Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Procedureregeling organieke functieprofiel en -waardering Gemeente Hoorn 2005 II

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProcedureregeling organieke functieprofiel en -waardering Gemeente Hoorn 2005 II
CiteertitelProcedureregeling organieke functieprofiel en -waardering Gemeente Hoorn 2005 II
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp002 bestuursondersteuning

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

771A

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160
  2. CAR/UWO
  3. Bezoldigingsverordening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-03-200701-06-200529-01-2016nieuwe regeling

08-08-2006

Gemeenteblad 2007-03b

2006 06.42644

Tekst van de regeling

Intitulé

Procedureregeling organieke functiebeschrijving en -waardering Gemeente Hoorn 2005 II

Registratienummer: 06.42644

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn

Overwegende, dat met betrekking tot organieke functiebeschrijving en functiewaardering een nieuwe regeling, afgestemd op een organieke en generieke wijze van beschrijving en waarderen, dient te worden vastgesteld;

 

Dat de procedure ook voor de raadsgriffie en haar medewerkers van toepassing is, o.g.v. artikel 160 Gemeentewet en het raadsbesluit van 10 juni 2003;

 

Gelet op het bepaalde in de CAR/UWO en de bezoldigingsverordening van de gemeente Hoorn;

 

Mede gelet op het advies en instemming van de ondernemingsraad d.d.

19 september 2005, 13 september 2006 en 11 oktober 2006;

 

Besluit

 

vast te stellen de navolgende

 

Procedureregeling organieke functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Hoorn 2005-II

 

Artikel 1 DEFINITIES

Voor de toepassing van de regeling wordt verstaan onder:

 

Bestuursorgaan:

Het bevoegd gezag met bestuurs- en beslissingsbevoegdheid. In het kader van deze regeling is de gemeenteraad het bestuursorgaan ten behoeve van de functies en medewerkers van de raadsgriffie. Het college van burgemeester en wethouders is het bestuursorgaan ten behoeve van de functies en medewerkers welke tot de ambtelijke organisatie worden gerekend. Het nemen en ondertekenen van besluiten in het kader van deze regeling is gemandateerd conform het geldende mandaatbesluit en –register.

 

Functie:

Het samenstel van feitelijke taken en/of werkzaamheden dat de functiehouder op basis van een algemeen functieprofiel (en/of een specifiek functieprofiel), dan wel aanvullende werkinstructies, dient uit te voeren.

Functiehouder:

Degene die krachtens een besluit van het bestuursorgaan is aangewezen om een functie te bekleden.

 

Functiegroep:

Een groep van functies die qua aard, karakter, complexiteit en niveau gelijksoortig is en waarvoor vergelijkbare eisen ten aanzien van kennis, houding, vaardigheden en gedrag gelden.

De beschrijving die bij een algemeen verbindend voorschrift door het bestuursorgaan als zodanig is vastgesteld voor een functiegroep, logisch voortvloeiend uit de organisatiestructuur en verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de gemeente. Het algemene functieprofiel is een weergave van aard, karakter, niveau en complexiteit van taken.

 

Specifiek functieprofiel:

De beschrijving die bij een algemeen verbindend voorschrift door het bestuursorgaan als zodanig is vastgesteld voor één of een beperkt aantal nader te benoemen functies of onderdeel van een functie, logisch voortvloeiend uit de organisatiestructuur en verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de gemeente. De specifieke functiebeschrijving is een weergave van aard, karakter, niveau en complexiteit van taken.

 

Functiewaardering:

Het bepalen van de functiewaarde van de algemene en/of specifieke functieprofielen met behulp van de vastgestelde methode RATO.

 

Gemeentesecretaris:

De algemeen directeur van de ambtelijke organisatie benoemd door het college en bestuurder in de zin van de wet op de ondernemingsraden (wor).

 

Directie:

Het hoogste ambtelijk orgaan bestaande uit de algemeen directeur en directeur bedrijfsvoering, benoemd door het college als eindverantwoordelijken voor de algemene leiding en bedrijfsvoering van de ambtelijke organisatie.

 

Raadsgriffier:

Functionaris, benoemd door de gemeenteraad als eindverantwoordelijke voor de algemene leiding en bedrijfsvoering van de raadsgriffie.

Functiewaarderingsdeskundige:

Een als zodanig door de systeemhouder (Buitenhek & van Doorn Consultancy) erkend deskundige inzake de toepassing en werking van de functiewaarderingsmethode RATO.

 

Toetsingscommissie:

De commissie, als bedoeld in artikel 5, die belast is met de toetsing van het functiewaarderingsadvies van de functiewaarderingsdeskundige en terzake deskundig is.

 

Scoreverloop:

De wijze en onderbouwing waarmee ingevolge de methode RATOeen totaalscore bij de functie wordt opgebouwd.

 

Bezwarencommissie:

De commissie die is ingesteld op grond van de verordening behandeling bezwaarschriften Hoorn 2002 en die in het kader van deze procedureregeling belast is met de behandeling van bezwaren tegen de inpassing van de functiehouders op de algemene en/of specifieke functieprofielen.

Artikel 2: VASTSTELLING FUCTIEPROFIELEN

  • Lid 1

    De gemeentesecretaris, dan wel de raadsgriffier, of in zijn opdracht een afdelingshoofd of een (externe) deskundige in opdracht van het bestuursorgaan, stelt of stellen per functiegroep een algemeen dan wel specifiek functieprofiel op. Een specifiek functieprofiel kan ook voor een beperkt aantal functies, een onderdeel van een functie of als aanvulling op een algemeen functieprofiel worden opgesteld.

  • Lid 2

    De algemene en specifieke functieprofielen worden besproken in de directie, met uitzondering van specifieke functieprofielen van de raadsgriffie.

    De gemeenteraad stelt de profielen betreffende de raadsgriffie, gehoord het advies van de griffier, bij algemeen verbindend voorschrift vast.

    Het college stelt de overige profielen, gehoord het advies van de directie, bij algemeen verbindend voorschrift vast.

Artikel 3: WIJZIGING ALGEMENE EN SPECIFIEKE FUNCTIEPROFIELEN

Nieuwe algemene of specifieke functieprofielen worden in ieder geval opgemaakt bij wijziging van de organisatiestructuur, taken of doelstellingen van de organisatie, voor zover de bestaande functieprofielen ontoereikend of onvolledig zijn. Door de gemeentesecretaris en de raadsgriffier zal jaarlijks worden bezien in hoeverre de noodzaak tot herbeschrijving aanwezig is.

Artikel 4: DE FUNCTIEWAARDERING

  • Lid 1

    In opdracht van het bestuursorgaan zal door een functiewaarderingsdeskundige aan de hand van de in artikel 1 genoemde functiewaarderingsmethode worden voorzien in een analyse en waardering van alle vastgestelde algemene en specifieke functieprofielen. Deze analyse en waardering zal resulteren in een waarderingsadvies dat, aan de toetsingscommissie als bedoeld in artikel 5, beschikbaar wordt gesteld.

  • Lid 2

    Het waarderingsadvies bevat in ieder geval:

    • a.

      Een overzicht per functie van het scoreverloop, de totaalscore per functie en de van toepassing zijnde functionele schaal/schalen, op grond van de conversietabel, indien vastgesteld;

    • b.

      Een rangordeoverzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle beschreven functies, gerangschikt naar zwaarte;

    • c.

      Een verantwoording ter zake van de werkwijze en de gehanteerde uitgangspunten;

Artikel 5: DE TOETSINGSCOMMISSIE

  • Lid 1.2

    Er is een interne toetsingscommissie functiewaardering ten behoeve van de ambtelijke organisatie, bestaande uit:

    • a.

      Het hoofd personeel en organisatie (voorzitter);

    • b.

      De gemeentesecretaris, c.q. algemeen directeur;

    • c.

      De adjunctgemeentesecretaris, c.q. directeur bedrijfsvoering;

    • d.

      Twee leden van de ondernemingsraad.

  • Lid 1.2

    Er is een interne toetsingscommissie functiewaardering ten behoeve van de raadsgriffie, bestaande uit:

    • e.

      Het hoofd personeel en organisatie (voorzitter);

    • f.

      De raadsgriffier;

    • g.

      De (plaatsvervangend) voorzitter van de gemeenteraad;

    • h.

      Twee leden van de ondernemingsraad.

  • Lid 2

    Aan de toetsingscommissie wordt een door de voorzitter aan te wijzen functionaris als secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht. De functiewaarderingsdeskundige als bedoeld in artikel 1 is vaste adviseur van de toetsingscommissie. De vaste adviseur heeft geen stemrecht.

  • Lid 3

    De toetsingscommissie toetst het waarderingsadvies op samenhang en opbouw en adviseert het bestuursorgaan. Het staat de toetsingscommissie vrij bij de behandeling van het waarderingsadvies informanten te raadplegen. De commissie krijgt alle informatie die zij nodig acht om haar werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten.

  • Lid 4

    De toetsingscommissie stelt gedragsregels vast ten behoeve van het verloop en de procedure van de vergadering.

Artikel 6 VASTSTELLING FUNCTIEWAARDERING EN CONVERSIETABEL

  • Lid 1

    Het bestuursorgaan stelt de waardering vast met inachtneming van de adviezen van de toetsingscommissie. Afwijking van het advies van de toetsingscommissie kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten. De vaststelling geschiedt bij algemeen verbindend voorschrift.

  • Lid 2

    Het college stelt een conversietabel vast na overleg met de ondernemingsraad (het georganiseerd overleg).

  • Lid 3

    Middels toepassing van de vastgestelde conversietabel wordt de toepasselijke functieschaal vastgesteld.

Artikel 7: INPASSING, BEZWAAR EN BEROEP

  • Lid 1

    Het bestuursorgaan maakt schriftelijk aan de medewerker het voornemen bekend tot inpassing in de functie beschreven en gewaardeerd bij algemeen verbindend voorschrift. De betrokken medewerker wordt in de gelegenheid gesteld zijn bedenkingen over de inpassing kenbaar te maken, zoals bedoeld in artikel 4:8 algemene wet bestuursrecht (awb). De termijn voor het kenbaar maken van de bedenkingen bedraagt drie weken. De bedenkingen worden schriftelijk kenbaar gemaakt bij het bestuursorgaan.

  • Lid 2

    De gemeenteraad legt de bedenkingen van de belanghebbende medewerkers van de raadsgriffie ter advisering voor aan de raadsgriffier. Binnen zes weken na het verstrijken van de bedenkingentermijn doet de gemeenteraad schriftelijk en gemotiveerd mededeling in welke algemene of specifieke functie de medewerker is ingepast. Deze mededeling is een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de awb.

  • Lid 3

    Het college legt de bedenkingen van de belanghebbende(n) medewerkers van de ambtelijke organisatie ter advisering voor aan de directie. Binnen zes weken na het verstrijken van de bedenkingentermijn doet het college schriftelijk en gemotiveerd mededeling in welke algemene of specifieke functie de medewerker is ingepast. Deze mededeling is een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de awb.

  • Lid 4

    Ingevolge de awb kan de medewerker die zich met het inpassingbesluit niet kan verenigen, hiertegen schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaar dient binnen zes weken na bekendmaking van het inpassingsbesluit te worden ingediend en bevat tenminste de naam van de indiener, de dagtekening en de gronden waarop het bezwaar rust.

  • Lid 5

    Het bestuursorgaan legt het bezwaarschrift ter advisering voor aan de bezwarencommissie. Het bestuursorgaan neemt in principe binnen 10 weken na de datum van indiening van het bezwaarschrift een beslissing op het bezwaar en doet hiervan schriftelijk en gemotiveerd mededeling aan de medewerker.

  • Lid 6

    De medewerker die zich met deze beslissing niet kan verenigen kan ingevolge artikel 8:1 van de awb binnen zes weken na bekendmaking van de beslissing beroep aantekenen bij de rechtbank.

Artikel 8: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

  • Lid 1

    In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet beslist het bestuursorgaan na advies van de ondernemingsraad.

  • Lid 2

    Deze regeling, welke kan worden aangehaald als "procedureregeling organieke functieprofiel en -waardering gemeente Hoorn 2005-II", treedt in werking na publicatie en met een terugwerkende kracht tot 1 juni 2005 en vervangt de procedureregeling organieke functietypering en –waardering 2005.

  • Lid 3

    De procedureregeling organieke functietypering en –waardering 2005 blijft van toepassing zoals die luidde voor de in lid 2 bedoelde datum ten aanzien van de medewerker voor wie in het kader van de functiewaardering nog een (bezwaren)procedure loopt.

    Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn.

TOELICHTING OP DE PROCEDUREREGELING

Algemeen

Deze procedureregeling vormt de formele juridische basis voor alle activiteiten rondom functiebeschrijven en functiewaarderen in de gemeente Hoorn. Dit betekent dat in deze regeling zowel formele verantwoordelijkheden zijn geregeld ten aanzien van functieprofielen en waarderingsuitkomsten, als collectieve en individuele rechten en plichten gedurende de procesgang. De procedureregeling wordt formeel vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Dit is overeenkomstig artikel 160 van de gemeentewet en het raadsbesluit van 10 juni 2003, waarin is vastgesteld dat de CAR/UWO en de overige rechtspositionele voorschriften zoals die binnen de gemeente gelden, alsmede toekomstige wijzigingen daarin, van toepassing zijn op de griffier en de griffieambtenaren.

Aangezien in deze regeling formeel-juridisch taalgebruik wordt gehanteerd, worden de belangrijkste artikelen kort toegelicht.

Achtergrond van de procedureregeling

De gemeente Hoorn kiest voor een nieuwe vorm van functiebeschrijving. De belangrijkste reden voor deze vernieuwing is de wens om tot een duidelijker functieboek te komen, waarin gelijke functies gelijk beschreven worden. Het aantal functies zal hierdoor sterk worden gereduceerd. Als gevolg hiervan zal er ook meer eenduidigheid komen in de waarderingen van de functies.

 

Gelijke functies zullen ook gelijk worden gewaardeerd en beloond.

Uitgangspunt is nog steeds een organieke wijze van beschrijven. In de organieke benadering zijn de beschrijvingen afgeleid van de doelstellingen van de organisatie. De beschrijvingen nieuwe stijl zullen echter niet meer bestaan uit een opsomming van feitelijke taken en werkzaamheden. Voortaan wordt voor iedere functiegroep een algemeen functieprofiel opgesteld. Als voorbeeld van een functiegroep kan gedacht worden aan de functie administratief medewerker of beleidsmedewerker. Bij deze vorm van beschrijven is het niet meer relevant binnen welke afdeling de taken worden verricht. Het functieprofiel wordt met andere woorden representatief voor alle medewerkers die administratieve- of beleidstaken uitvoeren, waar ook in de organisatie. Ook qua inhoud verandert de beschrijving. Voortaan richt de beschrijving zich vooral op de aard van de taken en de omgeving waarin deze taken worden uitgevoerd (om wat soort taken gaat het, binnen welke kaders worden de taken uitgevoerd, is de functie in- of extern gericht etc.) Door deze bredere toepassing van profielen wordt de persoonlijke inpassing van de functiehouder in een bepaald profiel natuurlijk heel belangrijk. Hieraan vooraf gaat een traject waarin de organisatie keuzes maakt welke en hoeveel functiegroepen binnen de organisatie aanwezig zijn. De inpassing komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Die is gebaseerd op de bestaande afspraken met de medewerker, zoals vastgelegd in de aanstelling of de huidige functiebeschrijving.

Duidelijk is echter wel dat het profiel minder gedetailleerd zal worden en dus ook een langere levensduur krijgt.

 

Regeling.

In de regeling zijn de stappen opgenomen die in het kader van de functiewaarderingsprocedure bij de gemeente Hoorn altijd genomen moeten worden.

Enerzijds vanuit zorgvuldigheidsbeginsel, anderzijds om het functieboek actueel te houden.

Voor zover de ondernemingsraad in de regeling wordt genoemd, betreft het een aanvulling op de bevoegdheden van de ondernemingsraad op grond van de wor of een verduidelijking van de bevoegdheden van de ondernemingsraad.

Er is gekozen voor een interne toetsingscommissie functiewaardering. De commissie stelt zelf haar gedragsregels t.b.v. verloop en procedure van de vergadering op. Qua samenstelling is er gekozen voor een vertegenwoordiging van het werkgevers- en het werknemersbelang. De voorzitter zal derhalve een onafhankelijke rolopvatting hebben.

Met de invoering van het functieboek wordt geen belangrijke organisatiewijziging of een belangrijke verschuiving van bevoegdheden beoogd. Zou dit onbedoeld wel gebeuren dan heeft de ondernemingsraad adviesrecht. Om die reden zal het functieboek alvorens het wordt vastgesteld altijd ter informatie aan de ondernemingsraad worden voorgelegd. Hierdoor wordt de ondernemingsraad in staat gesteld vooraf te toetsen dat er geen sprake is van een belangrijke organisatiewijziging of verschuiving van bevoegdheden binnen de organisatie.

Bij de realisering van het functieboek is het verkrijgen van draagvlak in de organisatie van groot belang. De leidinggevenden en medewerkers worden nadrukkelijk betrokken bij de totstandkoming van het functieboek.