Organisatie | Bergen (L) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reïntegratieverordening |
Citeertitel | Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Premieverordening WIW.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | art. 22a en 22b | 13-12-2011 Maas en Niersbode, 2011, 51 | 13-12-2011, 7687 | |
01-04-2004 | nieuwe regeling | 10-02-2004 Maas en Niersbode, 2004, 8 | 10-2-2004, 7112 |
Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen
De raad van de gemeente Bergen,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 januari 2004;
gelet op de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);
overwegende dat op grond van artikel 8, eerste lid onder a Wwb, artikel 35 Ioaw en artikel 35 Ioaz de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot het ex artikel 7 Wwb, artikel 34 Ioaw en artikel 34 Ioaz bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling,
vast te stellen de hierna volgende 'Reïntegratieverordening'.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder
a. de wet: de Wet werk en bijstand (Staatsblad 2003, nummer 375), zoals deze nadien is of wordt gewijzigd;
b. Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers;
c. Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen;
d. uitkeringsgerechtigde: degene die een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de wet, de Ioaw of de Ioaz;
e. Anw-er: persoon die een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet ontvangt en die als werkloze werkzoekende staat ingeschreven bij het Centrum voor Werk en Inkomen;
f. niet-uitkeringsgerechtigde (nugger): een persoon als bedoeld in artikel 6 onder a. van de wet, die als werkloos werkzoekende staat ingeschreven bij het Centrum voor Werk en Inkomen.
g. belanghebbende: een persoon die behoort tot de doelgroep en die aanspraak maakt op ondersteuning of aan wie ondersteuning wordt geboden;
h. werknemer in gesubsidieerde arbeid: werknemer als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de wet;
i. doelgroep: de personen aan wie op grond van artikel 7, lid 1 onder a. van de wet door burgemeester en wethouders ondersteuning kan worden geboden;
j. voorzieningen: voorzieningen bedoeld in artikel 7, lid 1 onder a van de wet; een instrument binnen een traject dat ingezet wordt om belemmeringen bij aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid weg te nemen;
k. arbeidsovereenkomst: een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Met een arbeidsovereenkomst wordt gelijkgesteld een aanstelling op grond van het ambtenarenrecht;
l. vrijwilligerswerk: het verrichten van onbetaalde maatschappelijk nuttige activiteiten gericht op arbeidsinschakeling of zelfstandige maatschappelijke participatie;
m. traject: een met de belanghebbende overeengekomen, dan wel door burgemeester en wethouders aan hem opgelegd geheel van activiteiten gericht op het verkrijgen en behouden van betaalde arbeid, waaronder mede begrepen vormen van tijdelijke (onbeloonde) arbeid in het kader van work first of anderszins;
n. wettelijk minimumloon: het wettelijk minimumloon dat van toepassing is op de werknemer, exclusief werkgeverslasten.
Artikel 2 Opdracht aan burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders zorgen voor een voldoende gevarieerd aanbod van voorzieningen. Burgemeester en wethouders houden daarbij rekening met de aard en omvang van door burgemeester en wethouders te bepalen doelgroepen en de voorzieningen die het meest geschikt zijn voor de leden van die doelgroepen.
Burgemeester en wethouders bevorderen de beschikbaarheid van voorzieningen voor de opvang van kinderen jonger dan 12 jaar voor belanghebbende, voor zover die opvang nodig is voor het volgen van een traject of voor deelname aan een voorziening, of voor het bereiken van het doel van een traject of een voorziening.
Artikel 3 Doel van de ondersteuning
Burgemeester en wethouders kunnen aan een belanghebbende ondersteuning bieden bij het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid, of als dat doel niet bereikbaar is, bij zelfstandige maatschappelijke participatie.
Artikel 4 Vorm van de ondersteuning
Onder een voorziening wordt tevens verstaan
a. Vergoeding van noodzakelijke reiskosten voor deelname aan een voorziening, volgens het goedkoopste openbaar vervoer tarief, voor zover de enkele reisafstand van woonadres tot het adres waar aan de voorziening dient te worden deelgenomen, meer bedraagt dan 10 kilometer enkele reis
b. Kosten van noodzakelijke kinderopvang gedurende deelname aan een voorziening en de hiermee samenhangende reistijd voor zover de Wet kinderopvang hier niet in voorziet;
c. De kosten onder a. en b. worden niet vergoed indien de voorziening bestaat uit een loonkostensubsidie als bedoeld in de artikel 12 en artikel 13 van deze verordening.
Burgemeester en wethouders kunnen een voorziening beëindigen:
a. indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in artikel 9 van de wet niet nakomt;
b. indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;
c. indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening;
d. indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.
Burgemeester en wethouders kunnen voordat besloten wordt tot een traject en/ of tot de inzet van voorzieningen een onderzoek (laten) doen naar de mogelijkheden van de belanghebbende en naar de geschiktheid voor hem van de voorzieningen of andere vormen van begeleiding
Onverminderd de verplichtingen die gelden op grond van de wet of van andere wetten gelden voor de belanghebbende de volgende verplichtingen:
a. verstrekken van de inlichtingen aan burgemeester en wethouders die nodig zijn voor het ` bepalen van een geschikt traject en/ of een geschikte voorziening;
b. verlenen van medewerking aan een onderzoek als bedoeld in artikel 5;
c. het naar vermogen deelnemen aan de verschillende onderdelen van het traject;
d. na te laten hetgeen de realisatie van het doel van het traject of van de voorzieningen belemmert;
Hoofdstuk 3 Werken als instrument voor reïntegratie.
Afdeling 1 Vrijwilligerswerk en werken met behoud van uitkering
Artikel 8 Sociale activering / vrijwilligerswerk
Burgemeester en wethouders kunnen aan een uitkeringsgerechtigde als onderdeel van een traject activiteiten in het kader van sociale activering en/ of vrijwilligerswerk aanbieden gericht op arbeidsinschakeling of, als dat nog niet mogelijk is, gericht op maatschappelijke participatie en het voorkomen van sociaal isolement.
Dit instrument kan ingezet worden wanneer door burgemeester en wethouders aan de hand van een onderzoek is vastgesteld dat de belanghebbende op (middel-)lange termijn een reëel perspectief heeft op regulier werk, danwel dat dit perspectief onduidelijk is en dat inzet van het instrument wenselijk is.
Artikel 13 Aanvullende voorwaarde
Aan de loonkostensubsidie wordt de voorwaarde verbonden dat een trajectplan door werkgever en belanghebbende wordt opgesteld waarin de voorgenomen ontwikkeling van de belanghebbende wordt vastgelegd. De werkgever en belanghebbende kunnen bij het opstellen van het traject door burgemeester en wethouders worden ondersteund. Het trajectplan moet door burgemeester en wethouders worden goedgekeurd.
Artikel 14 Samenloop van subsidies
Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten waarvoor, al dan niet door de gemeente, reeds een andere subsidie wordt verstrekt.
Voor de scholing die wordt aangeboden of waarvoor subsidie wordt verleend gelden de navolgende voorwaarden:
a. De scholing dient te zijn gericht op het behalen van een startkwalificatie
b. Andere scholing dient kortdurend te zijn en gericht op snelle arbeidsinschakeling;
c. De goedkoopste scholingsmogelijkheid moet worden benut;
d. Uitgesloten zijn scholingen die gericht zijn op het zelfstandig ondernemen.
Artikel 19 Specifieke kosten in verband met scholing
Voor niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-ers gelden daarnaast de volgende aanvullende voorwaarden:
a. de kosten als bedoeld in lid 1. onder b. en artikel 4, lid 3 onder a komen enkel voor vergoeding in aanmerking indien het traject geresulteerd heeft in werkaanvaarding;
b. kosten van kinderopvang komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Hoofdstuk 5 Inkomensvrijlating en premies
In alle gevallen waarin zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 31 tweede lid onder o van de Wwb, is sprake van een vrijlating die bijdraagt aan de arbeidsinschakeling.
Deze premie wordt verstrekt in de volgende gevallen:
a. Bij uitstroom uit de uitkering door werkaanvaarding wordt een eenmalige premie verstrekt ter hoogte van 25% van het in art. 31, lid 2 onder j. WWB genoemde bedrag aan de uitkeringsgerechtigde die twee jaar of langer aaneengesloten een (aanvullende) WWB uitkering voor levensonderhoud heeft genoten. Deze premie wordt voor de helft uitbetaald direct na werkaanvaarding, en voor de andere helft na 6 maanden na uitstroom door werkaanvaarding.
b. De persoon die blijvend is aangewezen op deeltijdwerk en vanwege medische en/ of sociale omstandigheden niet kan uitstromen uit de WWB uitkering, komt jaarlijks in aanmerking voor een eenmalige premie ter hoogte van het in artikel 36, lid 5 WWB bedrag, voor zover die persoon géén aanspraak kan maken op Langdurigheidstoeslag.
c. Het college kan regels stellen voor premieverstrekking aan een andere WWB doelgroep, mits dit past in de wettelijke uitgangspunten voor de uitvoering van de WWB en de kaders zoals door de raad gesteld.
d. De premie als bedoeld onder a. wordt voor de eerste helft ambtshalve toegekend, de tweede helft wordt op aanvraag verleend. De premie als bedoeld onder b. kan ambtshalve worden toegekend.
Hoofdstuk 6 Afstemming en terugvordering
Artikel 22 Afstemming en terugvordering
Het aanbod van een reïntegratievoorziening ten behoeve van anderen dan in het eerste lid bedoelde belanghebbenden geschiedt in de vorm van een overeenkomst, waarbij wordt vastgelegd dat belanghebbende de kosten van de reïntegratievoorziening geheel of gedeeltelijk moet terugbetalen ingeval verwijtbaar niet of niet naar behoren gebruik gemaakt wordt van de aangeboden voorziening.
Artikel 22b Afwijkende bepalingen voor jongeren
In afwijking van hetgeen in deze verordening is bepaald, kunnen de volgende voorzieningen bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de wet niet worden ingezet voor de arbeidsinschakeling van belanghebbenden jonger dan 27 jaar:
a. onbeloonde additionele arbeid als bedoeld in artikel 10a van de wet;
b. de voorzieningen bedoeld in artikel 31, vijfde lid van de wet.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.