Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Leerling-ambtenaren, rechtspositieregeling |
Citeertitel | Rechtspositieregeling leerling-ambtenaren |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Rechtspositieregeling leerling-ambtenaren 1986.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-08-2011 | nieuwe regeling | 03-08-2011 De Molenkruier, 04-08-2011 | Onbekend. |
Leerling-ambtenaren, rechtspositieregeling
De aanstelling van de leerling-ambtenaar geschiedt in tijdelijke dienst voor de duur van de opleiding.
Onverminderd het in de CAR/UWO bepaalde omtrent ontslag kan de aanstelling tussentijds ook worden beëindigd door middel van opzegging wegens onvoldoende resultaten bij de opleiding. Het bepaalde omtrent de opzegtermijn in artikel 8:16:1 van de UWO is van overeenkomstige toepassing.
In het schriftelijk bericht van aanstelling wordt tevens vermeld voor hoeveel uren het dienstverband wordt aangegaan, hoeveel uren daarvan voor de opleiding in de praktijk van het beroep (werktijd) gelden en hoeveel uren voor het volgen van het algemene en op het beroep gerichte onderwijs zijn bestemd.
Aan de deelnemer, die niet direct aansluitend aan de indiensttreding een opleiding gaat volgen wordt schriftelijk meegedeeld hoeveel uren zijn dienstverband bedraagt en hoeveel uren daarvan voor het volgen van onderwijs als bedoeld in het eerste lid zijn bestemd.
De aan het volgen van de opleiding verbonden directe kosten komen ten laste van de gemeente. De artikelen 15:1:26 en 15:1:27 van de UWO alsmede hoofdstuk 17 van de UWO zijn niet van toepassing.
Voor de toepassing van de CAR/UWO wordt onder bezoldiging mede verstaan een vergoeding als bedoeld in artikel 6, lid 2 van deze verordening.
Aan de deelnemer beneden de leeftijd van 25 jaar, die niet aansluitend aan de indiensttreding een opleiding volgt, wordt voor de uren die bestemd zijn voor het volgen van het onderwijs als bedoeld in artikel 3, lid 1 geen bezoldiging in de zijn van de bezoldigingsregeling 1991 toegekend. Indien hij in vaste dienst was aangesteld blijft de aanstelling in vaste dienst gehandhaafd zulks in afwijking van het
Voor de toepassing van artikel 3:2 van de CAR worden de uren, die voor het volgen van het onderwijs als bedoeld in artikel 2, lid 2, zijn bestemd, gerekend te behoren tot de voor de betrekking van de leerling-ambtenaar vastgestelde werktijden, met dien verstande dat extra uren besteed aan het onderwijs niet worden meegerekend bij de vaststelling van de overwerkvergoeding.
De deelnemer is verplicht zijn vakantie op te nemen in de perioden, waarin geen onderwijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, wordt gegeven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te beslissen, voor zover nodig in afwijking van de in voorgaande artikelen gestelde regelen, in individuele gevallen, waarin deze regelen naar hun oordeel niet of niet in redelijkheid voorzien.
Deze verordening welke kan worden aangehaald als "Rechtspositieregeling leerling-ambtenaren". Na bekendmaking van dit besluit treedt het - met terugwerkende kracht - in werking op 1 oktober 1995. Met ingang van dit tijdstip vervalt de “Rechtspositieregeling leerling-ambtenaren 1986”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 november 1995;