Organisatie | Bergen (L) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geurhinder en veehouderij 2007 |
Citeertitel | Verordening geurhinder en veehouderij 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet geurhinder en veehouderij
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2023 | artikel 3 | 07-11-2023 | |||
19-12-2007 | 23-11-2023 | Nieuwe regeling | 18-12-2007 Maas en Niersbode, 2008, 2 | 18-12 2007, 7404 |
De raad van de gemeente Bergen(L);
gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 27 november 2007;
vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven:
In deze verordening wordt verstaan onder:
Odour units (ouE/m3;P98): Geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden. De afkorting is Ou.
Aaneengesloten woonbebouwing: een aaneengesloten concentratie van woningen met een bebouwingsdichtheid van meer dan 10 woningen gelegen op een afstand van 0 tot 50 meter van elkaar; echter die niet kan worden aangemerkt als bebouwde kom. Indien de vorming van het cluster mede wordt bepaald door een woning bij een bestaande intensieve veehouderij, mag deze woning niet meegerekend worden bij het vaststellen van de clusters.
Artikel 3 waarden voor geurbelasting
In afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening:
Artikel 4 waarden voor de afstand
In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de minimale afstand voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 2 van deze verordening:
Artikel 5 geurgevoelige objecten die deel uitmaken van een veehouderij
In afwijking van het bepaalde in artikel 3 lid 2 van de Wet en artikel 4 van deze verordening bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een veehouderij, of dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij, minimaal 25 meter.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Bergen in zijn openbare vergadering van 18 december 2007.
De griffier, De voorzitter
Bijlage 2 Normeringskaart geurverordening gemeente Bergen (L)
Toelichting 1 Nieuwe Toelichting
Gemeenten kunnen bij gemeentelijke verordening bepalen dat binnen (een deel van) het grondgebied een andere geurbelastingnorm dan de landelijke of een minimumafstand van toepassing is tussen een veehouderij en geurgevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen van derden en campings). De gemeente kan met een dergelijke verordening dus gebiedsgericht het beschermingsniveau voor haar burgers kiezen met betrekking tot geurhinder.
Uit onderzoek, een quickscan uitgevoerd met het programma V-stacks gebied, is gebleken dat er nauwelijks knelpunten zijn met betrekking tot geurhinder in de gemeente Bergen. Rondom het Landbouw Ontwikkelingsgebied (LOG) ten hoogte van de kernen Siebengewald en Groote horst zitten de meeste overbelaste situaties (zie bijgevoegde kaart Geurcontourenkaart gemeente Bergen (L) van 15 november 2007.In december 2006 is door de gemeenteraad de ‘Nota Stankbeleid Veehouderij’ vastgesteld. In deze nota is een gebiedsvisie gemaakt hoe om te gaan met geur(hinder) binnen onze gemeente. Deze nota ligt ter grondslag aan de geurverordening. Daarnaast is voor het knelpunt Siebengewald een planologisch ‘Beleidskader voor het landbouwontwikkelingsgebied bij Siebengewald’ opgesteld. Ook dit beleidskader ligt ter grondslag aan de geurverordening.
Meegenomen zijn de bouwontwikkelingen waarvan redelijkerwijs van verwacht mag worden dat deze ontwikkelingen in de nabije toekomst worden meegenomen. Zo zijn alle bouwlocaties die zijn opgenomen in de structuurvisie + meegenomen. Op de kaart zijn de concrete bouwlocaties opgenomen (Uitbreiding noordelijk Afferden: sportvelden en Afferdse heide te Afferden, Jozefstraat te Siebengewald, uitbreiding ten zuiden van Siebengewald) en zijn de locaties wel zijn aangegeven, maar waar de uitwerking nog niet concreet is, aangegeven met een blauwe cirkel (Oostelijke uitbreiding Afferden, landgoed Bleijenbeek Afferden, uitbreiding Nieuw-Bergen-West bij Nieuw-Bergen, uitbreiding sportterrein Bergen, ontwikkeling ten zuiden van Nieuw-Bergen, diverse bouwlocaties Well en Wellerlooi). Daarnaast is er in Siebengewald aan de Ericaweg een bouwlocatie “ruimte voor ruimte”. Om op deze locatie daadwerkelijk te kunnen bouwen, zal deze locatie een afwijkende norm nodig hebben (zie artikel 3).Alle vergunde agrarische bedrijven zijn opgenomen in de bijgevoegde kaart. Daarnaast zijn de agrarische inrichtingen die een procedure zijn gestart (Wet milieubeheer vergunning, mer-procedure, principe verzoek WRO) ook opgenomen.
A Bebouwde kom stedelijkGezien de centrale functie en voorzieningen wordt de kern Nieuw-Bergen gezien als een stedelijke omgeving.
B Cluster Groote Horst: Gezien het aantal woningen, de (beperkte) voorzieningen en de ligging ten opzichte van Siebengewald wordt, is Groote Horst gezien als een kerkdorp en is als zodanig opgenomen in het Beleidskader voor het landbouwontwikkelingsgebied bij Siebengewald
D Overige buurtschappen en clusters in het buitengebied:In de Nota Stankbeleid Veehouderij worden clusters in het buitengebied genoemd: Augustinusweg (siebengewald), Rijksweg (ten zuiden van Bergen), Geijsselberg (Wellerlooi) ‘t Leuken (Well) en aan de Wolfsven (Well). Daarnaast is het cluster Rijksweg-Zuid/Kruisstraat (Wellerlooi) toegevoegd; terwijl het cluster Augustinusweg niet voldoet aan de definitie zoals in deze verordening is vastgelegd.In de Nota Stankbeleid Veehouderij wordt gesproken over het cluster Tuindorp. Gezien de functie van dit gebied (glastuinbouwconcentratiegebied) wordt tuindorp gezien als een buitengebied met nadruk op bedekte landbouw (werken en niet wonen). Tuindorp zien we als een werkcluster en niet als een wooncluster (zie ook Nota Stankbeleid Veehouderij). Daarom is de norm gesteld op 14 Ou en wijkt dus niet af van de normen in het buitengebied.
E Uitbreiding Jozefstraat:Deze uitbreiding is aangegeven als donkerblauw op de ‘Normeringskaart Geurverordening Gemeente Bergen (L)’. Het is een uitbreiding van de kern Siebengewald.
F Uitbreiding Siebengewald-Zuid:Deze uitbreiding is aangegeven als oranje/geel op de ‘Normeringskaart Geurverordening Gemeente Bergen (L)’. Het is een uitbreiding van de kern Siebengewald.
G Ruimte voor Ruimte locatie Ericaweg:Deze uitbreiding is aangegeven als geel op de ‘Normeringskaart Geurverordening Gemeente Bergen (L)’. Het is een uitbreiding van het cluster Groote Horst.
H In de Nota stankbeleid veehouderij is op pagina 14 een onderscheid gemaakt in soorten verblijfsrecreatie. De campings die in deze nota onder categorie I objecten vallen, behoren hier tot de grotere campings. Op deze campings zijn verschillende voorzieningen aanwezig zoals bungalows, chalets en restaurants, maar ook jaarplaatsen voor stacaravans. De vraag is of de inrichting geschikt is om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, gebruikt wordt. Door de gemeente Bergen worden deze grote campings gezien als geurgevoelige objecten. Echter omdat deze locatie niet de sociale en samenhangende structuur van een dorp heeft, wordt het aangemerkt als geurgevoelig object buiten de bebouwde kom.
I Log deelgebied 1 Het oorspronkelijk aangewezen Landbouwontwikkelingsgebied (Log) is planologisch verdeeld in drie deelgebieden (zie “beleidskader voor het landbouwontwikkelingsgebied bij Siebengewald”).
Functieveranderingen van de (voormalige) agrarische bedrijfswoningen kan leiden tot bepaalde consequenties voor andere agrarische bedrijven in het buitengebied.
In vervolg op de herstructureringswet varkenshouderijen en vooruitlopend op de Reconstructiewet concentratiegebieden is op 19 maart 2000 de eerste tranche van de Regeling beëindiging veehouderijtakken in werking getreden. Deze Regeling heeft ertoe geleid dat veel intensieve veehouderijen hun bedrijfsactiviteiten hebben beëindigd. Om nu te voorkomen dat op grote schaal agrarische bedrijfswoningen in het kader van de Wsv zouden moeten worden beoordeeld als burgerwoningen, is in artikel 6, onder a, van de Wsv bepaald dat een woning die op of na 19 maart 2000 tot een (intensieve) veehouderij behoorde en daartoe niet meer behoort, gelijkgesteld wordt met een gevoelig object, behorende tot dezelfde categorie als een bij die (intensieve) veehouderij behorende woning. Dit betekent dat ook al wordt een dergelijke woning feitelijk als burgerwoning gebruikt, deze voor de categorie-indeling een agrarische bedrijfswoning blijft. Hetzelfde geldt voor een woning die op of na 19 maart 2000, in samenhang met het geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen na die datum van een veehouderij en de sloop van bij die veehouderij behorende bedrijfsgebouwen, is gebouwd op een kavel die op die datum tot die veehouderij behoorde (artikel 6, onder b).Omdat deze woningen vaak gelegen zijn in de directe nabijheid van andere agrarisch bedrijven, hebben deze woningen een andere beschermingsniveau gekregen qua afstand (25 meter).