Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verblijfsontzegging Mandaat instructies |
Citeertitel | Verblijfsontzegging Mandaat instructies |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 001 bestuursondersteuning |
320C
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-03-2005 | 01-03-2012 | nieuwe regeling | 22-02-2005 Gemeenteblad 2005=16d | 2005 05.02934 |
Bij het doen van bekendmakingen (het geven van een verblijfsontzegging) op grond van artikel 2.10.1 van de APV in mandaat namens de burgemeester dient volgens de hiernavolgende instructies te werk te worden gegaan:
De verblijfsontzegging wordt in geval van een aanhouding op heterdaad onmiddellijk, dat wil zeggen vóór heenzending, uitgereikt. In geval de verdachte buiten heterdaad binnen twee weken na het gepleegde feit wordt aangehouden, dan wordt alsnog onmiddellijk een ontzegging uitgereikt met dien verstande dat de tussenliggende periode in mindering wordt gebracht op de termijn van de verblijfsontzegging; m.a.w. de termijn begint te lopen op de delictsdatum.
Zodra een verdachte is aangehouden en proces-verbaal is opgemaakt voor een gecon-stateerd feit uit de feitentabel, gepleegd in of in relatie tot het aangewezen gebied wordt bekeken of hij voldoet aan de volgende voorwaarden:
indien geen sprake is van een ontzegging of waarschuwing in de laatste zes maan-den, wordt nagegaan of betrokkene beschikt over openbare orde-antecedenten. Dit betekent dat tegen de betrokkene in de voorafgaande twaalf maanden twee processen-verbaal zijn opgemaakt voor feiten, voorkomend in de feitentabel, waarvan één in de laatste zes maanden. De drie processen-verbaal (de twee antecedenten en het feit waarvoor een ontzegging zal worden opgelegd) mogen niet in tijd of causaal gerelateerd zijn, d.w.z. niet deel uitmaken van hetzelfde feitencomplex of incident. De openbare orde-antecedenten hoeven zich niet noodzakelijkerwijs te hebben voorgedaan in het stationsgebied Kersenboogerd, omdat hieruit alleen de vrees voor herhaling hoeft te worden afgeleid. Indien er sprake is van genoemde antecedenten wordt een verblijfsontzegging opgelegd, aangezien er vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring.
De processen-verbalen voor de feiten uit de feitentabel liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het betreffende gebied in het geding is door de aanwezigheid van de pleger. Het is niet doorslaggevend of de feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie met openbare orde zijn. Ook strafbare feiten die zich afspelen in een voor publiek toegankelijke inrichting kunnen de basis zijn voor een verblijfsontzegging, indien ze aan alle bovengenoemde voorwaarden voldoen. Zo zullen bijvoorbeeld bedreigingen in een winkel wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een verblijfsontzegging.