Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten zorg en welzijn Noord-Holland 2011 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten zorg en welzijn Noord-Holland 2011 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | samenwerkingsverband, bovengemeentelijk vraagstuk, maatschappelijke ondersteuning, Wmo, subsidie |
Geen
Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009, art. 1, lid 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-07-2011 | 31-12-2011 | Nieuwe regeling | 05-07-2011 Provinciaal Blad, 2011, 92 | 2011-27969 |
Gedeputeerde staten van Noord-Holland;
Overwegende dat het wenselijk is dat gemeenten gestimuleerd worden gezamenlijk regionale vraagstukken op het gebied van zorg en welzijn aan te pakken;
Gelet op artikel 1, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009;
Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten zorg en welzijn Noord-Holland 2011
In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:
regio: een samenwerkingsverband bestaande uit gemeenten in de provincie Noord-Holland zoals opgenomen in de bijlage behorende bij deze regeling.
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die zijn gericht op de regionale aanpak van een bovengemeentelijk vraagstuk in de provincie Noord-Holland en die betrekking hebben op prestatievelden als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Wet maatschappelijke ondersteuning al dan niet in samenhang met wonen, met als doel het verder ontwikkelen van het Wmo beleid in het kader van het herijkingsproces.
Subsidie wordt verstrekt voor de volgende aan een activiteit verbonden kosten:
De subsidie bedraagt 90 procent van de subsidiabele kosten en maximaal € 230.000,-per project.
Haarlem, 5 juli 2011.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
J.W. Remkes, voorzitter.
T.Kampstra, wnd, Provinciesecretaris.
Bijlage bij de Uitvoeringsregeling regionale projecten zorg en welzijn Noord-Holland 2011
De regio’s als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten zorg en welzijn Noord-Holland 2011 zijn als volgt ingedeeld:
Kop van Noord-Holland: de gemeenten Den Helder, Zijpe, Anna Paulowna, Wieringermeer, Schagen, Niedorp, Harenkarspel, Wieringen en Texel.
West-Friesland: de gemeenten Hoorn, Enkhuizen, Koggenland, Drechterland, Opmeer, Stede Broec en Medemblik.
Noord-Kennemerland: de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft-de-Rijp, Heerhugowaard, Heilo, Langedijk en Schermer.
Zuid-Kennemerland: de gemeenten Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Zandvoort en Bloemendaal.
Midden-Kennemerland: de gemeenten Heemskerk, Velsen, Uitgeest en Beverwijk.
Amstelland-Meerlanden: de gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer, Diemen, Amstelveen, Ouderamstel, Aalsmeer en Uithoorn
Gooi en Vechtstreek: de gemeenten Huizen, Wijdemeren, Hilversum, Weesp, Bussum, Laren. Blaricum, Naarden en Muiden.
Zaanstreek-Waterland: de gemeenten Zaanstad, Zeevang, Purmerend, Edam Volendam, Beemster, Oostzaan, Landsmeer, Waterland en Wormerland.
De prestatievelden van de Wmo zijn:
De Wmo is op 1 januari 2007 ingevoerd. Deze wet vervangt de voormalige Welzijnswet, de voormalige Wet voorzieningen gehandicapten en delen van de AWBZ. Het uitgangspunt van de Wmo is dat mensen zo lang mogelijk deel kunnen nemen aan de samenleving. Gemeenten hebben in plaats van een voorzienende taak een compenserende taak gekregen.
De Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten Noord-Holland 2011 richt zich op het ondersteunen van gemeenten door het subsidiëren van regionale projecten die gericht zijn op de kanteling/herijking van de Wmo.
Onder een meerderheid van gemeenten verstaan wij de helft van alle gemeenten plus één binnen een regio. Bijvoorbeeld: bij een regio met 7 gemeenten moeten minimaal 4 gemeenten deelnemen aan het project.
In het projectplan dient opgenomen te zijn:
Uit het projectplan moet voorts blijken dat er sprake is van een gezamenlijk gedragen beleidsvisie binnen de regio op het betreffende regionale vraagstuk. Dit kan o.a. blijken uit een beleidsnota, brief of (vergader)verslag.
Dit prestatieveld beschrijft het onderdeel van maatschappelijke ondersteuning dat zich richt op individuele mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Het gaat hier om individueel te verlenen voorzieningen, die aan de behoefte van het individu zijn aangepast. De uitvoering van dit artikel behoort tot de reguliere taken van gemeenten. Activiteiten die vallen onder dit prestatieveld komen niet voor subsidie in aanmerking.
Een (binnen de regeling passende) aanvraag kan 0-3 punten per rangschikkingscriterium scoren. Er zijn 5 rangschikkingscriteria benoemd waarmee het maximaal aantal te behalen punten 12 is.
Het uitgangspunt is dat subsidie wordt ingezet voor kwalitatief goede projecten. Daarom worden alle aanvragen die 8 punten of meer scoren op de prioriteitenlijst geplaatst. Alle aanvragen die minder punten halen worden geweigerd. Het beschikbare budget van € 1.849.000,-wordt in eerste instantie zodanig verdeeld dat in iedere regio die een aanvraag heeft ingediend in ieder geval één aanvraag gehonoreerd wordt.
Als na deze eerste verdelingsronde nog geld resteert, worden met dit restant de overige aanvragen op volgorde van het aantal gescoorde punten gehonoreerd. Als bij het bereiken van het subsidieplafond blijkt dat meerdere aanvragen hetzelfde aantal punten hebben, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.
Artikel 10.2.e en artikel 11.e
Wij krijgen graag inzicht in welke kostenbesparing en efficiencywinst behaald zijn. Samenwerking is immers geen doel op zich. Waar het om gaat is dat door samenwerking zaken beter, efficiënter, sneller en effectiever kunnen worden uitgevoerd.
Het eindverslag bevat tenminste een verslag van de activiteiten, het resultaat van het project en een evaluatie van de samenwerking tussen de betrokken gemeenten. Ook moet uit het verslag blijken hoe de betrokken gemeenten de rol van de provincie ervaren ten aanzien van het gezamenlijk aanpakken van maatschappelijke problemen en wat zij van de gehanteerde werkwijze vinden.