Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels projectsubsidies actieplan cultuurbereik |
Citeertitel | Beleidsregels projectsubsidies actieplan cultuurbereik |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene subsidieverordening 2010, artikel 2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-08-2005 | 01-11-2013 | Nieuwe regeling | 25-07-2005 Gemeenteblad 2005, C. no 38 | Onbekend |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,
gelet op artikel 2, vierde lid onder a en b, alsmede artikel 3, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de volgende “Beleidsregels projectsubsidies actieplan cultuurbereik”:
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
een project is een in tijd begrensde activiteit
handelingen verrichtend of betrekking hebbend op handel, gericht op het maken van winst.
inwoners van Maastricht in de leeftijd van 12 jaar tot 25 jaar.
het landelijke Actieplan Cultuurbereik:
het door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vastgestelde Actieplan Cultuurbereik 2004-2008.
In deze beleidsregel wordt aangegeven op basis van welke voorwaarden en criteria wordt beoordeeld welke projecten in aanmerking kunnen komen voor een projectsubsidie van de gemeente Maastricht.
Het algemene cultuurbeleid is neergelegd in de op 18 december 2001 door de Raad van de gemeente Maastricht vastgestelde Cultuurvisie 2010.
Het cultuurbeleid kan periodiek worden bijgesteld. De bijstellingen worden verwerkt in de cultuurprogramma’s en in de beleidsregels. Voor de vaststelling van deze beleidsregel hebben wij gebruik gemaakt van onze bevoegdheid om subsidie te verstrekken op het gebied van kunst en cultuur zoals verankerd in artikel 2, lid 4, onder a en b van de Algemene subsidieverordening, die is vastgesteld door de gemeenteraad van Maastricht op 20 april 1999, en zoals daarna gewijzigd.
De betekenis van kunst en cultuur komt dan alleen maar tot haar recht, wanneer een zo breed mogelijke publieksgroep die kan beleven en daarvan kennis kan nemen. Het (zich) eigen maken van deze betekenissen vinden wij een van de belangrijke doelen van socialisatie en culturatie.
Met het verstrekken van een subsidie in het kader van deze beleidsregel wordt beoogd het bereik van kunst en cultuur van burgers en dus de actieve en passieve kunst- en cultuurparticipatie van burgers te vergroten. Het accent hierbinnen ligt op activiteiten van en door jongeren. Daarmee wordt mede invulling gegeven aan het door de rijksoverheid vastgestelde landelijke Actieprogramma Cultuurbereik.
De doelstellingen van het Actieplan Cultuurbereik zijn gegroepeerd in de volgende 2 programma’s, waarvoor subsidie kan worden aangevraagd: het programma ‘Cultuurbereik’ en het programma ‘Cultuur en School’.
Burgemeester en wethouders kunnen projectsubsidies verstrekken voor projecten in het kader van het actieplan cultuurbereik op de onderdelen ‘cultuurbereik’ en ‘cultuur en school’.
Projecten komen slechts in aanmerking voor subsidiëring indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
het project zelf is niet van commerciële aard, en is ook niet gericht op de bevordering van commerciële activiteiten van de aanvrager of daarmee gelieerde bedrijven of organisaties, met uitzondering van de situatie dat er sprake is van een sponsorrelatie tussen die bedrijven of organisaties en het project;
5.3.1. De criteria: organisatiekracht, artistieke professionaliteit en kwaliteit.
Subsidieverzoeken die voldoen aan de voorwaarden a t/m d –worden vervolgens getoetst aan de navolgende criteria.
5.3.2. Aansluiting op doelstellingen van de programma’s ‘Cultuurbereik’ of ‘Cultuur en School’
Of een project voor subsidie in aanmerking komt, wordt bepaald door de vraag of, en zo ja in welke mate, het project aansluit bij een of meer van de hierna opgenomen doelstellingen. Subsidieverzoeken worden getoetst aan de doelstellingen van het programma ‘Cultuurbereik’ óf aan de doelstellingen van het programma ‘Cultuur en School’.
Jaarlijks stelt de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting het totale beschikbare ‘subsidiebudget projectsubsidies actieplan cultuurbereik’ vast. Wij verdelen dit totale budget in een budget ‘cultuurbereik’ en een budget ‘cultuur en school’. De subsidies worden verstrekt in twee tranches.
1e tranche: activiteiten die plaatsvinden in de periode januari tot en met juni van het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd;
2e tranche: activiteiten die plaatsvinden in de periode juli tot en met december van het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd
Voor zowel het onderdeel ‘cultuurbereik’ als het onderdeel ‘cultuur en school’ stellen wij voor iedere tranche een subsidieplafond vast. Een subsidieplafond is het totale beschikbare (deel)budget dat beschikbaar is voor projecten, waarvan de openbare presentatie of het eindresultaat in dat tijdvak plaatsvinden of worden getoond.
Wij maken beide subsidieplafonds tijdig vóór aanvang van ieder tranche-tijdvak openbaar bekend.
5.5 Verdeling van de subsidiebudgetten; hoogte van het subsidiebedrag
Het subsidiebudget wordt verdeeld door alle aanvragen in enig tranche-tijdvak onderling te vergelijken en een integrale beslissing op alle aanvragen te nemen.
Dat betekent dat wij voorzien in een gelijktijdige beslissing op aanvragen met betrekking tot soortgelijke projecten op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van deze subsidieregeling.
Meer aanvragers voor een project
Indien twee of meer aanvragers subsidieverzoeken indienen die betrekking hebben op deelname aan een en hetzelfde project, dan zal honorering en de mate van honorering van de individuele verzoeken in onderlinge samenhang worden vastgesteld.
De hoogte van het subsidiebedrag wordt aldus bepaald door:
Tijdstip van het indienen van een subsidie aanvrage
Een aanvraag voor een projectsubsidie moet worden ingediend voor projecten waarvan de openbare presentatie of het eindresultaat van het project plaatsvindt respectievelijk wordt getoond in:
- het tijdvak van de 1e tranche: uiterlijk vóór 1 oktober voorafgaand aan dat tijdvak
- het tijdvak van de 2e tranche: uiterlijk vóór 1 maart voorafgaand aan dat tijdvak
Aanvragen worden ingediend op een door ons vastgesteld aanvraagformulier. Als datum van indiening geldt de datum van de poststempel.
Voor de beoordeling van aanvragen voor projectsubsidies op basis van deze beleidsregels stellen wij een ‘Adviescommissie Actieplan Cultuurbereik’ in.
De betreffende commissie beoordeelt of en – zo ja – in welke mate de aanvragen voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden en criteria. Per aanvraag legt de commissie dit oordeel schriftelijk vast. Tevens doet de commissie bij iedere aanvraag een voorstel over de hoogte van het te verlenen subsidiebedrag, zodanig dat de voorgestelde subsidiebedragen samen het betreffende subsidieplafond niet overschrijden. Bij die verdeling wordt rekening gehouden met hetgeen in deze beleidsregel onder 5.5. is bepaald over de hoogte van het subsidiebedrag. Het uitgebrachte advies behelst dus een integrale beoordeling en afweging van alle ingediende aanvragen op het betreffende gebied.
Na vaststelling door de gemeenteraad van het totale beschikbare subsidiebudget beeldende kunst en vormgeving en na onze bekendmaking van de subsidieplafonds nemen wij zo spoedig mogelijk een beslissing op de aanvragen om projectsubsidies
Na afloop van het project, doch uiterlijk vóór 1 mei volgend op het jaar waarvoor op basis van deze beleidsregels een subsidie is verstrekt, dient de aanvrager een aanvraag tot vaststelling van het definitieve projectsubsidie in (rekening en verantwoording), overeenkomstig de regels van de Algemene subsidieverordening.
Deze beleidsregels treden in werking na bekendmaking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.