschillende categorieën vaartuigen ligplaats mogen innemen of hebben.

  • 2.

    De plaatsen worden aangegeven op kaarten per gebied en/of per soort vaartuig.

  • 3.

    Per plaats kunnen voorschriften worden gegeven voor:

    • -

      het aantal;

    • -

      de maximale breedte;

    • -

      de maximale diepgang;

    • -

      de maximale lengte;

    • -

      de maximale hoogte vanaf de waterlijn;

    • -

      de minimale te hanteren afstand tussen de vaartuigen onderling.

Artikel 2.1.2 Ligplaatsverbod

Onverminderd het bepaalde in het BPR en in de overige artikelen van deze verordening is het zonder vergunning van Burgemeester en wethouders verboden een ligplaats te hebben of in te nemen met een vaartuig op een plaats, welke niet voor dat soort vaartuig in de Havenatlas is aangewezen.

Artikel 2.1.3 Aanwijzing havenmeester

Voor die ligplaatsen waar geen vergunning voor is vereist, mag slechts na aanwijzing en of mondelinge toestemming van de havenmeester ligplaats worden ingenomen.

PARAGRAAF 2.2 MELDINGSPLICHT
Artikel 2.2.3 Meldingsplicht
  • 1.

    De schipper die met zijn vaartuig een ligplaats in de havens wenst te nemen, is verplicht zich direct na aankomst met dit vaartuig in de havens te melden bij de havenmeester.

  • 2.

    Valt het aankomsttijdstip, bedoeld in het eerste lid, buiten de openingstijden van het havenkantoor, dan is schipper verplicht zich te melden zodra het kantoor weer is geopend.

PARAGRAAF 2.3 WOONBOTEN
Artikel 2.3.1 Ligplaatsvergunning
  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders met een woonboot ligplaats in te nemen of te hebben in openbaar water. De vergunning is persoons,- ligplaats- en vaartuig gebonden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zullen een ligplaatsvergunning slechts verlenen voor een plaats, welke is aangegeven in de Havenatlas en indien het daarbij bepaalde aantal daarmede niet wordt overschreden.

Artikel 2.3.2 Op-, ver, en aanbouwen van een woonboot
  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders een woonboot te verbouwen, op te bouwen en of aan te bouwen.

  • 2.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders een woonboot te vergroten door langszij een woonboot een vlot of een ander vaartuig te leggen of aan de woonboot vast te maken.

Artikel 2.3.3 Uitoefenen beroep of bedrijf

Het is zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders verboden een woonboot, waarvoor op grond van artikel 2.3.1, eerste lid vergunning is verleend, ook te gebruiken voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep.

Artikel 2.3.4 Woon- en nachtverblijf anders dan op een woonschip
  • 1.

    Het is zonder vergunning van Burgemeester en wethouders verboden een schip, of vaartuig, dat geen woonboot is, permanent als woon- en nachtverblijf te gebruiken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op grond van nadere beleidsregels tijdelijke ontheffing verlenen van het verbod genoemd in het eerste lid;

  • 3.

    Het in het eerste lid vervatte verbod omvat niet het verblijf op charterschepen, bedrijfsschepen, veerboten, vissersschepen, binnenschepen en zeeschepen, die daadwerkelijk als zodanig worden gebruikt.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vast stellen inzake de vereiste criteria die zij stelt aan het daadwerkelijk gebruik van dergelijke schepen.

  • 5.

    De eigenaren van de schepen genoemd in lid 3 zijn verplicht om op verzoek van Burgemeester en wethouders aan te tonen dat het schip als zodanig gebruikt wordt.

PARAGRAAF 2.4 VEERBOTEN
Artikel 2.4.1 Ligplaatsvergunning veerboten
  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders met een veerboot ligplaats in te nemen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zullen een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, slechts verlenen voor een plaats, welke is aangegeven in de Havenatlas.

Hoofdstuk 3. Ligplaatsen voor kleine bootjes
PARAGRAAF 3.1 LIGPLAATS, UITGIFTE EN TOEWIJZING
Artikel 3.1.1 Ligplaatsen voor kleine bootjes
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ligplaatsen toewijzen voor kleine bootjes aan de Zuider Havendijk en het Waaigat.

  • 2.

    De aan de ligplaatsen als bedoeld in het eerste lid, af te meren bootjes aan de Zuider Havendijk dienen in de lengte langs de kademuur te worden afgemeerd op de door Burgemeester en wethouders aangewezen ligplaatsen.

  • 3.

    Paragraaf 2.2 en hoofdstuk 5 van deze Verordening is op de ligplaatsen bedoeld in het eerste lid niet van toepassing.

Artikel 3.1.2 Uitgifte ligplaatsen
  • 1.

    De uitgifte van ligplaatsen als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, geschiedt door het uitgeven van een vignet/sticker van Burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het vignet dient duidelijk zichtbaar op het kleine bootje te worden aangebracht.

  • 3.

    Verlies van het vignet dient door de rechthebbende van het kleine bootje onmiddellijk te worden gemeld aan de havenmeester.

Artikel 3.1.3 Toewijzing ligplaats
  • 1.

    Toewijzing van ligplaatsen als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, geschiedt in volgorde van binnenkomst. Per huisadres in de gemeente Enkhuizen wordt maximaal voor één klein bootje een ligplaats toegewezen.

  • 2.

    Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste lid wijzen Burgemeester en wethouders een ligplaats aan de Zuider Havendijk voor kleine bootjes eveneens toe aan de schipper van een vissersschip die vis levert aan de gemeente Enkhuizen en die rechthebbende is van een klein bootje.

Artikel 3.1.4 Verbod inname ligplaats kleine bootjes

Het is verboden om zonder vignet als bedoeld in artikel 3.1.2, eerste lid, of in afwijking van artikel 3.1.1, tweede lid, met een klein bootje ligplaats in te nemen op de ligplaatsen als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid.

Hoofdstuk 4. Openbare orde en veiligheid
PARAGRAAF 4.1 OPENBARE ORDE, VEILIGHEID, MILIEU, STADSSCHOON EN VOORKOMING VAN GEVAAR SCHADE OF HINDER
Artikel 4.1.1 Algemeen
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de schipper een verbod opleggen om met zijn schip, het openbaar water binnen te varen, een ligplaats in te nemen of in de haven op een ligplaats te verblijven, indien het schip gevaar, schade, hinder of nadelige gevolgen voor het milieu met zich meebrengt of met zich kan meebrengen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de schipper een verbod opleggen om met zijn schip, een ligplaats in te nemen of in de haven op een ligplaats te verblijven, indien het schip in een dusdanig verwaarloosde toestand verkeert, of uiterlijke verschijning heeft dat het nadelige gevolgen met zich meebrengt voor het stadsschoon.

  • 3.

    De verboden als bedoeld in het eerste en het tweede lid worden pas opgelegd nadat is gebleken dat geen uitvoering is gegeven aan maatregelen die in de onderhavige gevallen door Burgemeester en wethouders kunnen worden opgelegd of indien geen maatregelen mogelijk zijn ter voorkoming van de ongewenste situatie.

  • 4.

    De verboden als bedoeld in het eerste en tweede lid worden de schipper, eerst mondeling en bij het geen gevolg geven aan het verbod schriftelijk medegedeeld.

Artikel 4.1.2 Tekens
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen in de havens om reden van ordening en of in het belang van de openbare orde en veiligheid nadere regels stellen bestaande uit het plaatsen van één van de tekens, al of niet in samenhang met bijkomende tekens, die zijn opgenomen in bijlage 7 A tot en met F van het BPR.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken van de bevoegdheid van het eerste lid geen gebruik indien het besluit tot plaatsing van een teken gebaseerd kan worden op grond van één van de in artikel 3 van de Scheepsvaartverkeerswet genoemde belangen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen het plaatsen van een teken als bedoeld in het eerste lid achterwege laten indien het plaatsen van een teken niet doelmatig is; zij kunnen in plaats daarvan of in combinatie met het plaatsen van een teken, het verbod, de aanbeveling of de inlichting in een voorschrift opnemen.

Artikel 4.1.3 Overtreden tekens en voorschriften

Het is verboden te handelen in strijd met een teken en de daarbij behorende nadere aanduidingen als bedoeld in artikel 4.1.2, eerste lid, en met een voorschrift als bedoeld in artikel 4.1.2, derde lid.

Artikel 4.1.4 Hinderen
  • 1.

    Het is verboden met of op een vaartuig overlast of hinder te veroorzaken dan wel op een andere wijze de openbare orde te verstoren.

  • 2.

    De schipper is verplicht er voor zorg te dragen dat geen onderdelen van het vaartuig of andere voorwerpen buiten boord steken zodanig dat daardoor gevaar of hinder kan ontstaan.

Artikel 4.1.5 Geluidsoverlast
  • 1.

    Het is verboden om aan boord van een vaartuig voorstuwingsinstallaties, motoren, aggregraten, geluidsapparatuur of andere toestellen of installaties in werking te hebben of werkzaamheden of activiteiten te verrichtten in strijd met de geluids- en trillingsvoorschriften van paragraaf 1.1 Geluid en trilling van de Bijlage van het Besluit jachthavens.

  • 2.

    Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op geluidsversterkers, voor zover deze gebruikt worden voor het veilig manoeuvreren van vaartuigen.

PARAGRAAF 4.2 VAARGEDRAG
Artikel 4.2.1 Vaarsnelheid
  • 1.

    Het is verboden met een schip in de haven te varen met een snelheid van meer dan 6 kilometer per uur (3,2 knopen).

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 4.2.2 Zeilplanken, waterjetski, waterskies.
  • 1.

    Het is verboden in de haven te varen met een zeilplank, waterscooter of een waterjetski;

  • 2.

    Het is verboden in de haven een waterski voort te bewegen danwel zich op waterskies te bewegen of te doen voortbewegen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste en tweede lid bepaalde ontheffing verlenen.

Artikel 4.2.3 Zeilen in de haven
  • 1.

    Het is verboden in de haven een vaartuig uitsluitend door middel van zijn zeil voort te bewegen indien het vaartuig over een bruikbare motor beschikt.

  • 2.

    Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders in de haven met een schip te zeilen.

  • 3.

    Het in het tweede lid gestelde is niet van toepassing voor het rechtstreeks varen naar een ligplaats, dan wel het rechtstreeks verlaten van de haven.

Artikel 4.2.4 Varen in de haven

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4.2.2 en 4.2.3 is het verboden in de haven te varen anders dan voor het direct meren of vertrekken of het rechtsreeks varen naar een aangrenzend vaarwater.

Artikel 4.2.5 Schaderegeling na aanvaring

De schipper die schade veroorzaakt aan gemeente-eigendommen is verplicht met de havenmeester een schaderegeling te treffen voordat hij zijn reis vervolgt.

PARAGRAAF 4.3 GEBRUIK VAN DE HAVEN
Artikel 4.3.1 Verbod vuur te stoken
  • 1.

    Het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover:

    • a.

      op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften van toepassing zijn;

    • b.

      de provinciale Milieuverordening van toepassing is;

    • c.

      artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, Wetboek van strafrecht van toepassing is;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen, indien het betreft verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke, of vuur voor koken, bakken, braden en barbecuen, indien dat ter beoordeling van de havenmeester geen gevaar oplevert voor de omgeving.

Artikel 4.3.2 Verbod ijs te breken
  • 1.

    Het is verboden ijs te breken in een haven of langs een steiger,kade, laden losplaats.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet voor:

    • a.

      het losmaken van ijs rond een vaartuig;

    • b.

      diegene die handelt in opdracht of met toestemming van de havenmeester.

Artikel 4.3.3 Zwemverbod

Het is verboden om in de havens te zwemmen.

Artikel 4.3.4 Vissen

Het is niet toegestaan te vissen in de havens, indien dit naar het oordeel van de havenmeester gevaar, schade of hinder voor de scheepvaart met zich kan meebrengen.

Artikel 4.3.5 Gebruik oevers en kademuren
  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders enig obstakel of voorwerp aan te brengen, te hebben, te plaatsen of te houden op of in openbare oevers en kademuren.

  • 2.

    Het is verboden zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders openbare oevers en kademuren of delen daarvan in gebruik te nemen of te hebben.

  • 3.

    Toestemming voor het neerleggen of het hebben liggen van enig obstakel of voorwerp op of gebruik van openbare oevers of kaden wordt geweigerd indien dit gevaar, schade of hinder kan veroorzaken.

Artikel 4.3.6 Los- en laadinrichtingen

Het is verboden om zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders los- en laadinrichtingen op de kade te hebben of in gebruik te nemen.

Artikel 4.3.7 Gebruik van ankers
  • 1.

    Het is de schipper verboden om zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders:

    • a.

      een anker te gebruiken om een schip te stoppen;

    • b.

      ten anker te gaan of te gaan liggen.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor een schip:

    • a.

      dat daarmee een aanvaring dan wel aandrijving voorkomt;

    • b.

      dat zich verplaatst op een ligplaats of dat een manoeuvre uitvoert;

    • c.

      voor een baggervaartuig indien de ankers worden gebezigd bij het verrichten van baggerwerkzaamheden;

    • d.

      dat ligt in een aangewezen ankergebied in de Havenatlas.

Artikel 4.3.8 Gebruik sluizen en bruggen
  • 1.

    Het is verboden, ten tijde van het openen, het geopend zijn en het sluiten van een sluis of brug zich te bevinden op het beweegbare gedeelte van een sluis of brug of op het aansluitende weggedeelte tot de slagboom.

  • 2.

    Het is verboden sluizen en bruggen te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn bestemd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het in het tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

  • 4.

    Het is anderen dan dienstdoende brug- of sluiswachters verboden om sluizen en/of bruggen te bedienen of daarvoor gebruikte slagbomen te openen of te sluiten.

Artikel 4.3.9 Verwijderen obstakels

Degene die een brug passeert, is verplicht zo veel mogelijk uitstekende obstakels te verwijderen indien daardoor het openen of het geopend houden van een brug kan worden voorkomen.

Artikel 4.3.10 Aanbrengen voorwerpen of inrichtingen
  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van Burgemeester en wethouders meerpalen, meerboeien, steigers, buizen, kabels, hijsbalken, laadbruggen of dergelijke voorwerpen of inrichtingen in of boven de havens te hebben, aan te brengen, te leggen of te plaatsen.

  • 2.

    Het is verboden zonder, ontheffing van Burgemeester en wethouders palen,balken, planken, trossen, draden, kettingen of andere dergelijke voorwerpen in of boven een der havens of andere bevaarbare wateren te hebben, aan te brengen, te leggen of te plaatsen.

  • 3.

    Het verbod in het tweede lid geldt niet voor toegangsmiddelen tot een vaartuig en voor trossen, draden of kettingen welke dienen voor het afmeren of slepen van vaartuigen.

Artikel 4.3.11 Aggregaten
  • 1.

    Het is verboden om aggregaten te gebruiken voor het opwekken van energie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod, indien ter plaatse van de aangewezen ligplaats geen of onvoldoende walvoorzieningen zijn aangebracht voor het verkrijgen van de benodigde energie.

Artikel 4.3.12 Nutsvoorzieningen
  • 1.

    Het is verboden om zonder ligplaatsvergunning gebruik te maken van de gemeentelijke nutsvoorzieningen.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid is eveneens van toepassing voor diegene die in strijd met de havenatlas een ligplaats heeft ingenomen.

PARAGRAAF 4.4 AFMEERREGIME
Artikel 4.4.1 Verhalen anders dan op eigen aanvraag
  • 1.

    De schipper is verplicht, het schip naar elders te verhalen indien Burgemeester en wethouders opdracht geven gelet op:

    • a.

      het belang van ordening;

    • b.

      openbare orde;

    • c.

      veiligheid;

    • d.

      milieu;

    • e.

      in het belang van werkzaamheden in het water of aan de gemeente-eigendommen;

    • f.

      het zonder vergunning innemen van een ligplaats;

    • g.

      strijdigheid met de havenatlas.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een vaartuig te doen verhalen voor rekening en risico van de schipper en of eigenaar in de gevallen bedoeld in het eerste lid indien:

    • a.

      er sprake is van een zo spoedeisende situatie dat in redelijkheid geen opdracht als bedoeld in de het eerste lid meer kan worden gegeven;

    • b.

      de schipper onbekend is;

    • c.

      Indien de schipper weigert gehoor te geven aan het eerste lid van dit artikel.

Artikel 4.4.2 Bereikbaarheid van vaartuigen
  • 1.

    Het is verboden de toegang tot een schip te blokkeren.

  • 2.

    De schipper van een gemeerd vaartuig is verplicht er zorg voor te dragen dat het schip te allen tijde vlot en veilig tijdig kan worden betreden en verlaten.

PARAGRAAF 4.5 VEILIGHEID EN MILIEU
Artikel 4.5.1 Verbouwings-, herstel- of sloopwerkzaamheden
  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders, op of aan het water in de haven herstel-, onderhouds-, sloop-, of verbouwingswerkzaamheden te (laten) verrichten. Het verbod is tevens van toepassing op het uitvoeren van werkzaamheden op plaatsen vanwaar de bij de werkzaamheden te gebruiken of vrijkomende stoffen rechtstreeks in het openbaar water kunnen komen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders weigeren de vergunning als bedoeld in het eerste lid indien door het stellen van voorwaarden niet kan worden tegemoet gekomen aan te verwachten gevaar, schade of hinder.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het (laten) verrichten van werkzaamheden bij een bedrijf of inrichting die voor het uitvoeren van de werkzaamheden beschikt over een vergunning op grond van de Wet milieubeheer.

  • 4.

    Het verbod in het eerste lid, geldt niet voor het in eigen beheer uitvoeren van reparaties van geringe omvang.

Artikel 4.5.2 Vrijkomen van stoffen en dergelijke
  • 1.

    De schipper van een vaartuig zowel als de exploitant van een aan de havens gelegen terrein is verplicht:

    • a.

      zodanige maatregelen te nemen, dat het te water geraken van vloeistoffen (niet zijnde water en huishoudelijk afvalwater), voorwerpen of zelfstandigheden wordt voorkomen;

    • b.

      onmiddellijk na het te water geraken van het onder a genoemde daarvan kennis te geven aan de havenmeester en er zorg voor te dragen, dat deze vloeistoffen, voorwerpen of zelfstandigheden onmiddellijk of, bij gebreke van dien, binnen de door burgemeester en wethouders te bepalen tijd uit de havens worden verwijderd.

  • 2.

    De schipper is verplicht bij het laden en lossen van zijn vaartuig zodanige voorzieningen te treffen, dat schade of overlast door stof, stank of anderszins jegens personen, dieren, goederen of vaartuigen wordt voorkomen.

PARAGRAAF 4.6 ONTZEGGING TOEGANG HAVENS
Artikel 4.6.1 Ontzegging toegang havens

Indien na overtreding van een verbod als bedoeld in de artikelen 4.1.1, 4.2.1, 4.2.2, 4.2.3, 4.3.6, 4.3.11, 4.5.1 en 4.5.2 naar het oordeel van Burgemeester en wethouders ernstige vrees bestaat dat de veiligheid in de havens door de ovetreder(s) opnieuw zou kunnen worden verstoord, kunnen zij deze overtreder(s) met zijn (hun) vaartuig, respectievelijk de schipper met het vaartuig waarop de overtreding plaatsvond voor maximaal 12 maanden de toegang tot de havens of een deel van de havens ontzeggen.

Hoofdstuk 5. Vergunningen
PARAGRAAF 5.1 VERGUNNINGEN EN VOORSCHRIFTEN
Artikel 5.1.1 Vergunning

Een vergunning als bedoeld in deze verordening is persoons-, ligplaats- en vaartuig gebonden; dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in één van deze drie omstandigheden een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd bij Burgemeester en wethouders.

Artikel 5.1.2 Duur vergunning
  • 1.

    Een vergunning kan voor een bepaalde tijd worden verleend.

  • 2.

    Een aanvraag om verlenging na afloop van de geldigheidsduur van een vergunning geldt als een nieuwe aanvraag om een vergunning.

Artikel 5.1.3 Voorschriften en beperkingen
  • 1.

    Aan een vergunning kunnen voorschriften en/of beperkingen worden verbonden ter bescherming van de belangen die ten grondslag liggen aan de betreffende bepalingen.

  • 2.

    De aan een vergunning verbonden voorschriften en/of beperkingen kunnen worden gewijzigd indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is verleend.

  • 3.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

PARAGRAAF 5.2 INDIENEN AANVRAAG
Artikel 5.2.1 Vorm van aanvraag
  • 1.

    Een aanvraag om vergunning moet schriftelijk worden ingediend bij Burgemeester en wethouders, tenzij anders is bepaald.

  • 2.

    In een spoedeisend geval en indien het een eenmalige gedraging of een handeling van korte duur betreft, kan de aanvraag mondeling worden gedaan.

Artikel 5.2.2 Aanvullende gegevens

Burgemeester en wethouders kunnen de indiener van een aanvraag vragen om binnen een termijn van acht weken nadere bescheiden en of gegevens te leveren. Indien het een vergunningaanvraag betreft als bedoeld in artikel 2.3.2 of 4.5.1, dan kunnen burgemeester en wethouders eisen een werkplan te overleggen.

PARAGRAAF 5.3 BEHANDELEN AANVRAAG
Artikel 5.3.1 Vorm van beschikking
  • 1.

    Een beschikking op een aanvraag geschiedt schriftelijk.

  • 2.

    Een beschikking op een aanvraag kan mondeling geschieden indien het betrekking heeft op een spoedeisend geval, een eenmalige gedraging of handeling van korte duur.

Artikel 5.3.2 Beslissingstermijn
  • 1.

    Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken na ontvangst van alle noodzakelijke bescheiden, behorende tot een aanvraag een schriftelijke beschikking.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn eenmaal met acht weken verlengen.

PARAGRAAF 5.4 WEIGERING EN INTREKKING
Artikel 5.4.1 Weigering

Een vergunning wordt geweigerd in het geval van:

  • a.

    strijdigheid met de Havenatlas;

  • b.

    strijdigheid met het bestemmingsplan;

  • c.

    strijdigheid met de belangen die ten grondslag liggen aan de betrokken bepalingen;

  • d.

    indien de gestelde voorschriften en/of beperkingen aan de voorafgaande vergunning niet of niet volledig zijn nagekomen;

  • e.

    strijdigheid met een voor het betreffende gebied geldende eis van welstand.

Artikel 5.4.2 Intrekken
  • 1.

    Een vergunning kan worden ingetrokken in het geval dat:

    • a.

      de vergunning is verleend op grond van onjuiste of onvolledige gegevens van de kant van de aanvrager;

    • b.

      indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

    • c.

      indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

    • d.

      indien de houder dit verzoekt.

  • 2.

    Een beschikking tot intrekking als bedoeld in het eerste lid, wordt niet genomen voordat de houder van een vergunning in de gelegenheid is gesteld binnen een gestelde termijn over dit voornemen zijn mening kenbaar te maken.

  • 3.

    Het bepaalde in het tweede lid blijft buiten toepassing in spoedeisende gevallen.

PARAGRAAF 5.5 REGISTRATIE EN INZAGE
Artikel 5.5.1 Voeren registratie
  • 1.

    Burgemeester en wethouders bepalen bij welke vergunning een registratieteken wordt verstrekt.

  • 2.

    De houder van de vergunning met registratieteken is verplicht dit registratieteken zichtbaar aan te brengen op zijn vaartuig.

Artikel 5.5.2 Inzagerecht

De houder van een schriftelijk verleende vergunning is verplicht op eerste vordering van een havenmeester of opsporingsambtenaar de vergunning inzage te geven.

PARAGRAAF 5.6 HARDHEIDSCLAUSULE
Artikel 5.6.1 Ligplaatsvergunning wegens bijzondere omstandigheden
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden voor vaartuigen niet zijnde een woonboot, een ligplaatsvergunning verlenen in afwijking van de Havenatlas als bedoeld in artikel 2.1.1;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden voor woonboten waar vergunning voor is verleend als bedoeld in artikel 2.3.1 een tijdelijke ligplaatsvergunning verlenen in afwijking van de Havenatlas als bedoeld in artikel 2.1.1.

Hoofdstuk 6. Strafbepalingen
PARAGRAAF 6.1 TOEZICHT
Artikel 6.1.1 Aanwijzing
  • 1.

    Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening en het BPR is belast de havenmeester.

  • 2.

    Voorts zijn met het toezicht op naleving van het bij krachtens deze verordening en BPR belast de door de Burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 6.1.2 Binnentreden woning

Zij die zijn belast met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften zijn, indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, bevoegd om het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig te betreden zonder toestemming van de bewoner.

PARAGRAAF 6.2 SANCTIES
Artikel 6.2.1 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen
PARAGRAAF 7.1 OVERGANGSRECHT EN INWERKINGTREDING
Artikel 7.1.1 Overgangsrecht
  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de Havenverordening Enkhuizen 2006 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van de onderhavige verordening worden aangemerkt als vergunningen krachtens deze wet.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van onderhavige verordening een aanvraag om een vergunning van de Havenverordening Enkhuizen 2006 is ingediend en waarop nog niet is beslist wordt daarop conform de onderhavige verordening beslist.

Artikel 7.1.2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag nadat zij op de voorgeschreven wijze is bekend gemaakt.

Artikel 7.1.3 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Havenverordening Enkhuizen 2011.

Besloten in de openbare vergadering van 5 juli 2011

De griffier, De voorzitter,

Nota-toelichting Toelichting Havenverordening

Deze toelichting behoort bij de Havenverordening Enkhuizen 2011. Er is niet gekozen voor een artikelsgewijze toelichting, omdat een merendeel van de artikelen voor zich spreken.

Algemeen

De Havenverordening beoogt de openbare orde en veiligheid in de havens te beschermen door middel van het voeren van een ligplaatsregime. De Havenverordening is als volgt opgezet. Hoofdstuk 1 van de Havenverordening geeft de gehanteerde begrippen weer. Hoofdstuk 2 gaat over de inname van de ligplaatsen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het innemen van ligplaatsen voor kleine bootjes. Hoofdstuk 4 gaat over de openbare orde en veiligheid en regelt aspecten omtrent tekens, hinder en geluidsoverlast, vaargedrag, gebruik van de haven, afmeerregime, veiligheid en milieu en ontzegging toegang havens. Hoofdstuk 5 gaat nader in op vergunningen en voorschriften. Voorts bevat hoofdstuk 6 bepalingen over de toezicht en sancties en tot slot gaat hoofdstuk 7 in op het overgangsrecht en de inwerkingtreding.

Havenverordening

Uitgangspunt van de Havenverordening is dat het verboden is om zonder vergunning van Burgemeester en wethouders ligplaats in te nemen met een vaartuig welke niet voor dat soort vaartuigen is aangewezen in de Havenatlas, tenzij anders is bepaald in de Havenverordening (artikel 2.1.1 Havenverordening). Uit de havenverordening volgt dat onverminderd bovengenoemde vergunning is vereist voor woonschepen en veerboten. Woonboten en veerboten mogen geen ligplaats innemen zonder expliciete vergunning van Burgemeester en wethouders. Vaartuigen niet zijnde woon- en veerboten mogen dus een ligplaats innemen op die plekken die voor de betreffende categorie vaartuigen zijn aangewezen in de Havenatlas. Voor alle vaartuigen geldt echter wel dat zij slechts na aanwijzing en of mondelinge toestemming van de havenmeester een ligplaats mogen innemen.

Havenatlas

De Havenatlas wordt vastgesteld door Burgemeester en wethouders. De Havenatlas is een kaart van de gemeentelijke havens en openbaar vaarwater, waarop (middels symbolen) zal worden aangeduid welke categorie van schepen waar een ligplaats mogen innemen. Tevens zullen er voorschriften worden opgenomen met betrekking tot onder andere het aantal, de maximale breedte, diepgang, lengte, hoogte vanaf de waterlijn en de minimale te hanteren afstand tussen vaartuigen onderling.

Op aanwijzing / toestemming van de havenmeester

Ongeacht het feit dat men ligplaats wil innemen in overeenstemming met de Havenatlas is het innemen van een ligplaats slechts toegestaan na aanwijzing / toestemming van de havenmeester. In de Havenatlas kunnen namelijk nadere eisen worden gesteld met betrekking tot de veiligheid. Nu de havenmeester deze eisen kent, en de haven moet kunnen indelen naar de wensen van de Havendienst (zodat zij wellicht rekening kunnen houden met gemaakte reserveringen), mag pas ligplaats na toestemming worden ingenomen. Het kan natuurlijk gebeuren dat bij het binnenvaren van de haven geen havenmeester aanwezig is om een ligplaats toe te wijzen. Mits de ingenomen ligplaats niet tot een probleem leidt (dat wil zeggen ligplaats is gereserveerd of ligt in strijd met de voorschriften uit de Havenatlas) wordt geacht toestemming te zijn verleend. Indien wel problemen ontstaan dan wordt geacht geen toestemming te zijn gegeven en dient innemer van de ligplaats alsnog een andere ligplaats in te nemen op aanwijzing van de havenmeester. Indien er discussie ontstaat over het al dan niet hebben gedaan van toestemming/aanwijzing, is het de havenmanager die hier het laatste woord in heeft.

Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en wethouders een ligplaatsvergunning verlenen voor vaartuigen niet zijnde woonboten in afwijking van de Havenatlas. Voor woonboten waar reeds een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.3.1 kan in bijzondere omstandigheden een tijdelijke ligplaatsvergunning worden verleend die afwijkt van de aangewezen ligplaatsen in de Havenatlas. Het opnemen van een hardheidsclausule achten wij wenselijk omdat het niet altijd mogelijk is dan wel opportuun zal zijn om slechts ligplaatsen in overeenstemming met de Havenatlas aan te wijzen. Alsdan zijn Burgemeester en wethouders bevoegd om een ligplaatsvergunning te verlenen voor categorieën van vaartuigen, niet zijnde woonboten, op plaatsen die niet overeenstemmen met de Havenatlas. Bij bijzondere omstandigheden kan gedacht worden aan; evenementen in verband met festiviteiten (Enkhuizen 650 jaar), werkzaamheden in de haven waardoor geen ligplaatsen kunnen worden ingenomen, de in de Havenatlas te geven ligplaatsen in een haven zijn ingenomen en naar het oordeel van Burgemeester en wethouders een andere ligplaats kan worden ingenomen.

Passantenligplaatsen

Een passantenligplaats mag slechts voor zeven dagen per week worden ingenomen. Een enkele keer komt het voor dat een passant langer dan een week wil verblijven in de gemeente Enkhuizen. De bedoeling van het koppelen van de zeven dagen aan een passantenligplaats is gelegen in het feit dat de passant een meldingsplicht heeft indien hij langer dan die zeven dagen wil verblijven op de betreffende passantenligplaats. Op basis van de beschikbaarheid in de haven wordt beoordeeld door de havendienst of het schip kan blijven liggen op dezelfde plek voor de aangevraagde langere periode of dat het schip verplaatst moet worden naar een plek waar het langer liggen mogelijk is. De meldingsplicht is bedoeld om overzicht te houden in de termijnen en locaties waar passanten verblijven in de gemeentelijke havens.

Charterschepen

Hieronder wordt verstaan een categorie van passagiersvaartuigen, die worden gebruikt ten behoeve van de beroepsmatige chartervaart en die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en in het bezit zijn van een Certificaat van Onderzoek als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Binnenschepenwet of Certificaat van deugdelijkheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Schepenwet. Voor het overgrote deel gaat het hier om zeilschepen met een traditioneel karakter. Een klein deel bestaat uit omgebouwde voormalige binnenschepen, die met een motor worden voortbewogen. Indien twijfel bestaat over de vraag of een schip nu een charterschip is dan dient de schipper aan te kunnen tonen middels het overleggen van de te vereiste stukken, te weten een inschrijving bij de Kamer van Koophandel en het Certificaat, dat het een charterschip is.

Woonboten

In de Havenatlas zal worden aangegeven waar het is toegestaan om een ligplaats in te nemen met een woonboot. Daarnaast is op grond van artikel 2.3.1 vergunning vereist van het college van Burgemeester en wethouders voor het innemen van een ligplaats met een woonboot. Een ligplaatsvergunning voor een woonboot is persoons-, ligplaats- en vaartuiggebonden. Dit wil zeggen dat indien een van deze omstandigheden wijzigen, er een nieuwe vergunning dient te worden aangevraagd. In principe zal de gemeente meewerken aan het afgeven van een nieuwe vergunning op bestaande plaatsen, mits de woonboot voldoet aan de eisen gesteld in de Havenatlas. In beleidsregels kan nader uiteen worden gezet hoe hier in de praktijk mee om zal worden gegaan. Er zal niet meer worden gewerkt met een wachtlijst omdat is gebleken dat in de afgelopen tien jaar niemand van de wachtlijst in aanmerking is gekomen voor een vrijgekomen ligplaats, nu vergunninghouders veelal het schip laten liggen.

Ligplaatsen voor kleine bootjes

Middels het systeem van het uitgeven van een vignet kunnen kleine bootjes, conform de gegeven definitie, worden aangemeerd aan de Zuider Havendijk en het Waaigat. Toewijzing geschiedt in volgorde van binnenkomst.

Wonen op water

Op grond van artikel 2.3.4 van de Havenverordening is het zonder vergunning van Burgemeester en wethouders verboden om een schip of vaartuig dat geen woonboot is, permanent als woon- en nachtverblijf te gebruiken. Onder permanent woon- en nachtverblijf wordt verstaan het gedurende een periode van tenminste zeven achtereenvolgende dagen gebruik maken van een vaartuig mede met het doel daarin te overnachten. Het woonverbod is niet van toepassing op: charterschepen, bedrijfsschepen, veerboten, vissersschepen, binnenschepen en zeeschepen die daadwerkelijk als zondanig worden gebruikt. Met deze laatste zinsnede wordt bedoeld dat op aanvraag de schipper en of eigenaar moet kunnen aantonen dat zijn/haar schip wordt gebruikt als een van voornoemde vaarschipcategorie. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen in beleidsregels ten aanzien van hetgeen de schipper of eigenaar dient te overleggen om aan te kunnen tonen dat het schip ook als zodanig wordt gebruikt. Daarnaast kunnen Burgemeester en wethouders in beleidsregels aangeven voor welke categorie van gevallen een tijdelijke ontheffing kan worden verleend van het verbod wonen op water. Van een overtreding op het verbod wonen op water is sprake indien het schip niet kan worden gekwalificeerd als charterschip, bedrijfsschip, veerboot, vissersschip, binnenschip en zeeschip en waar men een permanent woon- en nachtverblijf op heeft. Havenmeesters zullen middels het opmaken van proces-verbaal en foto’s moeten kunnen aantonen dat er meer dan zeven dagen wordt verbleven op een schip met als gevolg te overnachten.

Werken op water

Vergunning is vereist voor bouwwerkzaamheden (op-, aan-, verbouwingswerkzaamheden, herstel-, of sloopwerkzaamheden) op of aan woonboten of op of aan andere vaartuigen dan wel op of aan het water. Ten behoeve van vergunningverlening kunnen Burgemeester en wethouders bij de aanvraag verlangen dat een werkplan wordt overlegd. In dit werkplan dient aanvrager aan te geven welke werkzaamheden hij wil gaan uitvoeren, hoe lang aanvrager hiermee bezig denkt te zijn en welke maatregelen worden getroffen om overlast zo veel mogelijk te beperken. Voorts geldt dat geen vergunning is vereist voor het in eigen beheer uitvoeren van geringe reparaties. Bij geringe reparaties kan men denken aan bescheiden werkzaamheden aan het dek waarbij de nodige zorgvuldigheidseisen zijn genomen zodat geen schade ontstaat aan het milieu en geen overlast voor de omgeving met zich meebrengt. Burgemeester en wethouders kunnen indien gewenst nadere regels opstellen met betrekking tot werkzaamheden waarvoor geen vergunning wordt vereist. Omdat de veiligheid en het milieu bij werkzaamheden op of aan het water in het geding zijn, is het werken op water onder de verbodsbepaling gebracht. Nu de haven een inrichting is die valt onder een algemene maatregel van bestuur, zijn eveneens de voorschriften behorende bij het Besluit Jachthavens van toepassing op het havengebied. De gemeente Enkhuizen, als drijver van de inrichting, draagt zorg voor de naleving van de voorschriften. De voorschriften hebben betrekking op onder andere afvalpreventie, veiligheid, milieu en hygiëne. Bij vergunningverlening voor het verrichten van werkzaamheden op of aan het water zal dan ook worden getoetst aan deze voorschriften.

Bevoegdheden havenmeester met betrekking tot de handhaving van de Havenverordening

De havenmeesters zijn aangewezen als toezichthoudende ambtenaren voor onder meer de naleving van de ge- en verboden die zijn genoemd in de Havenverordening Enkhuizen 2011. Dit wil zeggen dat de havenmeesters belast zijn met de naleving van het gestelde in de Havenverordening. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht komen hen bevoegdheden toe als onder meer: het betreden van plaatsen (zo nodig met behulp van de sterke arm), inlichtingen te vorderen, inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, zaken te onderzoeken en indien sprake is van onmiddellijke spoed met bestuursdwang optreden of doen optreden om zodoende de overtreding te beëindigen. Daarnaast zijn de havenmeesters op grond van artikel 4.4.1, tweede lid, van de Havenverordening bevoegd om schepen te verhalen indien er sprake is van een zo spoedeisende situatie dat in redelijkheid geen opdracht meer kan worden gegeven om het schip te verhalen of de schipper onbekend is.

Eveneens is in de Havenverordening de expliciete bevoegdheid opgenomen om binnen te treden in het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig zonder toestemming van de bewoner. Deze bevoegdheid volgt uit artikel 149a van de Gemeentewet. Van deze bevoegdheid kan in principe alleen gebruik worden gemaakt indien een machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden is afgegeven.