Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en staanplaatsen (adressen).

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en staanplaatsen (adressen).
CiteertitelVerordening naamgeving en nummering 2006 (adressen) Hoorn
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp003 burgerzaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

260A

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-200706-08-2009nieuwe regeling

03-10-2006

Gemeenteblad 2007=07c

2006 06.27710

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en staanplaatsen (adressen).

 

Registratie nr.: 06.27710

 

De Raad van de gemeente Hoorn;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 juli 2006;

 

gelet op artikel 149 van de gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en staanplaatsen (adressen).

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    College: het college van burgemeester en wethouders

  • 2.

    Openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken.

  • 3.

    Woonplaats: een door het college aangewezen gebied waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

  • 4.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • 5.

    Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • 6.

    Complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes etc.).

  • 7.

    Afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden.

  • 8.

    Ligplaats: een deel van het openbare water dat is bestemd voor het permanent afmeren van een (woon)schip of een woonark.

  • 9.

    Standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop (nuts)voorzieningen aanwezig zijn.

  • 10.

    Nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer of combinatie van letters en cijfers.

  • 11.

    Object: een gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats.

  • 12.

    Rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

  • 13.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte.

  • 1.

    Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente tenminste een woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken en buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2.

    Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

  • 4.

    Hierbij wordt gebruik gemaakt van de richtlijnen die zijn opgenomen in het Handboek Basisregistraties.

Artikel 3 Nummering van objecten

  • 1.

    Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2.

    Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3.

    Onder toekennen, als bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

  • 4.

    Hierbij wordt gebruik gemaakt van de richtlijnen die zijn opgenomen in het Handboek Basisregistraties.

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

  • 1.

    De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    Behoudens het bepaalde in artikel 6.1 is het eenieder verboden naam- of nummerborden aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1.

    Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 2.

    Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in het eerste lid genoemde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals door het college, conform artikel 7 is bepaald.

  • 3.

    Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4.

    Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1.

    De wijze van nummeren geschiedt volgens de NEN normen zoals opgenomen in het Handboek Basisregistraties;

  • 2.

    Het college stelt, met het oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven namen en nummers, zonodig nadere registratieve voorschriften.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, tweede lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voorzover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Verordening straatnaamgeving en huisnummering”, zoals vastgesteld in de raad op 17 januari 1995 (GB 1995 03e).

Artikel 11 Overgangsbepaling

  • 1.

    Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2.

    Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3.

    Bij het wijzigen van een naam of nummer, bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze die bepaald is in de uitvoeringsvoorschriften, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening naamgeving en nummering 2006 (adressen) Hoorn’.