Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landerd

Verordening reïntegratie Wet werk en bijstand 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLanderd
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening reïntegratie Wet werk en bijstand 2004
CiteertitelVerordening reïntegratie Wet werk en bijstand 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpwelzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

n.v.t.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 7, lid 1
  2. artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand
  3. Gemeentewet, art. 149
  4. artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers
  5. artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beleidsnotitie Wet werk en bijstand, dd. 23 maart 2004

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-06-200401-10-2009nieuwe regeling

29-04-2004

Koerier, 12 mei 2004

-1.844.5/GL

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening reïntegratie Wet werk en bijstand 2004

 

De raad van de gemeente Landerd;

Gezien het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 23 maart 2004, overwegende dat het noodzakelijk is het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling van belanghebbenden bedoeld in artikel 7 eerste lid onderdeel a van de Wet werk en bijstand te regelen,

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers,

B E S L U I T:

vast te stellen de verordening reïntegratie Wet werk en bijstand 2004.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand, de Ioaw of de Ioaz;

  • b.

    De wet: de Wet werk en bijstand (Stb 2003 nr 375 ); en de begrippen die in deze verordening voorkomen hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand is aangegeven;

  • c.

    Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die ingeschreven zijn bij het CWI;

  • d.

    Nug: niet-uitkeringsgerechtigde (conform artikel 6 van de wet)

  • e.

    Ioaw: Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

  • f.

    Ioaz: Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

  • g.

    Traject: een plan dat door de gemeente is opgesteld waarin de rechten en plichten van de belanghebbende worden vastgelegd, dat ondertekend wordt door zowel de gemeente als de belanghebbende en dat is gericht op het vergroten van de mogelijkheden tot inschakeling in het arbeidsproces;

  • h.

    Het college: burgemeester en wethouders van Landerd;

  • i.

    De raad: de gemeentraad van Landerd.

Artikel 2 Bevoegdheid van burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het nemen van besluiten over de aanvragen op grond van artikel 7 van de wet met inachtneming van bepalingen van deze verordening.

Hoofdstuk 2 Beleid en financiën

Artikel 3 Opdracht college

  • 1.

    Het college biedt aan bijstandsgerechtigden tot 65 jaar, aan personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering, niet-uitkeringsgerechtigden alsmede personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling. Artikel 40, eerste lid van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van belanghebbende, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in het arbeidsproces binnen een redelijke termijn.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen.

Artikel 4 Beleidsplan

  • 1.

    De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening jaarlijks een beleidsplan vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering.

  • 2.

    Dit plan omvat in elk geval:

    • ·

      een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen en de prioritering binnen en tussen die groepen, waarbij een evenwichtige aanpak als uitgangspunt wordt genomen;

    • ·

      De wijze waarop de aanbesteding wordt vormgegeven;

    • ·

      een verdeling van de beschikbare middelen over de verschillende voorzieningen;

    • ·

      de criteria voor het ontheffingenbeleid ten aanzien van de arbeidsverplichting, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de combinatie van arbeid en zorg;

  • 3.

    Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid. Dit verslag wordt vormgegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77 van de wet.

Artikel 5 Aanspraak op ondersteuning

  • 1.

    Uitkeringsgerechtigden, ANW-ers, Nuggers alsmede personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening en het in artikel 3 genoemde beleidsplan.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    Een traject wordt aangevraagd door indiening van een volledig ingevuld en eigenhandig ondertekend, door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier, waarbij de gevraagde bescheiden overgelegd dienen te worden.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht burgemeester en wethouders onmiddellijk mededeling te doen van de feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van deze regeling onder overlegging van bewijsstukken.

  • 3.

    Het verdelen van het beschikbare budget als bedoeld in artikel 4 vindt plaats in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Een aanvraag wordt in deze volgorde opgenomen als zij volledig is.

Artikel 7 Verplichtingen van de belanghebbende

  • 1.

    Een persoon die door het college een voorziening wordt aangeboden is verplicht hiervan gebruik te maken.

  • 2.

    De persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 3.

    Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, dan kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de afstemmingsverordening.

  • 4.

    Indien de persoon, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen

Artikel 8 Plafond reïntegratiebudget

  • 1.

    Het college kan bij uitvoeringsbesluit een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening

  • 2.

    Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen

Artikel 9 Algemene bepalingen over de voorzieningen

  • 1.

    In het beleidsplan als bedoeld in artikel 4 wordt vastgelegd welke voorzieningen het college in ieder geval kan aanbieden alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2.

    Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3.

    Het college kan een voorziening beëindigen:

    • a.

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt en de aan hem opgelegde verplichtingen in het kader van de wet niet nakomt;

    • b.

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

    • c.

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

    Bij uitvoeringsbesluit kan het college ten aanzien van de voorzieningen, bedoeld in de artikelen 11 tot en met 15, met inachtneming van hetgeen daarover in het beleidsplan is bepaald, nadere regels stellen. Deze regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op:

    • a.

      de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

    • b.

      de weigeringsgronden bij het aanbieden van voorzieningen;

    • c.

      de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of – vaststelling;

    • d,

      de aanvraag, van en de besluitvorming over subsidies en premies;

    • e,

      de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

    • f,

      het vragen van een eigen bijdrage

    • g,

      overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

Artikel 10 Soorten trajecten

  • 1.

    Trajecten worden onderscheiden in oriënterende trajecten, intensieve trajecten en bijzondere trajecten.

  • 2.

    a. Het oriënterende traject is voor de belanghebbende kosteloos. b. Het intensieve traject wordt door de gemeente middels een lening voorgefinancierd. c. Het bijzondere traject wordt door de gemeente middels een lening voorgefinancierd waarnaast ook een eigen bijdrage kan worden vastgesteld.

  • 3.

    De voorfinanciering heeft de vorm van een renteloze lening.

  • 4.

    De eigen bijdrage zoals bedoeld in lid 2 sub c bestaat uit een bedrag ter hoogte van een percentage van het gezinsinkomen van 10%, voor het gedeelte waarmee het gezinsinkomen 110% van de bijstandsnorm overstijgt.

  • 5.

    De individuele subsidieplafonds voor de genoemde trajectsoorten worden bepaald op: a. Voor het oriënterende traject € 2.000,-. b. Voor het intensieve traject € 5.000,-. c. Voor het bijzondere traject € 10.000,-.

Artikel 11 Werkstages

  • 1.

    Het college kan aan de personen, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, een werkstage aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het doel van de werkstage is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 3.

    Deze werkstage duurt maximaal zes maanden.

  • 4.

    Het college plaatst de persoon alleen indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt.

  • 5.

    In een schriftelijke overeenkomst worden tenminste vastgelegd het doel van de werkstage, alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.

Artikel 12 Sociale activering

  • 1.

    Het college kan aan uitkeringsgerechtigden als onderdeel van een reïntegratietraject activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering.

  • 2.

    Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten ter voorbereiding op een traject gericht op arbeidsinschakeling.

Artikel 13 Scholing

  • 1.

    Het college kan een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde scholing kan aangeboden worden in de vorm van een subsidie.

  • 3.

    Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels ten aanzien van de noodzakelijkheid van de scholing, de duur en de maximale kosten.

Artikel 14 Premies

  • 1.

    Het college kan aan personen een activeringspremie toekennen.

  • 2.

    Deze premie wordt verstrekt in het volgende geval:

    • a.

      Het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid, niet zijnde gesubsidieerde arbeid;

  • 3.

    Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels over de doelgroepen en de hoogte van de premies.

Artikel 15 Voorzieningen gericht op nazorg

Het college kan aan ondernemingen waarbij een persoon algemeen geaccepteerde arbeid heeft aanvaard, voorzieningen bieden gericht op nazorg.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing ervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18 Herziening

Bij niet- of niet-behoorlijke nakoming van bij of krachtens deze verordening gegeven bepalingen, alsmede bij het opzettelijk verstrekken of doen verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens, kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot herziening van het besluit.

Artikel 19 Terugvordering en verhaal van kosten op de belanghebbende

  • 1.

    Terugvordering en verhaal van kosten vindt, behoudens voor zover het betreft de vastgestelde eigen bijdrage, alleen plaats om de redenen vermeld in dit artikel.

  • 2.

    Indien de belanghebbende de verplichtingen op grond van deze verordening en de met hem gesloten trajectovereenkomst verwijtbaar niet of onvoldoende nakomt, dan vordert de gemeente het voorgefinancierde gedeelte van de trajectkosten geheel of gedeeltelijk van de belanghebbende terug. De mate van terugvordering wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de belanghebbende. Geen terugvordering vindt plaats als alle verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 3.

    Trajectkosten die door de gemeente gemaakt zijn op grond van door de belanghebbende verstrekte onjuiste of onvolledige inlichtingen kunnen te allen tijde worden teruggevorderd dan wel op belanghebbende worden verhaald.

    De gemeente biedt een terugbetalingsregeling in termijnen aan. De gemeente zal eventuele kosten voor invordering verhalen op de belanghebbende.

Artikel 20 Citeertitel en inwerkintreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening reïntegratie Wet werk en bijstand 2004”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking zes weken na bekendmaking van het raadsbesluit.

  • 3.

    De op 27 juni 2001 vastgestelde Verordening reïntegratie niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden en personen met een Anw-uitkering wordt zes weken na publicatie van dit raadsbesluit ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Landerd

van 29 april 2004.

De raad voornoemd,

J.A.G.Huijs

de voorzitterW.C. Doorn-van der Houwen